Bezit van onroerend goed
Het verwerven van onroerend goed gebeurde met name -naast verkrijging door versterf- door de koop van onroerend goed. In de archieven treffen we met name de transportakte aan, waarin de overdracht van het onroerend goed werd vastgelegd; de benaming van deze akte verschilt van streek tot streek.
De daaraan voorafgaande akte van verkoop kan veelal in het notarieel archief worden aangetroffen. Verkoper en koper van onroerend goed kwamen mondeling tot overeenstemming. In de akte van verkoop verklaarde de verkoper dat hij het perceel, waarvan de ligging en naastliggende percelen werden aangegeven, verkocht had en verklaarde de eveneens aanwezige koper het goed gekocht te hebben. De prijs werd vastgelegd. Vaak moest de notariële akte worden ingeschreven in een register van het gerecht; dit werd realisatie genoemd.
Ook in het rechterlijk archief vinden we hier en daar koopakten, zeker als een notaris in de regio ontbrak. In Friesland treffen we soms aparte registers van koopbrieven aan; registratie van de verkoop vinden we daar in registratieboeken en consentboeken. Verkoopakten worden in Drenthe stokleggingsbrieven genoemd.Daarnaast golden soms speciale voorschriften en regelingen betreffende de verkoop en overdracht van onroerend goed, waarop de volgende bescheiden betrekking hebben:
Friesland - proclamatieboeken, decreetboeken, register van decratale verkopingen en de op kerkelijke goederen betrekking hebbende beneficiaalboeken
Noord-Brabant - akte van naasting, akte van uitwinning en de akte van uitgifte
Utrecht - transport bij willig decreet en transport bij decreetOok in andere registers kunnen we eigenaren van goederen tegenkomen, zoals de landboeken, ommeloper, zekerboeken, zestendelen. Een bijzondere omstandigheid is de situatie waarin goderen werden geconficeerd tijdens de reformatie; hiervan zijn hier en daar confiscatielijsten bewaard gebleven.
Zie ook: