Resolutie inzake gemengde huwelijken in de barrièreplaatsen 1752 (Generaliteitslanden)
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


 

Algemeen Rijksarchief Den Haag, Johannes Allart, 'Groot Placat boek, Inhoudende de placcaten ende Ordonnantien Van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 8 (Amsterdam, 1795), blz. 541-542, bibliotheeksignatuur H 21 E-1.

 

 

 

Resolutie van de Staaten Generaal, houdende de interpretatie van derzelver Placaat [d.i. een verwijzing naar het Echtreglement], raakende de ongelyke Huwelyken van Protestanten met die van de Roomsche Religie, met opzigte tot de Barriereplaatsen. Den 15 December 1752.

Is gehoort het Rapport van de Heeren van Lynden tot Ressen, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de zaacken van de Placaaten en Reglementen, hebbende, ingevolge en tot voldoeninge van derselver Resolutie Commissoriaal van den zeeventienden des voorleede maand, met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uyt den Raad van Staate, geëxamineert een Missive van den Kerckenraad van de Gereformeerde Nederduytsche Guarnisoens-Gemeente te Namen, geschreeven aldaar den aghsten daar te vooren, daar by aan haar Hoogh Mogenden berightende, dat er in den jaare zeeventien honderd vyftigh, by geleegentheid van de doenmaals gedaane Kerckvisitatie door de Visitatooren der Classis van Maastricht, aan deselve overhandight was een Placaat van haar Hoogh Mogende, raackende de ongelycke Huwelycken van Protestanten met die van de Roomsche Religie, dogh dat by de inschryvingen voor en na daar omtrent eenige difficulteyten ontstaan en voorgekoomen waaren, versoeckende de gemelde Kerckenraad, als zigh daar toe ten eenemaale genoodsaackt vindende, derhalven, dat haar Hoogh Mogende aan hun antwoord gelieven te laaten bekoomen op de volgende Poincten.
Eerstelyck, of het ooghmerck van haar Hoogh Mogende is, dat de inhoud van dat Placaat in het Guarnisoen van die Plaats geëxecuteerd worde, also nogh Gouverneur nogh Auditeur diergelycke Placaat (zoo veel hun bekend was) ontfangen hadden.
Ten tweeden, of het zelve als dan alleen specteerende is tot de Officieren, of oock tot de Onderofficieren en gemeene Soldaaten.
Ten derden, en (zulcks zoo zynde) of men daar die van de Luthersche Kerck zoo wel als die van de Gereformeerde moet begrypen.
Ten vierde, en eyndelyck, of het de Kerckenraad geoorloofd zy by deese en geene gevallen eenige vryheid of inschickelykheid te gebruycken, hebbende den gemelden Kerckenraad niet willen nalaatigh zyn om haar Hoogh Mogende die stucken in tyds voor te stellen, ten eynde des aangaande het oordeel van haar Hoogh Mogende te moogen weeten, en des te beeter aan derselver intentie en ordres te konnen voldoen.
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verstaan, mits deesen te verklaaren; eerstelyk, dat haar Hoogh Mogende intentie is, dat het voorschreeve Placaat oock zal worden geobserveert in de Barriere-plaatsen, zoo met relatie tot het Guarnisoen als tot die van den Etat major; ten anderen, dat, dewyl het selve geen onderscheyd maackt tusschen Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen, geen onderscheid daar in gesoght moet worden; ten derde, dat, dewyl het Placaat disponeert tegen ongelycke Huwelycken tusschen Persoonen van de Gereformeerde of Protestantsche Religie en die van de Roomsche Religie, de Luthersche daar onder meede begreepen zyn, in conformiteyt van haar Hoogh Mogende expresse verklaaringh van den vyftienden December zeeventien honderd een en vyftigh; en laatstelyck, dat aan geene Kerckenraaden geoorlooft is van het voorschreeven Placaat te dispenseeren of eenigsints te relacheeren.
En zal Extract van deese haar Hoogh Mogende Resolutie, met byvoegingh van eenige Exemplaaren van het voorschreeve Placaat, gesonden worden aan de Neederduytsche en Walsche Kerckenraaden van de respective Barriere-plaatsen, om zigh daar na te reguleeren; als meede aan de Gouverneurs, Commandeurs of Commandeerende Officieren van deselve Plaatsen, om te strecken tot derselver naright.

 

 

© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net