Genealogie Van Egmond / Van IJsselstein

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Genealogisch materiaal

unknown.gif (921 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)


Op deze pagina zijn de gegevens te vinden van de lijn Van Egmond, later overgaand in Van IJsselstein. Na de door de heer B.W. Maris uit Schalkwijk gevonden verbinding van mijn gegevens Van IJsselstein met zijn onderzoek, konden bekende gegevens uit andere bronnen worden aangevuld. Naast deze pagina, zijn de oorspronkelijk door mij verzamelde gegevens Van IJsselstein nog beschikbaar, die gedurende enkele jaren online stonden en steeds werden aangevuld met nieuwe vondsten.

 

[Opstelling in hoofdlijnen volgens Dek, "Genealogie der Heren en Graven van Egmond"; zie voor verder voorgeslacht in dit boek; N.B.: ik ben mij bewust van het feit dat de door Dek aangegeven lijnen hier en daar terecht worden betwijfeld; zie daartoe o.a. http://www.kastelenteam.nl/hans_vogels/egmond1.htm t/m http://www.kastelenteam.nl/hans_vogels/egmond6.htm ]

 

I    Frederik graaf van Bueren (±1440-1521) [= Frederik van Egmond]

Zoon van Willem van Egmond, overl. kasteel Grave 1483.
Tr(1) 1464 Aleida van Culemborch (overl. 1471 [Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Utrecht, pag. 300]), tr(2) Walburga van Manderscheid
Kinderen (eerste huwelijk):
1. Floris van Egmond, geb. 1469
2. Wemmer van Egmond?
Bastaarden:
3. Christoffel bastaard van IJsselsteijn - volg II.a
4. Willem bastaard van Egmond; overl. verm. vóór 13.12.1532 (of anders vóór 1535), tr. Theodora de Ro(e)ver, dr. van Geerlic de Rover; kinderen: (1) Willem van IJsselstein, (2) Willem van IJsselstein (kanunnik)
5. Katharina bastaarddochter van Egmond, kind van Catharina van Kessel, overl. 1500

Frederik van Egmond (±1440-1521) werd op 24-6-1498 graaf van Leerdam en van Buren (Drossaers, Archief Nassau Domeinraad, deel II, regest 1384). Zijn tweede vrouw Walburga van Manderscheid compareerde in 1522 met haar stiefzoon Floris (Drossaers II, Inv. nº 436). Reeds in 1462 (Dinxdag na Sint Lourens) stond Willem van Egmond aan zijn tweede zoon Frederik onder zekere voorwaarden de heerlijkheid IJsselstein af (Busken Huet en Van Veen, pag. 95). [Dek, pag. 104]

Voetnoot bij het artikel "Anna Maria Storm van Werle, gravin van Bronckhorst-Batenburg en hare naaste verwanten" door Mr. A.P. van Schilfgaarde:
Er bestond ook nog een, zij het verre en slechts aangehuwde, verwantschap tusschen Anna Maria Storm van Werle en haar man. Deze laatste was namelijk de kleinzoon van de bekende Petronella van Praet (1501-1591), echtgenoote (in tweeden echt) van Maximiliaan’s grootvader Herman van Bronckhorst-Batenburg (ov. 1556). Petronella’s moeder was Catharina van Egmond bastaarddochter van Frederik van Egmond, graaf van Buren (ov. 1500) bij Catharina van Kessel, en derhalve een bastaardtante van Maximiliaan van Egmond-Buren (ov. 1548), hierboven vermeld als de natuurlijke vader van Alexander van Buren alias Yselstein. [NL 1930, kol. 357]
Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, Het Sticht en Gelre, 1129-1649 - IJsselstein:
52. Het gerecht (1319: hoog en laag, put en galg) in Eiteren aan beide zijden van (1319: en in) de IJssel, tijm, veer, visserij (1319: en waarden, strekkend aan de ene zijde van de IJssel van Opburen tot Snodelhoek en aan de andere zijde van Oudegein tot Fellenoord, zoals de leenheer houdt van het Sticht, dat verkreeg van het Rijk):
11-4-1436: Heer Willem van Egmond, heer van IJsselstein, LRK 114 fo 45.
21-1-1453: Heer Willem, broeder van Gelre, heer van Egmond, IJsselstein en het land van Mechelen, bij dode van Willem, zijn oom, wiens belening wordt betuigd, omdat hij destijds geen akte kreeg, LRK 118 c.Nd.Holland fo 7-8.
13-5-1469: Frederik van Egmond, jongere zoon, bij overdracht door Willem, raad en kamerling, zijn vader, met diens lijftocht op f400,- rijns, LRK 118 c.Nd.Holland fo 8-9.
16-2-1523: Mr. Marcelis van Zegerscapelle, secretaris van de Raadkamer van Holland, voor heer Floris van Egmond, graaf van Buren, heer van IJsselstein, St. Maartensdijk, Kortgene enz., kapitein-generaal van de landen van herwaartsover, bij dode van Frederik, diens vader, LRK 124 c.Sticht fo 18v. [OV 1990, pag. 425]
 
Repertorium op de grafelijke lenen in De Lier, Schipluiden en Vlaardingen (1252-1648), betreft: 16 morgen land op de Harnesse bij de Woutkerk, waarop vroeger Willem ver Godelz. woonde en. waarvan nu Gherijt Jacob Lyenz. pachter is. 17 morgen in de Cadike, waarop vroeger Jan Oude Willemsz. woonde en waarvan nu Gherijt van Beest pachter is:
12-9-1525: Jonkvrouwe Marie van Wassenaire, hulde door heer Floris van Egmondt, graaf van Buyren, heer van IJsselsteyn en Sint Mertensdijck, bij dode van haar vader heer Johan van Wassenaire (I.h. 124, cap. N.H., f 58v). [OV 1973, pag. 75]
 
Repertorium op de lenen van de hofstede Arkel in het land van der Leede, 1307-1646 - Leerdam:
9. Slot, stad, land en heerlijkheid Leerdam en Leede met dorpen, kerken, kerkgiften, lenen, lenenmannen, tollen, tienden, tijnsen, pacht, visserijen en toebehoren:
..-.- 14..: Willem, broeder van Gelre, heer van Egmond, als leenheer van Leede -vermeld 1452, LRK 118 c.Asperen fo. 2v.
16-3-1477: Toegewezen aan heer Frederik van Egmond, heer van IJsselstein en Buren, nadat heer Willem, heer van Egmond, neef van de leenheer, zijn vader, bezat en in 1466 overdroeg aan Karel de Stoute, vader van de leenheer, en zoals de heer van Arkel had. LRK 64 fo. 83v-85v.
27-6-1494: Floris, zoon van IJsselstein, voor Frederik, broeder van Egmond, heer van IJsselstein, neef van de leenher, zijn vader, die niet kan reizen, LRK 121 c.Arkel fo. 14.
De volgende beleningen zijn vanaf 1540 gelijk aan "Ons Voorgeslacht", jrg. 32, 1977, pp. 192-193 nr. 18. [OV 1984, pag. 382]
 
Grafelijke lenen in Rijnland 1222-1650 - Schoot:
326. Het gerecht (1397: hoog en laag) van Schoot (1397: met heerlijkheid, renten en toebehoren; 1411: gelegen in het baljuwschap Rijnland):
24-2-1485: Floris Frederiksz., zoon van IJsselstein, bij overdracht door Bertram van Oebergen, ridder, voor Eleonora van Borsele, zijn overgrootmoeder, die aankwam van Frank, haar broer, eventueel te komen op Frederik, broeder te Egmond, heer van IJsselstein, zijn vader, LRK 120 c.Zeeland fo 6v-7v. [OV 1990, pag. 103]
 
Vijf eeuwen stadsbestuurders van Schoonhoven (1297-1795)
Heer Floris van IJsselstein, Heer van St. Maartensdijk, Baljuw 1500 t/m 1521 [GN 1989, pag. 154]

Repertorium op de lenen van de hofstede Montfoort 1362-1649 - IJsselstein:
340. 4 morgen land in Meerlo:
25-9-1412: Heer Lodewijk van Montfoort, broer van de leenheer, 283 pp. 1-3
.De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 40 tot:
3-3-1519: Cornelis Jacobsz., schout van IJsselstein, voor heer Floris van Egmond, heer van IJsselstein, neef van de leenheer, bij overdracht door Hendrik Dirksz., rentmeester, voor Joost, heer van Kruiningen enz., neef van de leen-heer, 285 fo. lv-2 blad.
20-10-1529: Heer Floris van Egmond, graaf van Buren, heer van IJsselstein, neef van de leenheer, 288 fo. 3.
..-. -15..: Gijsbert van Baax voor heer Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren, heer van IJsselstein, bij dode van Floris, diens vader, 288 fo. 3.
20-12-1549: Jan van Berck, rentmeester van IJsselstein, voor Anna van Egmond bij dode van Maximiliaan, haar vader, 288 fo. 3. [OV 1982, pag. 547/548]
Johanna van Horne en haar man bleven in goede verstandhouding met Walburg van Manderscheid, de nicht van
Jacob II graaf van Horn, hetgeen moge blijken uit een acte van 25 februari 1521 (ARA Brussel, Leenhof van Brabant 351), verleden voor het Leenhof van Brabant, waarbij Michiel Haengreve als haar gemachtigde optreedt ter zake van het door haar overleden man Frederik van Egmond graaf van Buren enz. als heer van Cranendonk aan haar bij testament verleende vruchtgebruik van de heerlijkheid Cranendonk.
Na het overlijden van Michiel Hendriksz. Haengreve hertrouwde Johanna van Horne met Jonker Daniel Godschalksz. van Gerwen, die door dit huwelijk Michiel Haengreve niet alleen opvolgde in diens echtelijke rol, maar ook -dankzij de familierelatie van Johanna van Horne- in diens ambtelijke functie, zodat ook hij drossaard van Cranendonk werd. Deze connectie van Walburg van Manderscheid met haar natuurlijke nicht bleef ook tijdens het tweede huwelijk van Johanna van Horne bestaan, zoals blijkt uit het feit, dat Walburg vam Manderscheid aan Daniel van Gerwen op 24 januari 1530 een volmacht verleende, op grond waarvan hij ten overstaan van schepenen van ‘s-Hertogenbosch 30 oktober 1530 (Schepenprotocol van ‘s-Hertogenbosch 1313) het haar door Frederik graaf van Egrnond gelegateerde vruchtgebruik van het door hem nagelaten Huis Ysselsteijn (Vanuit dit huis, waar hij een vorstelijke staat voerde, placht Frederik graaf van Egmond vijandelijke invallen te doen in het Gelderse gebied. Zie voor de geschiedenis van het huis Ysselstein: Jhr. Mr. A.F 0. van Sasso van Ysselt: ,,De voorname huizen en gebouwen van ‘s-Hertogenbosch" deel 1, pag. 120 e.v.) in de Orthenstraat te ‘s-Hertogenbosch overdroeg aan haar stiefzoon Floris graaf van Egmond.
[NL 1967, kol. 134-135]

 

 

II    Christoffel (van Egmond) van IJsselsteyn [bastaard] (..-±1512?)

Overl. ca. 1512 [OV 1984, pag. 205], vermeld in de inventaris van de Nassause Domeinarchieven als baljuw te Sint-Maartensdijk en te Scherpenzeel 1500...1505 [Dek]
Zoon:
1. Willem van IJsselstein - volg III
Cristoffel de bastaard van IJsselstein, baljuw van St. Maartensdijk en Scherpenisse, R 1393, 1425(?), 1444:
- R 1393, d.d. 15.3.1500: Schepenen van St Maartensdijk doen uitspraak in zeker geschil, met consent van Christoffel de bastaard van IJsselstein, baljuw, als oppervoogd van de wezen.
- R 1425, d.d. 30.6.1504: Bertrand Paulus, kapitein van Mets, heer van Scenendoncq, schrijft Antoine de la Desoubz, kapelaan van de keizer, over een borstharnas met bellen, dat de bastaard van IJsselstein (= Christoffel?) van hem wil overnemen om te gebruiken voor een jong paard.
- R 1444, d.d. 31.12.1505, Vermeld: Evert van Eck, stadhouder van Christoffel de bastaard van IJsselstein, baljuw van St. Maartensdijk en Scerpenisse. [Dr S.W.A.Drossaers, "Het Archief van de Nassause Domeinraad"]

 

 

III    Willem van IJsselstein (±1500-±1586)

Dek zegt over hem:
Vermeld in inventaris van de Nassause Domeinarchieven als drost van Genemuiden 1538, 1541-1543. Hij komt daarbij voor als jonker van IJsselstein en als neef van Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren. Hij huwde vermoedelijk Jacomijn van Wijngaerde Joosdochter
Kinderen:
1. Jan van IJsselstein, huwde Anna van Galen
2. Christoffel van IJsselstein (overl. 1593), tr. Magdalena van Aldendorp
3. Frederik van IJsselstein
NOOT: in de door Dek gemaakte opstelling worden de gegevens van "drost van Genemuiden" en "(vermoedelijke) echtgenoot van Jacomijn van Wijngaerde Joosdr" gecombineerd, maar het betreft hier twee verschillende personen! 

 

Willem van IJsselstein (ook wel: Willem van Egmond), in 1514 nog minderjarig (geen 18 jr.), woont 1544 in Grave, overl. ca. 1586, tr.(1) voor 1537 Margaretha van Wijngaarden, overl. vóór 1568 (op 30.1.1568 wordt gesproken over de goederen die bij magenscheid van haar zijn aangekomen bij de kinderen).
Willem ontvangt het leen te Lijnden in 1526 na het overlijden van zijn vader Christoffel [Volgens Dek al ca. 1512 overleden!]
Kinderen:

  1. Christoffel van IJsselstein, woonde in Kranenburg, stierf in 1593 in dienst van Koning Hendrik IV in Frankrijk, ondertekenaar van het smeekschrift der edelen 1566, legeraanvoerder van Jan van Nassau, was in 1576 gehuwd met Magdalena an Alendorp
        kinderen:
        a. Maurits van IJsselstein
        b. Vincent van IJsselstein, gouvereur van Orsoy, overl. aldaar op 1.1.1656
        c. Philip Ernst van IJsselstein, in dienst van de keurvorst van Brandenburg
        d. Reinier van IJsselstein
  2. Jan (Hans) van IJsselstein (hier stamt dhr. B.W. Maris van af), overl. 1578, tr. Agnes van Galen, wed. van jhr. Hendrick van Bronckhorst; kinderen uit dit huwelijk (genoemd 1582: Christoffel en Henrick van Ysselsteyn)
  3. Maarten van IJsselstein, 1572 overleden in Frankrijk
  4. Frederik van IJsselstein, in 1585 gehuwd met Johanna van Bemmel; was voogd van de nagelaten kinderen van wijlen Jan van IJsselstein
  5. Elisabeth van IJsselstein

N.B.: Cruciaal is hier dat nog aanvullend bewijs moet worden gevonden dat het bij deze twee huwelijken dezelfde Willem betreft !
RANB, Leen en laatgerechten, Leenhof van Cuijk, inv.nr. 6 meldt dat zowel Maurits (Christoffelsz) als ook Willem Florisz kleinzonen zijn van Willem van IJsselstein. De inschrijvingen lijken hiermee te onderschrijven dat het bij beide huwelijken gaat om dezelfde Willem. Onduidelijk daarbij is, waarom het leen eerst overgaat op Willem Florisz en drie maanden later, onder dezelfde titel van het overlijden van Willem, overgaat op zijn neef Mauritsz.

Willem van IJsselstein tr.(2) Elisabeth Becker, overl. ná 6.12.1569 (deponering besloten testament van Willem); kinderen (volgens akte dd 4.11.1567, schepenbank Grave, waren zij "de vier echte naekinderen van jhr. Willem van IJsselstein: Floris, Willem, Gerit en Maximiliaen"; ze ontvingen de helft van de Calmer Camp te Grave):

  1. Floris van IJsselstein; volg IV
  2. Willem van IJsselstein
  3. Gerhard van IJsselstein
  4. Maximiliaan van IJsselstein, treedt later op als voogd voor de weduwe Angela Dachverlies en haar kinderen (nog in 1614 is sprake van onmundige kinderen); tr. Utrecht 22.1.1603 Jaqueline van Hartevelt, dr.v. Joost van Hartevelt
  5. Maria van IJsselstein? [vlgs. akte in 1613 een zus van Maximiliaan]

 

Repertorium op de lenen van de hofstede Altena, 1232-1650 - IJsselmonde:

             
60 H. De halve korentiende in het Oostambacht, (1569: jaarlijks 150 pond waardig)
22-10-1536: Willem van IJsselstein bij overdracht door Joost van Wijngaarden, A fo. 163.
..-.- 1569: Willem van IJsselstein vermeld, LRK 340 fo. 155 bis.
11-12-1627: Pieter Pietersz., dijkgraaf van IJsselmonde, voor Maurits van IJsselstein, wonend op het huis Lennep in het hertogdom Berg, bij dode van Christoffel van IJsselstein, gouverneur van Heusden, diens vader, die aankwam van Willem van IJsselstein, diens vader, na verzuim, LRK 144 c.Altena fo. 12v-14.
 
          60 J. 23 pond groten Vlaams op nr. 60 F, te lossen met f 2300.- karolus.
27-8-1536: Willem van IJsselstein bij overdracht door Joost van Wijngaarden, zijn schoonvader, voor de koop van nr. 60 H, LRK 289 c.Altena fo. 6.
15-10-1569: Johan van Mérode, heer van Pietersheim, LRK 289 c.Altena fo. 5. [OV 1985, pag. 212]
 
Repertorium op de lenen van de hofstad Egmond in Delfland, Schieland, Putten en IJsselmonde:
36. Het Oostambacht van Yselmonde.
12-11-1496: Floris van Wijngaerden tocht zijn vrouw Margriete van Sweeten (f 644v).
29-10-1533: Joost van Wingerden bij dode van zijn vader heer Floris van Wingerden (f 645v).
24-12-1540: Jonkheer Heynderick van Merode, heer van Peetersem, hulde door meester Cornelis Barthouts, griffier van de lenen van de grafelijkheid, zijn rentmeester, na overdracht door Joost van Wingerden en zijn zoon Floris van Wingerden, te lossen met een jaarrente van 23 lb. groot Vlaams per jaar, de penning 16, door hem verkocht uit de helft van de tienden, leen van Althena, ten behoeve van zijn zwager Willem van Yselsteyn en zijn dochter jonkvrouwe Margriete van Wingaerden (f 645v).
13-19-1541: Heynderick van Peetersem doet zelf hulde (f 646).
6-10-1542: Joost van Wingaerden doet mede namens zijn vrouw Martyna van der Heyde en zijn zoon Floris afstand van het recht van lossing (f 646v).
27-4-1545: Heer Heynderick, heer van Merode en Petersem, nadat wijlen Joost van Wijngerden van alle rechten afstand had gedaan (f 647v). [OV 1975, pag. 111/112]
 
Repertorium op de lenen van de hofstede Arkel in het land van Arkel 1263-1650 - Gorinchem:
17. 100 beierse guldens jaarlijks op de tol van Gorinchem.
6-6-1428: Walraven van Moersee bij gift, LRK 61 fo. 100v.
30-3-1457: Vincent, graaf van Meurs, heer van Saarwerden, neef van de leenheer, LRK 120 c.Arkel fo. 6v-7.
8-7-1459: Vincent, graaf van Meurs, LRK 120 c.Arkel fo. 6f-7.
12-1-1485: Dirk van Boneem voor Charles de Croy, graaf van Chimai, neef van de leenheer, bij dode van Filips de Croy, diens vader, LRK 120 c.Arkel fo. 8.
17-11-1492: Frederik, heer van IJsselstein, Buren enz., neef van de leenheer, bij overdracht door Charles de Croy, prins van Chimai enz., LRK 12 1 c.Arkel fo. lv-2v, LRK 122 c.Arkel fo. 18v.
23-4-1501: Christoffel van IJsselstein, natuurlijke zoon, bij overdracht door Frederik, broeder van Egmond, graaf van Buren en Leerdam, raad en kamerling, zijn vader, LRK 122 c.Arkel fo. 18.
4-8-1514: Marcelis van Zegerscapelle voor Willem van IJsselstein nadat Christoffel, diens vader, 21/2 jaar terug op reis in dienst van de leenheer stierf, LRK 123 c.Arkel fo. 19v-21.
4-1-1588: Christoffel van IJsselstein bij dode van Willem, zijn vader, LRK 137 fo. 182-183.
9-8-1593: Mr. Gerard Hamel, advokaat bij het Hof van Holland, voor Maurits van IJsselstein bij dode van Christoffel, diens vader, LRK 138 fo. 169. [OV 1984, pag. 205]
 
De Heerlijkheid van Albrantswaard. (Uit de Hollandsche Leenregisters).
De Heerlijkheid van Albrantswaerde, in hooge ende lage mit allen sijnen toebehooren.
Libro 111, folio 6 op Heer Gerrit van Zijl.
Heer Geryt van der Heyden wort geconsenteert in sijnen ambacht van Harantswairrle eenen gewairden rechter te
hebben, 1352.
Libro V, folio 436, duwarie van Marie Heynricx dr. van Montfoort, huysvrouw van Heer Jacob van.Rijsoort, 1401.
Confirmatie van den testamente van Heer Willem Oom en vrouwe Maria van de Werve sijn huysvrouw, t’swarte
ruige register, caput arkel Putte. Folio 20, 21.
Gerrit van der Zij1 bij opdracht van Heer Jacob van Rijsoorde, onder vele clausulen in de brieve begrepen, 1413.
Vide op Adriana van den Berge, na doode van Jacob van Rysoort, 1429.
Heer Gerrit van Zyl, bij overgifte van Adriana van den Berge, met renunciatie van hare besterfenisse van Heer
Jacob van Rijsoort, 1430
Goeswijn Michielsa., bij overgifte van Geryt van Zijl, 1437.
Willem van Egmond, bij overgifte van Gerrit van Zijl, 1437.
Aernt die bastert van IJsselstein, bij overgifte van Willem van Egmond, heer van IJsselstein zijn vader, 1447.
Christoffel van IJsselstein, bij doode van Cornelis van IJsselstein, hem aangecomen van Willem sijn broeder, hem
aangecomen bij doode van Aert die bastert van IJsselstein heurlieder vader, ende Willem en Jacob sijn binnen ‘s jaar, gestorven, 1506.
Willem van Wijngaarden, bij overgifte van Christoffel, 1506.
Dirk, Heer van Assendelft, bij opdracht van Willem van Wijngaarden, 1534 [NL 1885, pag. 74]

 

Genoemd 1549 en 1555 ("jonckheer Willem van Ysselsteyn") als eigenaar van het adellijk Bronckhorster goed onder Velp bij Grave, volgens een losbrief van 3 vat rogge aan de pastorie van Velp.[Taxandria 1899, pag. 149]

Kasteel Bronckhorst, Bronckhorsterweg te Velp: voor het eerst in de 15e eeuw genoemd; "Gijsbrecht van Bronckhorst, heer van Batenburg en Anholt was in 1456 in het bezit van het kasteel. Hij droeg zijn bezit op aan Herman Smit, juwelier te Nijmegen. In 1469 werd het goed overgedragen aan Jan van den Broek. In 1472 werd het verkocht aan Tieleman van den Broek. In 1549 werd Willem van Ysselsteyn gelukkige bezitter. Een eeuw later verkochten de erven Van Ysselsteyn het kasteel aan Johan van der Gheest."; rond 1860 werd het kasteel afgebroken en de restanten werden opgenomen in de nieuwbouw van een klooster [http://www.kasteleninbrabant.nl/pages/bronckhorst.html]

Op 7 januari 1631 kopen Johan van der Gheest en Mechtildis Cornelissen echtelieden het goed van de Jonkheren Maximiliaan, Christoffel en Floris van Ysselstein, opvolgers van Willem
[Taxandria 1899, pag. 149]

NOOT (1): Raad van Brabant 1586-1811, inv.nr 788.294 (RA Noord-Brabant): Maximiliaan van IJselstein, in Velp (land van Ravenstein), tevens als lasthebber van zijn moeder Elisabeth Becker, en als voogd kinderen van Floris van IJselstein, en voor zijn zuster Maria, contra Johan van Hout, waard in De Horiaan in Den Haag, interveniërend voor Wouter van Riemsdijk, burgemeester van Grave, als koper van huis Het Goude Vlies aldaar: eigendom 1/5 voornoemd huis, 1613 [www.archieven.nl]
"
inzake eigendom van huis het Gouden Vlies in de Borgstraat te Grave (uitgang poort in de Kerckstraat) op 7 mei 1582 door jr Frederick van Ysselsteyn en jr Maximiliaen van Ysselsteyn, mombers van de kinderen van +jr Hans van Ysselsteyn bij Agnes van Galen, nl. Christoffel en Henrick van Ysselsteyn getransporteerd aan Jan van Holt * Claesken" [RANB, archiefnr. 19, Haagse Raad v.Brabant, procesdossiers civiel, 788, nr. 294]

NOOT (2): Bovenstaand nummer betreft een procesdossier. Blijkens de inventaris Raad van Brabant, deel 5, indices civiele vonnissen, wordt Floris ook genoemd in inv.nr 818 (1609-1634), de vonnissen nr 2206 (samen met Maximiliaan) en nr 2318 (samen met Maria en Maximiliaan). [info v. H. Plankeel]

NOOT (3): Bronkhorstergoed, Velp, 1513 (2), 1532. Toegang: typeschrift. Nummer toegang: 7101, 3 charters. [aanwezig vlgs. online  inventaris (brabantarchieven.nl): Streekarchief Grave, particuliere archieven en collecties; vlgs. Taxandria 1899, pag. 149 was dit goed echter in 1537 nog niet in handen van een Van IJsselsteyn]

 

 

IV Floris van IJsselstein (...-±1602)

Overl. verm. 1602, tr. Angela Dachverlies, dr. van Joris en Ida van Berckel. 
Op 25 juni 1587 doet hij hulde voor het leengoed te Lijnden als opvolger van zijn overleden vader Willem.
In 1594 wordt Floris genoemd samen met zijn zwagers Hendrick en Albert Dachverlies (verm. erfdeling). Floris van Ysselsteyn komt voor in een akte van 6-2-1597 i.z. de nalatenschap van Cornelis Albrechts van Berkel [Ra Den Bosch 1423 f 142v/143]. Angela Dachverlies wordt op 16.1.1609 als weduwe van Floris genoemd en op 8.8.1611 gaan Henrick, Aelbrecht en Angela Dachverlies een erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders (Dachverlies): te Veghel en Erp; renten en chijnsen
Kinderen:

  1. Willem, volg V; deze zoon wordt niet genoemd door Sasse van Ysselt [Sasse van Ysselt, "Voorname Huizen ..."], maar blijkt uit een testament van zijn dochter Johanna Willemina d.d. 17.4.1685 te 's-Hertogenbosch; 
  2. Christoffel Floris (ook wel: Floris Christoffel), in 1617 nog minderjarig, vertrekt naar Pruissen en in 1635 Obristwachtmeister Isselstein in Solingen (stamvader van een nog bestaande Duitse tak)
  3. Maria, tr. mr. Lambert Johannis?, procureur in Brussel
  4. Margaretha; zij maakt op 26.6.1631 (een niet teruggevonden) testament op voor notaris Pauwels vande Graeff in Thiel

[NB: http://sre.mindbus.nl/sre/ geeft akte te Oirschot d.d. 4.5.1659 waarin ene juffrouw Isselsteijn wordt genoemd, wonend te Brussel]

 

V    Willem van IJsselstein

Op 10.1.1603 vlgs. het leenboek van het leenhof te Cuijk beleend met het leengoed te Lienden (kennelijk is zijn vader Floris in 1602 overleden); de leeneed wordt afgelegd door zijn voogd Maximiliaan van IJsselstein, aangezien hij nog minderjarig is. Het goed gaat echter al op 10.4.1603 over op Maurits van Ysselsteyn, soen van wylen Christoffel van Ysselsteyn, waarbij ook voor hem een voogd optreedt namelijk Adolff van Alendorff. Frappant is, dat bij beiden inschrijvingen in het leenregister de inschrijving het gevolg is van het overlijden van hun beider grootvader Willem. 

 

 

VI    Johanna Willemina van Ysselsteyn (±1615-±1686) 

Vermoedelijk geboren te 's-Hertogenbosch ca. 1615, o.tr. Maastricht/'s-Hertogenbosch 14.12/18.12.1636 Jan Borchgraeff, vaandrig in de compagie van kapitein Henrich Holst in het regiment van de kolonel Erhart van Erentreijter (...1635, 1636 ...). Ten tijde van het huwelijk woont Johanna in de Hinthamerstraat in 's-Hertogenbosch. In 1685 maakt ze een testament op. Kinderen:

  1. Franciscus (Franchois), ged. Heusden 5.10.1638, overl. vóór 17.4.1685
  2. Margriet, ged. Heusden 21.2.1640, overl. vóór17.4.1685
  3. Johan, ged. Heusden 21.7.1641, heeft een huis te Bommel, overl. vóór 16.2.1712
  4. Henrick Frederics, ged. Heusden 11.1.1643, overl. vóór 17.4.1685
  5. Margriet, ged. Breda 2.11.1644, overl. vóór 17.4.1685
  6. Helena, ged. Breda 28.9.1645, overl. Egmond 1717, o.tr. 's-Hertogenbosch 13.1.1674 Reynholt Roth
  7. Aldegonda, ged. Breda 1.1.1648, overl. tussen 18.8.1682 en 17.4.1685, tr. Johan Kempher

 


gvdewit.gif (7938 bytes)

laatste wijziging van deze pagina: 14 december 2003