Verzoek
om officieren ten dienste |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Algemeen Rijksarchief Den Haag, Simon van
Leeuwen, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende
edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 3 (Den
Haag, 1683),
blz. 162-163, bibliotheeksignatuur H 21 D-3.
Vooraf staat aangegeven:
Alhier wert gehouden voor geinsereert de Resolutien van haer Hoogh Mog. op
't stuck van den Rangh van alle de hooge en mindere Militaire Officieren: In
dates den 23 Maert, 1 April, 1 Junij 1671, ende 13 April 1672 respective;
staende hier vooren onder den tweeden Tytel, van pag 73 tot 77.
Gerequireerde qualificatie der Officieren ten
dienste van den Lande aen te nemen.
Eerstelijk, dat alle Officieren in actuelen dienst van 't Landt zijnde, met de welcke sal werden gecapituleert, gehouden sullen zijn hare oude Charges die sy tegenwoordig bekleden, 't zy van Lieutenant-Collonels, Sergeanten-Major, Capiteynen, Ritmeesteren, Lieutenanten, Cornetten, of Vendrighs, absoluteijck ende sonder eenige reserve te verlaten, soo haer te maecken, effective ordre tot het werven van Krijghs-volck, en tot het bedienen van hare nieuwe Charge sullen hebben ontfangen, sonder dat syluyden, soo wanneer de nieuwe te wervene Troupes wederom souden mogen werden gecasseert, tot de voorsz hare oude en verlatene Charges, of oock tot eenige Pensioenen eenigh recht of prætensie sullen hebben of mogen maecken.
Wel-verstaende nochtans dat de gereformeerde Officieren, 't zy Ritmeesteren, Capiteynen, Lieutenanten of Vendrighs, tot laste van den Staet eenigh Tractement of Pensioen treckende, met de welcke als vooren soude mogen werden ghecapituleert, soo wanneer de selve naderhandt wederom souden mogen werden ghecasseert, hare voorige qualiteyt behouden, ende haer volle Tractement of Pensioen even als voor date van de ghemaeckte Capitulatie genieten en trecken sullen.
Dat mede de Lieutenanten, Cornetten of Vendrighs, met de welcke als vooren soude moghen werden gecontracteert, om by nieuwe lichtinge als Ritmeesteren of Capiteynen ghe-employeert te werden, daer door geensints sullen werden gehabiliteert; om, naermaels wederom ghelicentieert zijnde, uyt krachte van de selve bedieningen naer een oude Compagnie te Paerd of te Voet te mogen aspireren; sonder te konnen voldoen de requisiten in eenige voorgaende Resolutien vervat; maer dat de selve dien-onaenghesien, achtervolgende de voorsz Resolutien den Staet in qualiteyt als Officieren, den tijdt van Jaren daer inne ghe-expresseert, completelijck, en effectivelijck met de Wapenen sullen moeten hebben gedient, in welcken tijd de maenden of jaren van de voorsz hare nieuwe Charge mede sullen werden ghecompræhendeert, en gereeckent.
Dat voorts met niemandt om voor Collonel of Lieutenant-Collonel te dienen, ghecapituleert sal worden, ten zy de selve ten minsten in qualiteyt als Collonel, Lieutenant-Collonel of Sergeant-Major in Uytheemschen of Binnenlandtschen dienst sal hebben gelimiteert ende ge-employeert geweest zijn; ende met niemandt voor Sergeant-Major te dienen, als die voor henen de selve, of eminenter qualiteyt effectivielijck bekleedt heeft; of andersints ten minsten ses jaren als Ritmeester of Capiteyn effectivelijck gedient sal hebben; gelijck mede met niemandt om voor Ritmeester of Capiteyn te dienen, dan die voor heenen de qualiteyt van Ritmeester of Capiteyn bekleedt, of andersints ten minsten den tijdt van ses jaren als Lieutenant, Cornet of Vendrigh sal hebben gedient: Des dat oock die gene die vier jaren of daer boven in actuelen Oorlogh de voorsz Charges van Ritmeester, Capiteyn, Lieutenant, Cornet of Vendrigh sullen hebben bekleedt, tot Sergeanten-Majors-plaetsen, ende tot Compagnien te Voet ende te Paerd respective admissibel gehouden sullen werden.
Dat mede die gene die tot eenige der voorsz hoge Charges ge-eligeert gheweest zijnde, in tyden en wylen souden mogen worden gelicenteert, indien sy naderhandt wederom tot gemene Ritmeesteren of Capiteynen souden mogen werden ghe-eligeert, uyt den hoofde van de selve hooge Charges gene rang of eenige prærogativen of exemptien van dienst sullen konnen of moghen prætenderen; maer dienthalven in de voorsz qualiteyt van Ritmeesteren ende Capiteynen gheconsidereert moeten werden, even als of syluyden de voorsz hooge Charges noyt hadden bekleedt.
© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net