Resolutie betreffende de verwantschap van
Joodse inwoners die willen trouwen 1712
(Holland)
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


 

Algemeen Rijksarchief Den Haag, Jacobus Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 5 (Den Haag, 1725),
blz. 682-683, bibliotheeksignatuur H 21 D-5.

 

 

 

Resolutie, noopende de huwelijcken by de Joodsche Natie, den 14. Mey 1712.

By resumptie gedelibereert zynde op het advis van de Heeren haar Edele Groot Mog. Gecommitteerden, hebbende in gevolge en tot voldoeninge van der selver Resolutie commissoriaal van den negentienden Februarii laatstleeden, geėxamineert het advis van de eerste en andere Raden van den Hove, als meede het advis van de Professores Theologię van haar Edele Groot Mog. Universiteyt tot Leyden, geformeert in gevolge van haar Edele Groot Mog. Appoinctement van den twintighsten Mey des voorleeden jaars seeventien hondert elf, op de Requeste van die van de Joodsche Natie, onder protexie van haar Edele Groot Mog., woonende in deese Provincie, met de Bylage daar annex, versoeckende, om reedenen in de voorschreve Requeste gemeldt, dat haar Edele Groot Mog., de Supplianten en haare Nazaten, die in de Provincie van Holland ende West-Vrieslandt sullen blyven, en verders koomen te woonen, geliefden toe te laten dat sy Supplianten onder anderen in het toekomende in soodanige graden, als by de Mosaische Wetten niet verbooden waaren, onverhindert souden moogen trouwen, als namentlijck, Oomen met haare Nichten, of Broeders en Susters Dochters; item, een Man by het overlyden van sijn Vrouw, met sijn voorleeden Huysvrouwen Suster, noch met sijne Broeders Weduwe, wanneer des selfs Broeder by de selve geen Kinderen verweckt heeft, en haar tot soo verre van de politique Ordonnantie dispensatie te verleenen, sonder dat echter de selve meer als eene Vrouwe te gelijk soude mogen trouwen, ende te gelijck de Huwelijcken onder de Jooden hier in deese Provincie, in de selve graden bevonden aangegaan, de Kinderen daar uyt gebooren, ende de successen van de Goederen op de selve, voor wettigh te verklaren, en daar van aan de respective Regenten van de voorschreeve Natie te geeven soodanige Resolutie, als haar Edele Groot Mog. souden goedtvinden te behooren, onder de Notulen van den sevenden deeser loopende maandt breder gementioneert, hebben haar Ed. Groot Mog. uyt krachte van haar souveraine macht goedtgevonden en verstaan, dat by wegen van dispensatie sal werden verklaart, soo als verklaart werdt by desen, dat soodanige Huwelijcken en Sponsalia, in de voorschreve Requeste gespecificeert, die reedts by die van de voorschreve Joodtsche Natien souden moogen weesen gecontracteert tegens de politique Ordonnantie van den jaare vyftien hondert tachtigh, dochvolgens haar gevoelen niet strydig zyn tegens de Mosaische Wet, om die successie, en het gaan van Erfenissen, onder die Natien niet te turbeeren, en voor te koomen de diffentien, die daar uyt zouden konnen ontstaan, gehouden sullen werden, als of die wettigh waaren aangegaan ende gecontracteert; des dat die van de voorschreeve Natien gehouden sullen zijn, soodanige gecontracteerde Sponsalia ende Huwelijcken, die noch niet mochten weesen gedissolveert, voor soo veel sulcks niet mochte zyn geschiedt, binnen den tydt van twee maanden, na dato van de voorschreven verklaringe, aan te geven aan de Magistraat van haarluyder respective Residentieplaatsen, mitsgaders oock haar trouwen aldaar, naar het gebruyck in de respective Steden en Plaatsen geobserveert, nader te confirmeeren.
Ende wat wyders in gevolge van haar Edele Groot Mog. salutaire Resolutie van den dertighsten September sestien honder ses en vyftigh, die geene van de meergemelde Joodtsche Natien, die hen van nu voortaan in het toekoomende ten Huwelijck sullen willen begeven, haar in alles na den inhoudt van de voorschreve politique Ordonnantie van den voorschreven jaare vyftien hondert tachtigh pręciselijck reguleeren.

 

© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net