Resolutie inzake het begrip politieke officieren in de resolutie tegen gemengde huwelijken (van 1739) 1751 (Generaliteitslanden)
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


 

Algemeen Rijksarchief Den Haag, Johannes Allart, 'Groot Placat boek, Inhoudende de placcaten ende Ordonnantien Van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 8 (Amsterdam, 1795), blz. 531-532, bibliotheeksignatuur H 21 E-1.

 

 

 

Resolutie van de Staaten Generaal, tot interpretatie der Reolutie van 11 Mey 1739, tegen de Huwelyken van Gereformeerde Politicque Officieren, met Roomschgezinde Vrouwen. Den 13. January 1751.

Is gehoord het rapport van de Heeren Vlaardingerwoud, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de zaacken van de Placaaten en Reglementen, hebbende, ingevolge en tot voldoeninge van derselver Resolutie Commissoriaal van den neegenden November laastleeden, met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineert de Requeste van de Clasis van Maastrigt en Landen van Overmaaze, houdende, dat niettegenstaande den Resolutie van den elfden Mey zeeventien honderd neegen en dertigh, waar by haar Hoogh Mogende de ongelycke Huwelycken van Gereformeerde Politicque Officieren met Roomsche Portuuren in het Ressort van de Generaliteyt uytdruckelyck gelieven te interdiceeren, op poene dat met 'er daad van haare Officien en politicque Ampten zouden vervallen weesen, noghtans gesustineert wierde, dat onder de Officieren niet begreepen waren andere Justicieren als Scheepenen en diergelycke, zoo verre, dat reeds een geval daar van onder haar exteerde, en te vreesen was, dat van meer anderen in tyd en wylen zoude konnen gevolght worden; versoeckende de Supplianten, by geleegenheyd van de salutaire Resolutie van haar Hoogh Mogende van den derden Juny laatstleeden, en daar neevens gevoeght Placaat op dat subject geëmaneert, dat haar Hoogh Mogende derzelver voorschreeve Resolutie van den elfden Mey zeeventien honderd neegen en dertigh nader gelieven te interpreteeren, en te verklaaren, of onder de generaale benaaminge van Officieren oock alle andere Politicque Beamptenaaren, als Scheepenen en diergelycke begreepen zyn, zoo als het de Supplianten begrypen, dan of die daar van geëximeert zyn, op dat de Supplianen moogen weeten, waar nazigh in het vervolg, by het voorkoomen van diergelycke gevallen te gedraagen.
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verstaan, mits deesen te verklaaren, dat onder de benaamingh van Politicque Officieren, zoo als deselve voorkomt in haar Hoog Mogende voorschreeve Resolutie van den elfden Mey zeeventien honderd neegen en dertigh, begreepen zyn alle Officiers en Justiciers, en generalyck alle Beampten in het Ressort van de Generaliteyt, het zy dat deselve tot de Policie, het zy dat zy tot de Justitie of Finantie behooren, en dat dienvolgende gemelde haar Hoog Mogende Resolutie met opsight tot alle deselve moet stand grypen.
En zal Extract van deese haar Hoogh Mogende Resolutie gesonden werden aan den Raad van Staate, om te strecken tot derzelver narightinge.

 

© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net