Resolutie
inzake dispensatie bij proclamaties van het huwelijk van zieken en
zeevarenden 1702
(Holland) |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Algemeen Rijksarchief Den Haag, Jacobus
Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende
edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 5 (Den
Haag, 1725),
blz. 678-679, bibliotheeksignatuur H 21 D-5.
Resolutie, Burgemeesters geauthoriseert, om
zeevaarende Luyden als meede swaare Siecken te verleenen dispensatie van den
interval van tydt tot het gaan van haar huwelijcks Proclamatien, mits alvoorens
een Proclamatie sal werden gedaan, den 19. Julii 1702.
De Heeren Gedeputeerden der Stadt Amsterdam hebben uyt den naame en van weegen de Heeren hare Principalen ter Vergaaderinge voorgedragen, dat haar Edele Groot Mog. by der selver Resolutie van den ses en twintighsten November sestien hondert aght en seeventigh hadden gelieven te authoriseeren den Præsident ende Raden van den Hoove, ten opsichte van de Edelen ende Suppoosten van den selven Hoove, mitsgaders van de Opgezeetenen ten platten Lande, ende de Heeren Burgemeesteren ende Regeerder van de respective Steden ten opsichte van de Ingezetenen van de selve Steden, om in absentie van haar Edele Groot Mog. uyt reedenen daar toe dienende te moogen dispenseeren van den interval van tydt tot het gaan van huwelijcks Proclamatien by de Politique Ordonnantie gepræscribeert, mits dat alvoorens ten minsten eene Proclamatie soude moeten worden gedaan; dat de voorschreeve authorisatie oock seedert met vrucht was gepractiseert, doch dat het seer dienstigh soude zijn, dat de selve authorisatie soude werden geëxtendeert, voor al met relatie tot die zeevarende Luyden, oock tot dat geval, als haar Edele Groot Mog. vergadert souden weesen, te meer om dat haar Edele Groot Mog. (vermits de meenighte der voorvallende saaken) seer dickwils en al langh achter een by den anderen waren, en dat nochtans de schielijckheyt van het vertreck der zeevarende Luyden, nochte der selver seer geringe middelen, ordinaris niet en permitteerden, dat de selve Luyden hunne versoecken van dispensatie der huwelijcks Gebooden aan haar Edele Groot Mog. selfs souden doen; waarom sy Heeren Gedeputeerden in den naam als booven versochten, dat haar Edele Groot Mog., tot verlichtinge der zeevarenden Luyden, ende ten eynde de selve prompter souden konnen werden geholpen, de goetheyt geliefden te hebben van de authorisatie, by de voorschreeve Resolutie van den jare sestien hondert aght en seeventigh op de Heeren Burgemeesteren ende Regeerders van de respective Steden verleent, in cas van absentie van haar Edele Groot Mog. te extendeeren ten opsichte van de zeevarende Luyden, oock tot het geval als haar Edele Groot Mog. vergadert sullen zijn: Waar op gedelibereert zijnde, dat het meede dienstigh soude weesen, dat de Heeren Burgemeesteren ende Regeerders van de respective Steeden gedurende de Vergaderinge van haar Edele Groot Mog. diergelijcke dispensatien als voorschreeve souden vermoogen te verleenen aan die geene, dewelcke gesint zijnde haar in den huwelijcken staat te begeven, door swaare sieckten als anders overvallen souden werden; is goetgevonden ende verstaan, dat de gemelde Heeren Burgemeesteren ende Regeerders van de respective Steeden sullen zijn geauthoriseert, gelijck de selve geauthoriseert werden by deesen, om uyt reedenen daar toe dienende, soo wel wanneer haar Edele Groot Mog. vergadert zijn, als by der selver absentie, aan de zeevarende Luyden, mitsgaders die door swaare sieckten overvallen werden, te mogen verleenen dispensatie van den interval van tydt tot het gaan der huwelijcks Proclamatien andersints vereyscht, mits dat alvoorens ten minsten een Proclamatie sal moeten werden gedaan.
© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net