Reglement voor voorlezers, koster
en schoolmeesters 1709
(Generaliteitslanden)
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


 

Algemeen Rijksarchief Den Haag, Jacobus Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 5 (Den Haag, 1725),
blz. 615-616, bibliotheeksignatuur H 21 D-5.

 

 

 

Reglement voor Voorleesers, Kosters en Schoolmeesters onder de Generaliteyt, den 20 Julii 1709.

Is gehoordt raport van den Heere van Wassenaar en Secretaris van Slingelandt, hebbende, in gevolge van haar Edele Mog. Resolutie van den aghtienden Augustus des voorleden jaars overleght wat ordre behoordt gesteldt te worden op het stuck der Schoolmeesters, Kosters en Voorleesers ten platten Lande in het District van de Generaliteyt, tot beeter onderwys van de Jeught, en dienst der Kercken.
Waar op gedelibereert zijnde, is goedtgevonden en verstaan, te arresteeren, gelijck gearresteert wordt by deesen, de Ordre en Reglement, geinfereert aan het eynde deeses, sullende de selve gedruckt, en aan alle de Classen, mitsgaders aan de Predikanten en Schoolmeesters ten platten Lande, in het District van de Generaliteyt gesonden worden.

Reglement en Ordre, welcke voortaan sal gevolght worden, in het aanstellen van Voorleesers, Kosters en Schoolmeesters ten platten Lande  in het District van de Generaliteyt.

I.
Niemandt sal mogen aangesteldt worden tot Voorleeser, Koster, of Schoolmeester, sonder bereyckt te hebben den vollen ouderdom van vijf en twintigh jaaren, en getreeden te zijn in het ses en twintighste, ende daar van te doen blijcken voor de aanstellingh by Extract uyt het Doopregister.

II.
Gelijck meede niemandt sal moogen daar toe aangestelt worden, sonder te doen openbaare belydenisse van de waare Gereformeerde Religie, en ten minsten een jaar voor sijn aanstellingh geweest te zijn Lidtmaat van de Kerk, doende daar van blijcken met behoorlijcke Attestatie.

III.
Insgelijck sal niemandt moogen daar toe aangesteldt worden, sonder vooraf te produceeren een Attestatie van den Predikant, of Predikanten, ende van de Kerckenraadt van de Plaats, alwaar hy woondt en Lidtmaat is, inhoudende dat hy niet alleen genoeghsaam kan leesen, singen, schryven, en cyfferen, om de voorschreeve Ampten te bedienen met nut en stightingh; maar insonderheyt meede, dat hy van een goedt en Christelijck leeven, ende soo ver in de gronden van de Religie geoeffent is, dat hy de Jeught daar in kan onderwysen.

IV.
De voorleesers, Kosters en Schoolmeesters, geene van haar uytgesondert, sullen moeten haar Ampt waarneemen in Persoon en in de waarneemingh van dien volgen het School-Reglement, op poene van cassatie. En op dat dit Articul te seeckerder geobserveert, en in alle overtreedinge van dien te beter geweert magh worden, wordt niet alleen gelast aan de respective Classen naauwkeurigh daar op te letten, en haar Edele Mog. te informeeren, soo wanneer se bevinden dat een Voorleeeser, Koster of Schoolmeester, sijn Ampt niet behoorlijck in Persoon warneemt, in conformiteyt van het Schoolreglement, maar wordt boven dien wel expresselijck gelast, aan de respective Rentmeesters en Ontfangers, op welcken Comptoiren de tractementen der Voorleesers, Kosters ende Schoolmeesters betaalt worden, de selve in te houden, ten zy dat se ten minsten eens 's jaars overleeveren een Attestatie van het Classis, dienende tot bewys dat sy dit Articul nakoomen, welcke Attestatien de gemelde Ontfangers en Rentmeesters sullen voegen by haar Reekeningen, op poene dat de betaalde tractementen daar in geroyeert sullen worden, waarop de Generaliteyts Reekenkamer versoght wordt nauw reguarde te neemen.

V.
Edoch, dewyl onder de Voorleesers, Kosters en Schoolmeesters, hier bevoorend aangesteldt, eenige souden mogen weesen welcke niet allesints hebben de vereyschte bequaamheyt om haar Ampten conform dit Reglement waar te neemen, sal aan de selve, en aan geen anderen, by particulieren Acten van desen Raadt toegestaan worden haar leeven langh geduyrende, en sonder dat dit sal mogen getrocken werden in consequentie, haar Ampten te laaten bedienen te haaren kosten door Substituten, gequalificeert in alle opsichten conform dit Reglement, midts exhibeerende aan haar Edele Mog. tot het obtineeren der voorschreeve Acten Attestatien van de respective Classen onder welcke de Plaatsen, of Dorpen, alwaar sy Voorleesers en Kosters zijn, gehooren, dat de selve by examinatie bevonden hebben dat sy by gebreck van de vereyschte bequaamheyt, en uyt geen andere redenen of insichten, behooren geëxcaseert te worden van haar Ampten in Persoon te bedienen, en dat de Substituten, by haar aangesteldt, in alle opsichten gequalificeert zijn conform dit Reglement.

 

© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net