Reglement op het houden van ganzen
in den Lande van Cuyk (1773)

-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


Oorspronkelijke bron: Streekarchief Brabant-Noordoost (Grave), Dorpsarchief Beugen, inv.nr. 250.
Afschrift van E.J.H. Loeffen, Arnhem.

 

 

 

1.

Dat ieder Ingezetene van den Lande van Cuyk bij zich  in huis, wooning, stalling of diergelijk getimmer zal mogen laten overwinteren zeker hierna bepaald getal van gansen en genten, te weten:

Een boer, die twee of meer paarden tot zijne bouwerij noodig heeft twaalf zoo gansen als genten.
Een boer, die zijne bouwerij met een paard kan waarnemen tien zoo gansen als genten.
Een keuter acht zoo gansen als genten.

2.

Dat de gansen en genten, die van het voors.: gepermitteerd getal worden uitgebroeit [!] over zomer mogen gehouden en ook op de Gemeentens geweid worden, doch voor den laatsten December in ieder jaar moeten worden geslacht of weg gedaan, zoo dat ieder grooten boer, minderen boer en keuter, onder wat protest het ook zoude mogen wezen, op den laatsten December in ieder jaar niet meer zal mogen hebben als het hiervoor bij ieder classe bepaald getal zoo van gansen als genten op verbeurte van een Ducaton voor ieder over gehouden gans of gent, die meer als het hiervoor bepaald getal bij ieder grooten boer, minderen boer of keuter op den laatsten December van ieder jaar en vervolgens het geheele volgende jaar door gevonden word.

3.

Dat niemand eens anders gansen of genten zal mogen opstallen op poene van een Ducaton voor ieder gans of gent.

4.

Dat inval bedenkelijkheid mogte vallen tot welke der voors.: gestelde drie klassen een ieder gehoord, de kwestiën daarover vallende door ons en onze successeurs in der tijd met assumptie van de regenten van zoodanige dorpen daar zulks mogte voorvallen, de Plano zullen worden gedecideerd.
En ten einde niemand hiervan eenige ignorantie kome te preetendeeren, maar een ieder weten mag waarna zich in dezen te gedragen zal copie dezes in de resp. dorpen 's Lands van Cuyk worden gepubliceerd en geaffigeerd.

Aldus gedaan en gearresteerd te Cuyk den 4. October 1700 drie en zeventig; ter waren oorkonde hebben wij dezen ondertekend en door den Landschrijver 's Lands van Cuyk laten contrasigneren.

 

Was geteekend: M.C. Pasques de Chavonnes - G. Torsink - Joh. van der Plaat
Onderstond / Mij Present en was geteekend: v. Hoijtema, Lands.

 

 

© 2003 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net