Reglement
op het houden van ganzen |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Oorspronkelijke bron: Streekarchief Brabant-Noordoost
(Grave), Dorpsarchief Beugen, inv.nr. 250.
Afschrift van E.J.H. Loeffen, Arnhem.
1
Dat ieder Ingezetene van den Lande van Cuyk bij zich in huis, wooning, stalling of diergelijk getimmer zal mogen laten overwinteren zeker hierna bepaald getal van gansen en genten, te weten:
Een boer, die twee of meer paarden tot zijne bouwerij noodig heeft twaalf zoo gansen als genten.
Een boer, die zijne bouwerij met een paard kan waarnemen tien zoo gansen als genten.
Een keuter acht zoo gansen als genten.
2.
Dat
de gansen en genten, die van het voors.: gepermitteerd getal worden uitgebroeit
[!] over zomer mogen gehouden
3.
Dat
niemand eens anders gansen of genten zal mogen opstallen op poene van een
Ducaton voor ieder gans of gent.
4.
Dat
inval bedenkelijkheid mogte vallen tot welke der voors.: gestelde drie klassen
een ieder gehoord, de kwestiën daarover vallende door ons en onze successeurs
in der tijd met assumptie van de regenten van zoodanige dorpen daar zulks mogte
voorvallen, de Plano zullen worden gedecideerd.
En ten einde niemand hiervan eenige ignorantie kome te preetendeeren, maar een
ieder weten mag waarna zich in dezen te gedragen zal copie dezes in de resp.
dorpen 's Lands van Cuyk worden gepubliceerd en geaffigeerd.
Aldus gedaan en gearresteerd te Cuyk den 4. October 1700 drie en zeventig; ter waren oorkonde hebben wij dezen ondertekend en door den Landschrijver 's Lands van Cuyk laten contrasigneren.
Was
geteekend: M.C. Pasques de Chavonnes - G. Torsink - Joh. van der Plaat
Onderstond / Mij Present en was geteekend: v. Hoijtema, Lands.
© 2003 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net