Publicatie
inzake Mee, Aardappelen, Aardpeeren, Aardnooten, Koolen, Tabak, Hop, Ajuyn en diergelijke,
voortaan onder het tiendrecht vallend 1755 |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
J. van de Graft, Geschiedenis der wetgeving op de tienden hier te lande, inzonderheid in Holland en Zeeland (Leiden 1856), pag. 90
Publicatie van de Staaten-Generaal, waarbij de Mee, Aardappelen, Aardpeeren , Aardnooten, Koolen , Tabak, Hop, Ajuyn en diergelijke, in de districten van Hulst, Hulster Ambacht en Baronie van St. Jansteen, onder het Tiendregt worden gebragt. Den 6 Januarij 1755.
De Staaten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen dengeenen die deese zullen hooren, zien of leezen, salut; Doen te weeten: Alzoo wij geinformeert zijn, dat zeedert eenigen tijd herwaarts het planten van Mee, Aard appelen, Koolen enz. in de districten van Hulst, Hulster Ambacht en Baronie van St. Jansteen, meer dan te vooren word gedaan, en dat daartoe werden gebruikt de Landen waarop bevoorens Graanen en andere Gewassen, het Tiendregt subject, wierden besaaid, waardoor de Eigenaars der Tienden van hunne geregtigheeden en inkomsten worden ontzet; zoo hebben wij, om daar teegen te voorsien, goed gevonden te statueeren en te ordonneeren, gelijk wij statueeren en ordonneeren bij deese, dat voortaan in de voorz. Districten te beginnen met den jaare 1755, de Mee, Aardappelen, Aardpeeren, Aardnooten, Koolen, Tabacq, Hop, Ajuyn en diergelijke als nog aldaar onbekende of onbeteelde vrugten en Gewassen, niet in den schoof of band geleevert, en buiten de betuynde Hoven geplant wordende, onder het Tiendregt zullen worden gebragt, en aan die het regt van tienden hebben gegeven en toegestaan, gelijk wij hun geeven en toestaan bij deese, om met het voorsz. jaar 1755 en vervolgens desweegens bij redemtie te moogen vorderen vijf schellingen Vlaamsch per gemet, meer en minder quantiteit van roeden na advenant, met dien verstande nogtans, dat daarvan vrij zullen zijn en blijven alle zoodanige eetbare vrugten als door geringe of behoeftige Ingezetenen zullen komen worden aangetoont, alleen tot haarlieder consumptie, dog geenszints tot commercie of koopmanschap te zijn geplant.
En opdat een ieder hiervan enz.
- transcript van Hein Vera -
© 2006 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net