Plakkaat
tegen het mengen van |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Algemeen Rijksarchief Den Haag, Jacobus
Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende
edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 5 (Den
Haag, 1725),
blz. 1051, bibliotheeksignatuur H 21 D-5.
Renovatie Placaat, tegens het mengen van
Semelen onder Broodt, den 21 Julii 1702.
De Staten van Holland ende West-Vrieslandt, allen den geenen
die deesen sullen sien ofte hooren leesen, salut, doen te weeten: Dat Wy tot Ons
leetwesen in ervaringe koomen, dat eenige onbehoorlijcke baatsoeckende Backers
haar niet ontsien, tot merckelijcke præjuditie van het gemeene Landt, in het
reguarde van den impost op het Gemaal, uytgebuylde Semelen, ende in het Water
geweeckte en saght gemaackte Rogge, onder het Meel te vermengen, en haar
vervolgens geneeren met het backen van Broodt van het selve. Soo Ist: Dat Wy
daar inne willende voorsien, goetgevonden hebben wel expresselijck te
interdiceeren en verbieden by deesen alle Backers, haar kneghts, ende allen
andereen die het souden moogen weesen, haar te vervorderen enige Semelen, ofte
ongemaalen Rogge onder het Broodt te vermengen, of doen vermengen, het selve
alsoo gemenght zijnde te backen, of doen backen: voorts te ordonneren, dat de
selve Backers gehouden sullen zijn de uytgebuylde Semelen t'allen tyden, als sy
daar toe sullen werden aangemaant, aan de Pachters van het Gemaal te laaten
volgen en over te leeveren, (...) dat de selve Pachters neven de leverantie aan
de voorschreeve Backers sullen moeten betaalen soo veel, als by Burgermeesteren
ende Regeerders van de Steeden, na verhoor van de Overluyden van de
Backers-Gilden, ende den Pachter sal werden vastgestelt: Noch alle de
Moolenaars, haare Kneghts, of yemandt ander wie het soude moogen weesen, dat sy
haar sullen hebben te onderhouden van eenige Semelen te brengen, of doen brengen
in eenige Backers Huysen, ende de Backers, en hare Kneghts, van de voorschreeve
Semelen in hare Huysen te ontfangen, ofte te laaten ontfangen, alles ende yeder
poinct van het gene voorschreeve is, op poene, ten reguarde van de voorschreeve
Backers, van vyf hondert guldens voor de eerste reyse te verbeuren, ende die
somme niet konnende werden betaalt, op poene van bannissement voor den tydt van
drie jaaren, ende voor de tweede reyse op een boete van duysent guldens, ende
niet konnende betalen, dat de selve den Lande ten eeuwigen dage sullen werden
uytgebannen, ende ten reguarde van de voorschreeve Moolenaarts, haare Kneghts,
mitsgaders de Knechts van de Backers en andere, op de verbeurte van twee hondert
guldens, en niet konnende betalen, op poene van arbitrale correctie.
Dat voorts, ten eynde het voorschreeve quaadt te beter geprevenieert ende
voorgekomen mooge werden, de Pachters van den voorschreeven Impost op het
Gemaal, soo die nu zijn, als namaals sullen weesen, geauthoriseert sullen
werden, soo als deselve geauthoriseert werden midts deesen, om tot allen tyden,
wanneer de selve sulcks noodigh sullen oordeelen, voornamentlijck wanneer sy
sullen vermeynen dat de Backers met het vermengen van haare Semelen of Rogge
sullen besigh weesen, naar voorgaande consent van Burgemeesteren en Regeerders
van de Steeden, mitsgaders van de Officiers ten platten Lande, in de Huysen van
de Backers te moogen visiteeren en ondersoeck doen, ofte jegen het geene
voorschreeve is, niet sal weesen of werden gepecceert, en dat, of door haar
selven, of door Toesienders by haar daar toe aan te stellen, en by
Burgemeesteren en Regeerders van de Steeden te beëdigen. Ende op dat niemandt
hier van ignorantie soude konnen pretendeeren, soo begeeren Wy, dat deesen
alomme verkondight ende geaffigeert sal werden daar het behoort, en te
geschieden gebruyckelijck is. Gedaan in den Hage den een en twintighsten Julii
seeventien hondert twee.
Onder stondt, Ter ordonnantie van de Staaten. Ende was geteeckent, Simon van Beaumont.
© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net