Plakkaat betreffende de vrijheid van slaven vanuit de koloniën naar hier te lande overgebracht 1776
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 

Deze bewerking werd ter beschikking gesteld door Jeroen-Martijn Hangoor.

 

 

Zeeuws Archief Middelburg, mr. Joannes van der Linden, 'Groot Placaatboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende edicten van de Hoogh Mogende Heeren Staten Generaal der vereenighde Nederlanden: ende van de Ed. Mog. Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt; mitsgaders van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeelandt (...)', negende deel (Amsterdam 1796), fol. 526, bibliotheek: 107 K3

 

Placaat van de Staaten Generaal, omtrent de Vrijheid der Neger- en andere Slaaven, welke uit de Colonien van den Staat naar dese Landen overgebragt of overgesonden worden. Den 23 Mey 1776.

 

De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen den geenen die deesen zullen zien of hooren leesen, salut; doen te weeten: Dat hoe zeer het volgens de zeedelyke gesteldheid deeser Landen, eene ontwijffelbaare waarheid is, dat in deselve Landen het onderscheid tusschen VRYE en ONVRYE Persoonen al zeedert verscheide Eeuwen heeft opgehouden, en de Slavernye gecesseert is, zoodanig, dat alle Menschen hier te Lande voor VRYE Luiden erkent en gehouden worden, de voorsz. waarheid egter niet in allen opsigten toepasselyk gemaakt kan worden op de Neeger- en andere Slaaven, welke uit de Colonien van den Staat na deese Landen overgebragt of overgesonden worden, met dat effect, dat deselve, alleen door hunne gepermitteerde overkomste hier te Lande, hunne vryheid daadelyk zouden hebben verkreegen, en dus nooit tegens hun wil weederom na de gemelde Colonien te rug gesonden zouden moogen worden, of dat, wanneer zy in de gemelde Colonien weederom te rug gekoomen waaren, de regetn, die hunne Eigenaars op deselve gehad hebben, nooit zouden kunnen revivisceeren, dewyl de Eigenaars van zoodanige Slaaven dan veeltyds tegens hun wil en dank ontset zouden worden van hunne Goederen, die hun wettiglyk toebehoorden, het geen veel sterker tegens de aangeboore en dadelyke vryheid van de ingeseetenen deeser Republicq zoude aanlopen, dan dat de regte denbbeelden der Vaderlandsche Vryheid, door de applicatie van het hier vorogemelde principe op de voorsz. Slaaven nader bevestigd zouden worden, en nademaal de denkbeelden van den staat en omstandigheeden der voorsz. Slaaven van tyd tot tyd gevacilleert hebben, en dat daar omtrent tot nu toe geen vaste bepaaling is gemaakt.

Zoo is 't, dat wy, tot wegneeming van alle dubieteiten, die daar omtrent zouden kunnen ontstaan, goedgevonden hebben te statueeren, gelyk wy statueeren by deesen.
Eerstelyk, dat alle Slaaven, welke met hunne Meesters uit de Colonien van den Staat herwaards overgebragt of op derselver order herwaards gekoomen zyn, en hunne vryheid op eene wettige wyse van deselve verkreegen hebben, zoo lang zy hier te Lande blyven, als VRYE Luiden zullen worden aangemerkt, en wel met zoodanig effect, dat hunne Meesters alle de regten, die zy op de gemelde Slaaven gehad hebben, koomen te verliesen, en geen de minste betrekking op deselve blyven behouden.
Ten tweede, dat daarentegen alle Slaaven, welke buiten weeten en toestemming van hunne Meesters uit een der gemelde Colonien ontvlugt, en dus op eene clandestine wyse herwaards overgekoomen mogte zyn, als Slaaven zullen blyven aangemerkt, en ten allen tyden door hunne Eigenaars gereclameert, en na de gemelde Colonien te rug gesonden moogen worden, en dat voor zoo verre deselve daar toe onwillig zouden moogen zyn, de Eigenaars van zoodanige ontvlugte Slaaven of derselver Gecommitteerden de sterke hand van den Regter van de Plaats, daar deselve zig mogten ophouden, daar toe zullen moogen versoeken, die aan hun, mits betaalende de onkosten daar toe aangewend, niet geweigert zal moogen worden.
Ten derden, dat wanneer de Slaaven by het eerste Articul vermeld, weeerom met hunne vrye wil na de gemelde Colonien zouden willen retourneeren, zulks an hun zal weesen geoorlooft, dog dat zy, aldaar koomende, niet anders dan als Vrygelaatene Persoonen aangemerkt zullen worden, en dus onderworpen zyn aan alle zoodanige Ordres en Reglementen, welke door de Regeeringen aldaar ten opsigte van de Gemanumitteerden zyn gearresteert; en dat voor zoo verre de Eigenaars van gemelde Slaaven, by derselver vrylaating in de Colonien, versuimt mogten hebben aan de ordres, by de voorsz. Reglementen ten hunnen opsigte gerequireert, te voldoen, of wel niet eerder als hier te Lande te raade mogten zyn geworden, aan zoodanige Slaaven hunne vryheid te schenken, de gemelde Eigenaars als nog gehouden zullen zyn, de voorsz. ordres te observeeren, op poene van te zullen zyn versteeken van de avantages, welke uit de vrylaating der Slaaven, in gevolge de Reglementen dien aangaande geëmaneert, ten behoeve van hunne geweese Meester proflueeren.
Ten vierde, dat de Slaaven, welke door hunne Meesters hier te Lande alleen overgebragt of overgesonden worden tot verrigting van deese of geene zaaken, zonder aan deselve hunne vryheid geschonken te hebben, met intentie om gemelde Slaaven weederom ten eersten, na hunne gedaane verrigting hier te Lande, na de gemelde Colonien te rug te senden, geconsidereert zullen worden tot zoo verre en ten dien effecte in den eigendom van verre en ten dien effecte in den eigendom van hunne Meesters gebleeven te zyn, dat deselve onwillig zynde de reise derwaards weederom aan te neemen, daar toe, op het versoek en ten kosten van hunne Meester of derselver Gecommitteerden, door den Regter van de Plaats, daar zy zig zouden moogen bevinden, geconstringeert zullen worden.
Ten vijfden, dat de voorsz. te rug sending der gemelden overgekoomen, dog niet vrygelaaten Slaaven, zoo spoedig doenlyk, en uiterlyk binnen den tyd van zes maanden, te reekenen van den dag dat zy in de Republicq voet aan Land geset zullen hebben, werkstellig gemaakt zal moeten worden, ten waare de dienst van de Eigenaars een langer verblyf van gemelde Slaaven hier te Lande noodsaakelyk requireerdek, dog dat de gemelde Eigenaars of derselver Gecommitteerden in dat geval verpligt zullen zyn, om aan den Regter van de Plaats van hun verblyf of wooning permissie te versoeken, om de voorsz. Slaaven nog zoo veel langer hier te Lande te moogen laaten blyven, als door den Regter, na behoorlyk ondersoek van zaaken, noodsaakelyk zal worden; dog dat in alle gevalle het zelve verblyf neit derder zal moogen worden gecontinueert, als uiterlyk in volstrekte noodsaakelykheid, tot nog andere zes maanden; zullende de gemelde Slaaven, welke binnen den voorsz. tyd van zes maanden, of van verder geobtineerde prolongatie, respectivelyk niet te rug gesonden, of ten minsten aan Boord van de Scheepen, waar mede zy na de Colonien vervoert moeten worden, gebragt, maar hier te Lande gebleeven zullen zyn, voor VRYE Luiden gehouden, en als dan niet weederom tegen hun wil na de gemelde Colonien gesonden mogen worden.
Ten zesden, dat by aldien de voorschreeve overgekoomen, dog niet vrygelaaten slaaven, dewelke binnen den tyd, op het slot van het vyfde Articul gemeld, niet na de Colonien gesonden zyn, naderhand uit hunne vrye wil derwaards zouden willen retourneeren, zy als dan in gemelde Colonien niet anders dan als vrygelaaten Persoonen zullen worden geconsidereert, dog niet ten aansien van hunne voorige Eigenaars, maar ten aansien van zoodanig een Cassa als de Regeering der Colonie, waar in zy zig bevinden, daar toe het convenabelste zal orodeelen, tot welkers profyt vervolgens alleen zullen koomen de avantages, die uit de vrylaating van Slaaven, ingevolge de Reglementen dien aangaande geëmaneert, ten behoeven van hunne geweesene Meesters zouden kunnen proflueeren, voor zoo verre die daar op van applicatie zyn. 
En dat het zelve meede zal plaats hebben ten aansien van zoodanige vrygelaaten Slaaven (by het derde Articul vermeld) welkers Eigenaars geweigert zullen hebben te voldoen aan de ordres by de voorsz. Reglementen ten hunnen opsigten gerequireert.
Ten zeevende, dat niemand eenige Slaaven, welke aan gehypothequeerde Plantagien of Huisen geadfecteert, en daar door meede tot securiteit der Crediteuren verbonden zyn, uit de Colonien van den Staat zal moogen voeren, of doen voeren, dan na alvoorens by de Regeering aldaar suffisante cautie te hebben gesteld,d at door den uitvoer van zoodanige Slaaven geen praejuditie aan de gehypothequeerde Geldopschieters zal worden toegebragt, en daar van een schriftelyk Declaratoir van de gemelde Regeering verkreegen te hebben, alles op verbeurte niet alleen van duisend Caroli guldens, zoo ten latsten van den Eigenaar als van den Schipper, voor ieder van zoodanige Slaaven, die zonder voorsz. gestelde cautie en verkreegen Declaratoir uitgevoert zal zyn, maar ook op poene, dat zoodanige Slaaven hier te Lande gekoomen zynde, het zy derselver Eigenaars hunne vryheid geschonken mogten hebben, dan niet, op het versoek der Crediteuren weederom terstond na de Colonie, daar zy in voegen voorsz. uitgevoert zyn, te rug gesonden zullen worden, en aan de gehypothequeerde Plantagies of Huisen geadfecteert blyven, tot zoo lange derselver Eigenaars aan de ordres op het manumitteeren van zoodanige Slaaven gearresteert, voldaan zullen hebben.
En laatstelyk, ten agtsten, dat niet te min de Sententien of andere Dispositien, wekle voor het publiceeren van dit Placaat, ten aansien van den staat der Slaaven, contrarie aan den inhoud van het zelve mogten zyn geweesen, of genoomen, zullen zyn en blyven in haar volle kragt en waarde, zonder door dit Placaat vernietigt of eenigsints gederogeert te worden. En dat wyders de Eigenaars der Slaaven den eigendom derselve zullen blyven behouden, en de Slaaven daarentegen van hunne vryheid blijven jouisseeren, indien de eene en de andere daar van respectivelyk in de Colonien van den Staat, in eene geruste possessie zyn geweest, mits egter gesubjecteert blyvende aan de Reglementen op de manumissien aldaar gearresteert.

En op dat niemand hier van eenige ignorantie zouden moogen pretendeeren, ontbieden en versoeken wy de Heeren Staaten, Erffstadhouder, Gecommitteerde Raaden en Gedeputeerde Staaten van de respective Provincien, en alle anderen justiciëren en Officieren van deselve onse Landen, dat zy dit Placaat van stonden aan alomme doen verkondigen, uitroepen, publiceeren en affigeeren, ter plaatsen daar men gewoon is zoodanige publicatie en affixie te doen. En gelasten voorts den Representant van zyne Doorlugtige Hoogheid, en de Bewindhebbers van de geoctroyeerde Westindische Compagnie, de Directeuren van de Societeit van Surinamen, mitsgaders de Directeuren van de Berbice, om insgelyks dit ons Placaat in de Districten onder hun Octroy geleegen en in gemelde Colonien respective te doen verkondigen, uitroepen, publiceeren en affigeeren ter plaatsen daar men gewoon is zoodanige publicatien en affixien te doen.


Gegeeven in den Hage onder het Cachet van den Staat, de Paraphure van den Heere Praesideerende in onse Vergaderinge, en de Signature van onsen Griffier, op den 23 mey 1776.

(Was geparapheert,) WASSENAER, vt.


(Onderstond,) Ter Ordonnantie van de hooggemelde Heeren Staaten Generaal.

(Geteekent,) H. FAGEL.


Zynde op het spacium gedrukt het Cachet van haar Hoog Mog. op een rooden Ouwel overdekt met een papiere Ruite.