Plakkaat
omtrent klachten over de taxatie |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Algemeen Rijksarchief Den Haag, Isaac Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende
edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 7 (Den
Haag, 1770),
blz. 1215-1217, bibliotheeksignatuur H 21 D-7.
Placaat van de Staaten van Holland, omtrent voorgekoome klachten der Ingezeetenen over den taux in het provisioneel Middel, en op de termynen van betaaling te prolongeren. Den 29e July 1749.
De Staaten van Holland en Westvriesland, allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, salut: Doen te weeten, alzoo door Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, Onzen Erfstadhouder, aan Ons is voorgedraagen, dat aan Zyn Hoogheid was voorgekoomen dat in verscheide Steeden en Plaatsen onder de Ingezeetenen klachten en ongenoegen gereezen waaren over de gedaane tauxatie tot provisioneel replacement van de afgeschafte Pachten, voor zoo verre sommige vermeinden daar by te hoog, en tot meerder sommen te zyn aangeslaagen, als zy in de afgeschafte Pachten hadden moeten contribueeren, en voor zoo verre andere sustineerden, onvermoogende te zyn, om de somme, waar op zy gesteld waaren, te kunnen opbrengen; en daar by considereerende dat het niet onmoogelyk, ja zelfs niet buiten alle waarschynlykheid is, dat verscheide van die klachten, zoo van de eene als de andere zouden kunnen zyn gegrond, om dat doorgaans alle tauxatien, die op onderstellinge rusten, waar van men geen volkoomen zeekerheid heeft, en die boven dien door verscheide Persoonen gedaan worden, veeltyds dat gebrek in zich hebben, dat zy niet altoos even gelyk en tot een juiste preciesheid kunnen gebracht worden. Waar by noch komt, dat door de langheid van de tyd die verloopen is, eer het voorsz. provisioneel Middel zyn beslach heeft gekreegen, het achterweezen der Ingezeetenen zoo zeer is aangegroeyt, dat het natuurlyker wyze aan verscheide van de Minstvermoogende zeer moeyelyk, zoo niet onmoogelyk moet vallen, om de verschuldigde somme alsnu op de gestelde termynen te kunnn voldoen.
ZOO IS'T, dat Wy, op het geproponeerde, en conform het hoogwys advis van hoogstgedachte Zyne Hoogheid, geneegen zyn de minstvermoogende Ingezeetenen, zoo veel het de bekommerlyke toestand van 's Lands Finantien eenigzins lyden kan, te gemoet te koomen, doch van de Meervermoogende verwachten, dat dezelve een ruimer middel van bestaan hebbende, en alzoo in staat zynde, om in deeze bezwaarde toestand van 's Lands Finantie, de hooge nood van het Land te kunnen helpen onderschraagen, als goede Patriotten zich niet zullen willen beklaagen over een weinig meerder bezwaar van een tauxatie of quotisatie, die maar voor eens en zonder consequentie geheeven word, vooral wanneer zy daar by koomen te considereeren, dat het Middel van de personeele Quotisatie, het gunt zy in voorige tyden hebben gedraagen, over dit loopende jaar niet is geconsenteert, en niet geheeven zal worden, waarom dezelve tot geen beklach of doleantie over het bezwaar van haar tauxatie zullen worden toegelaaten: houdende voor Vermoogende alle Magistraaten en Regenten, mitsgaders derzelver Ministers, zoo in de Steden als ten platten Lande, en voorts alle Amptenaaren en Bedienden, welkers Ampten of Bedieningen in het Quohier van de Amptgelden, of in het Quohier van de tweehonderste penningen op de Ampten, eenigzins zyn vermeld of bekent staan, als meede die geene die in het Quohier van de personeele Quotisatie, zoo als het zelve laast in den jaare 1748 geheeven is geweest, boven de vyftien guldens jaarlyks aangeslaagen zyn geweest, van welk men mach presumeeren, dat zy alle genoegsaam Vermoogende zyn, om de voorsz. last voor eenmaal te kunnen draagen. Gelyk Wy ook voor Vermoogende houden alle Trafiquanten, die weegens haare Trafiquen en de Middelen daar toe benoodigt, getauxeert of gequotiseert zyn geworden, welke mitsdien tot geene doleantie zullen worden geadmitteert.
En vervolgens ten aanzien van de minder Vermoogende die onder de hier vooren genoemde niet zyn vermeld, hebben Wy, conform het hoogwys advis van hoogstgedachte Zyn Hoogheid, goedgevonden aan dezelve toe te staan, zoo als Wy aan dezelve toestaan by deeze, haar beklach en doleantie, ter zaake van haare hooge aanslach, te moogen brengen voor Commissarissen in de Steden ten platten Lande, door dewelke de tauxatie en quotisatie is gedaan en verricht, mits daar omtrent het navolgende in acht genoomen worde.
1
Dat niemand tot eenig beklach of doleantie zal moogen worden toegelaaten, ten zy
dat hy bereids zal hebben betaald twee derdedeelen van de somme, waar op
hy voor de eerste termyn of de agt maanden, ingegaan den Ie July
1748, en geëindigt den laasten February 1749, is getauxeert of gequotiseert, en
dat daar van blyke by een behoorlyke Quitantie van den Ontfanger of Gaarder, aan
wie de betaalinge over de voorsz. agt maanden is gedaan.
2
Dat om de voorsz. doleantie in goede ordre te doen geschieden, een iegelyk die
eenige doleantie zal willen voordraagen, zulks zal moeten doen by een
schriftelyke Memorie zonder Zeegel, vervattende specifiquelyk uit hoe veel
Hoofden zyn Huisgezin bestaat, wat train hy heeft, en wat zyn kostwinning is, en
voorts de reedenen van desselfs gesustineert bezwaar, met byvoeginge en expresse
na waarheid en in gemoede van het gunt de Doleant vermeint schuldig te zyn, na
proportie en in gelykheid van het geene hy bevoorens, als des gemeene Lands
Middelen by verpachting ingevordert zyn geweest, desweegens heeft betaald, of
heeft moeten betaalen.
3
Dat de voorsz. Memorien van doleantien binnen den tyd van een maand, en zulks
voor den Ie September aanstaande, zullen moeten worden overhandigt
worden aan de gemelde Commissarissen in de respective Steden en ten platten
Lande, die de voorsz. tauxatie of quotisatie hebben gedaan, welke ten dien einde
worden verzocht en gequalificeert, om de voorsz. Memorien van doleantien in
voegen voorsz. aan te neemen.
4
Dat de voorsz. Commissarissen, de voorsz. Memorien geëxamineert hebbende, daar
van zullen moeten formeeren behoorlyke Lysten, vervattende de reedenen van het
geallegueerde bezwaar der respective Doleanten, en van het beloop van het geen
een ieder Doleant in voegen voorsz. zal erkennen verschuldigt te zyn, met
derzelver consideratien en advis achter een ieder van dien kortelyk gesteld, en
dat de voorsz. Lysten, zoo ras moogelyk, en uiterlyk binnen twee maanden daar
na, en zulks voor den Ie November aanstaande, zullen moeten worden
gezonden aan Haar Ed. Groot Mog., om daar op te worden gedisponeert, zoo als
bevonden zal worden te behooren.
En dat, hangende de voorsz. deliberatien over de gemelde
doleantien, onderwylen de respective Doleanten zullen worden gehouden, om twee
derdedeelen van haar tauxatie of quotisatie over de tweede en respective
volgende termynen richtig te betaalen op de tyden en op de poene by Haar Ed.
Groot Mog. respective Publicatien, met goedvinden en advis van hoogstgedachte
Zyne Hoogheid bereids geëmaneert.
En dat, na de gedaane doleantien, en het voorsz. oordeel daar over zal zyn
afgegaan, het beloop van de verminderinge der tauxatien en quotisatien zal
worden afgeschreeven van den aanslach aan de respective Steden en Dorpen
gezonden, en daar van tot zoo verre aan dezelve verleent Acte van remisse.
En zoo veel betreft de gansch Onvermoogende, waar door Wy verstaan alle de geene
die van de publicque Aalmoesen worden gesusteneert of bedeelt, en waar van zal
moeten blyken by specificque Lysten door Diaconen, Armmeesteren, of andere
Uitdeelers van publicque liefdegaaven, hebben Wy, met communicatie en advis als
vooren, vastgesteld, zoo als vaststellen by deeze, dat, schoon dezelve bevoorens
altoos, na maate van haare consumtie in des gemeene Lands Middelen, schuldig zyn
geweest te draagen, en ook met 'er daad hebben gedraagen, en zich zoo zeer over
haare te hoog zynde tauxatie en quotisatie niet kunnen beklaagen, maar alleenlyk
voorgeeven, dat zy onvermoogende zyn om haare tauxatie en quotisatie te voldoen,
ter zaaken zy uit haar middelen van bestaan niets hebben bespaart, om van tyd
tot tyd een gedeelte van haare tauxatie en quotisatie aan het gemeene Land te
kunnen opbrengen, voor ditmaal, en zonder dat het zelve ooit in eenige
consequentie zal moogen worden getrokken, zullen worden vrygesteld van de
executie, waar aan zy volgens Haar Edele Groot Mog. voorsz. Placaaten en
Publicatien onderworpen zyn.
En dat zulks ook plaats zal hebben omtrent andere gantsch onvermoogende
Ingezeetenen, des dat aan de Commissarissen, die de Memorien van doleantie
zullen examineeren, na behooren van het voorsz. onvermoogen koome te blyken.
Laatstelyk hebben Wy insgelyks op het advis van hoogstgedachte Zyn Hoogheid, in
consideratie de tauxatien en quotisatien van het provisioneel Middel tot
remplacement van de afgeschafte Pachten van des gemeene Lands Middelen, zoo
tydig alomme door deeze Provincie niet zyn gedaan en voltrokken, mitsgaders de
Sommatiebillietten zyn uitgebracht, als by Onze Publicatie
van den 22e April deezes jaar is bevoolen, op dat de goede Ingezeetenen van
den Lande alle een gevoegelyke ruime tyd zoude hebben gehad, om haare tauxatien
en quotisatien, voor de termynen, by de voorsz. Publicatie gesteld, onder de
præmie en korting daar by vermeld, te kunnen voldoen, en ten einde de lasten
door alle de Ingezeetenen op een eenpaarige voet zoude moogen worden gedraagen,
goedgevonden, zoo als Wy goedvinden by deeze, de termynen van betaalinge voor de
eerste agt maanden, by de voorsz Publicatie voor den Ie Augusty
aanstaande gesteld, te verschuiven, en prolongeeren tot voor den Ie
September aanstaande, en voor de tweede termyn tot voor den Ie
October, de derde tot voor den Ie December, alle deezes jaars 1749, en de vierde
of laaste tot voor den Ie Maart van het aanstaande jaar 1750; alles
zoodanig en in dier voegen, mitsgaders onder alzulke poenaliteiten, als by de
voorsz. Publicatie van den 22e April deezes jaars zyn vermeld: en dat tot noch
meerder commoditeit van de goede Ingezeetenen van den Lande aan dezelve zal zyn
geoorlooft, om haare tauxatien en quotisatien by gedeeltens, en in mindering van
dien in reedelykheid en bescheidentheid te voldoen en te betaalen, zoo nochtans
dat zulks alles geschiede binnen de respective gestelde termynen: wordende de
Ontfangers of Gaarders van het voorsz. provisioneel Middel belast, de voorsz.
gedeeltelyke betaalingen te admitteeren.
Hoopende en verwachtende Wy, beneevens Zyn Hoogheid, dat de goede Ingezeetenen van den Lande, ziende de gestaadige zorge, die van tyd tot tyd gedraagen en genoomen word, om haar 's Lands lasten, zoo veel eenigzinss moogelyk is, zonder hindernisse van 's Lands Finantie, allezins gemakkelyk en draagelyk te maaken, daar door eenmaal krachtig moogen worden aangezet, om te voldoen aan haare verplichtinge, en zoo voor te koomen de executie, die anderzinss en by faute van dien met allen ernst tegens dezelve zal moeten worden ondernoomen.
En op dat een iegelyk hier van kennisse mooge hebben, lasten en beveelen Wy dat deeze alomme zal worden gepubliceert en geaffigeert, alwaar het zelve te geschieden gebruikelyk is.
Aldus gedaan in den Hage onder het klein Zeegel van den Lande den 29e July 1749. Onderstond, Ter ordonnantie van de Staaten. Was geteekent, C. Boey.
© 2002 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net