Ordonnantie betreffende de wisselbank, Amsterdam (1609)
-

Genealogisch domein

menu.gif (929 bytes)

Overzicht van historische bronnen

menu.gif (929 bytes)

E-mail

text.gif (926 bytes)

 


Bron: Johannes Isaakszoon Pontanus, Historische Beschrijvinghe der seer wijt beroemde
Coop-stadt Amsterdam, 1614 (facsimile 1968), pag. 299-300

 

 

Extract uit het register der Willekeuren.

31 januari 1609.

 

Alsoo om alle steygheringhe ende confusie in t'stuc van de Munte te weeten / ende den luyden die eenighe specien inde Coopmanschappen va[n] doen hebben / te gherieven: Mijn Heeren vanden Gherechte met Auctorisatie van die Mo. Ed. Heeren State[n] / ende by advijs vanden Heeren XXXVI Raden deser Stede / hoochnoodich gheacht hebben datter ordre ghestelt werde op t'stuck vande Wisselen / ende t'gheen daer aen dependeert / voor het op rechten van een Banck van Wissel.
Soo ist dat mijn voorschreven Heeren tot gherijf ende verseeckertheyt van een yegelick hier ter stede een Banck van Wissel gheordonneert hebben / daer inne een yeghelick sal moghen  brengen alle alsulcke penninghen / Massen / Grenaillen / ende Bilioenen / als hy goet sal vinden daer te laeten comen / ende die selve penningen ofte waerde vande voorschreven Massen tot zijn believen weder int trecken: Midts dat de selve penninghen in ghereeden ghelde aldaer gebracht werden / niet minder als ter somme van drie hondert guldens teffens / sonder cleynder specien als Schellingen. En van deselve cleyne specien salme niet meer dan drie guldens op elcke hondert guldens moghen tellen / voor welcke penninghen de Stadt vast staen ende responderen sal. Des wordt een yegelick verboden meeder somme van penninghen op de bancke te assigneren als hy daer inne is hebbende / op pene van drie ten hondert te verbeuren. Ende sullen de gheene die eenighe specien sullen willen permuteren / ter voorschreven bancke de specien moghen versoecken / midts daer van ghevende soo weynich toebaets / als eenichsins doenlick sal wesen.
Voorts op dat de penninghen op Wissel getrocken te beter en sekerder betaelt moghen werden / hebben de voorschreven mijn Heeren noch gestatueert ende ghewillekeurt / statueren ende willekeuren midts desen: Dat alle penningen daer van alhier na den xiiii Februarij eerst-commende wissel ghesloten sal worden van ses hondert guldens ende daer boven / ende die buyten ghetrocken zijn / ter somme als vooren / om alhier ter Stede de selfde te voldoen nae den voorschreven respectivelick betaelt sullen moeten worden. Midts dat de Stadt als boven / voor de banck vaststaen / ende responderen sal. Op pene dat de voorschreven wisselen die anders als ter bancke betaelt sullen worden / voor qualick betaelt ende ghehouden / ende daer en boven by den Contraventeurs telckens vijfentwintich gulden verbeurt sulle worden. Ende op dat die van de voorschreven banc[?] te beter in treyn ghebracht ende onderhouden moghen werden / en sullen gheene penninghen ter bancke ghebracht / aldaer arrestabel wesen. Sullen oock alle de gene der welcker penninghen van de oncosten / dit tot het op-stellen ende onderhouden vande voorschreven banck van wissel / by deser Stede ghedragen sullen moeten werden / op t sluyten van haer rekeninghe gehouden zijn t'saemen te betaelen een halven stuyver van elcke hondert guldenen / voor ontfanghen ende wegheven van dien.
Ghecundicht den lesten Januarij / Anno een duysent ses hondert neghen.

 

© 2003 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net