Ordonnantie
inzake impost op het gemaal 1739 (Holland) |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Algemeen Rijksarchief Den Haag, Isaac
& Jacobus Scheltus, 'Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende
edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ....[etc]', deel 6 (Den
Haag, 1746),
blz. 988-1001, bibliotheeksignatuur H 21 D-6.
Veelvuldig zijn ordonnanties en plakkaten uitgevaardigd op
het terrein van de 'gemene' middelen.
Als voorbeeld hier een ordonnantie betreffende het gemaal en wel de laatste
versie van deze impost onder het oude pachtsysteem in Holland. Binnen dit systeem droeg de
pachter zijn quotum af aan de overheid en vervolgens liet hij de belasting innen
van de bevolking, waarbij hij zo min mogelijk onkosten probeerde te maken en het
ruim nam met de vaststelling van de
hoogte van de (individuele) belasting, vaak ten koste van de ongeletterde armen.
Ook door onderlinge afspraken wisten de pachters hun inkomsten te vergroten.
Het gevolg was dat de pachters zich immens verrijkten, tot grote woede van de
bevolking die de overheid met haar protesten dwong om het pachtsysteem in 1748
af te schaffen.
Ordonnantie volgende dewelke ten behoeve van de gemeene saake overal in den Lande van Holland en Westvriesland den gemeenen Impost op het harde Koorn, dat gemaalen en gebrooken sal werden, soo wel in de Steeden als ten platten Lande, van weegen en volgende den consente van de Staaten van den selven Lande, van nu voortaan geheeven en ontfangen sal werden. Geamplieert in gevolge van haar Edele Groot Mog. Resolutie van den 14 Maart 1739. Innegaande den 1 Augusty 1740.
I.
De voorschreven Impost sal ontfangen werden by den Collecteur of Pagter
van dien, dewelke in het ontfangen van het Maalgeld hem sal reguleeren na de
maniere en het gebruik by hem te vooren in de Steeden geobserveert, ten ware hem
anders specialijk om reedenen werd geordonneert.
II.
En sal ontfangen van elk last Tarwe dat binnen den voorschreeven Lande gemaalen
en gebrooken sal werden met Moolens, Quarens of andere Instrumenten, drie en
sestig guldens twaalf stuivers: Van elk last Masteluin gelijke drie en sestig
guldens twaalf stuivers: Van elk last Rogge een en dertig guldens sestien
stuivers: En van elk last Garste, Gort van Haver, of Garst, of Boonen die
gebakken werden, een en twintig guldens vier stuivers. Van elk last Boekwyt
neegen guldens sestien stuivers agt penningen: Van Boekwyt, het zy binnen deese
Landen gerult of buiten gerult, en in deese Landen gebragt wordende, voor elke
last (veertien Oostersche Smaltonnen voor een last gereekent) elf guldens
vyftien stuivers: Van elk last Amer ongerult tien guldens twaalf stuivers, en
van ongerult seeven guldens twaalf stuivers agt penningen, en van kleine maate
in elke Stad en Vlekke na advenant als ander Koorn, de Styffelmaakers in den
Lande van Holland en Westvriesland, ten reguarde van de Graanen, dies sy tot het
maaken van Styffel verbeesigen, alleen sullen betaalen vyftien guldens op ieder
last als van ouds, welken voorschreeven Impost betaald sal moeten werden voor en
aleer het voorschreeve Koorn ter Moolen of ook by de Grutters in haare Huisen
gebragt sal moogen werden.
III.
Van Styffel en van Brood, Bischuit, Meel, Koeken en diergelijk Gebak, soo wel
Boekwyte Meel als andere, koomende uit eenige van de geunieerde Provincien of
het ressort van de Generaliteit, of van buiten deese Landen, voor soo veel het
selve gepermitteert is, binnen deese Provincie, het zy of het gebragt werd om te
verkoopen of selfs te consumeeren in Steeden, Dorpen en Scheepen, sal den Pagter
ontfangen van het honderd pond ses guldens, en van twee lasten gebuilt Meel, van
buiten als boven, inkommende, sal betaald werden soo veel als van ses lasten
ongebuilt Meel, meede als vooren inkoomende; welken Impost men betaalen sal
moeten ten allen tyden, en sulks soo wel op de Kermissen, en vrye Jaarmarkten,
als op andere tyden, en wel voor en aleer het voorschreeve Styffel, Meel, Brood,
Bischuit, Koeken en diergelijk Gebak, sal moogen werden gelost of opgedaan, op
de verbeurte van de boeten en straffen, voor soo veel het Brood en Meel aangaat,
volgens het Placaat van den 3 Augusty 1680, het geene hier agter in het VIII.
Articul deeser Ordonnantie is ingelyst; en ten reguarde van Styffel, Bischuit,
Koeken en diergelijk Gebak, op de verbeurte van deselve en een boete van drie
honderd ponden op ieder Sak, Vat, Kist, Koffer of waar in deselve souden moogen
worden bevonden. En sullen de Schippers, die eenige Koeken en diergelijk Gebak
van buiten de Provincie inbrengen, soo aan de Pagters als de Overluiden van het
Koekebakkers Gilde, of Bakkers Gilde, daar geen Koekebakkers Gilde is, moeten
aangeeven by een Billiet, hoe veel Koeken of diergelijk Gebak sy hebben, en aan
wie die besteld moeten werden, op een boete van vyf en twintig guldens; en
sullen deselve Koeken en diergelijk Gebak ook niet moogen werden uitgeteld dan
door de geswooren Telders op gelijke boete.
IV.
Een iegelijk Pagter of Collecteur binnen de Steeden sal den voorschreeven Impost
ontfangen van alle Koorn, dat binnen sijnen Bedryve gebrooken of gemaalen sal
werden, het zy of het selve van platten Lande sal werden geconsumeert of niet:
en indien het selve Meel in de andere Steeden binnen de Provintie vervoert werd,
om aldaar geconsumeert of verbakken te werden, of het Brood in de eene Stad gebakken in een andere Stad vervoert te werden omme aldaar geconsumeert te
werden, soo sal den Pagter of Collecteur van dier Steede nog eens halven Impost
daar van ontfangen: En Sullen de Huisluiden haar Graanen alleen binnen haar
Dorpen of de Steeden moogen doen maalen, en haar Meel binnen haar Dorpen laaten
verbakken of consumeeren, mits dat den Pagter van de Steeden van het geene hy
ontfangen sal van de Ingezeetenen van de Dorpen buiten sijnen pagte, gehouden
sal weesen Register apart te houden, en daar van alle maanden te verantwoorden
aan den Pagter onder wiens pagte het voorschreeve Meel gebakken of geconsumeert
sal werden, genietende van den Pagter, dien hy uitkeeren sal, voor sijn collecte
den twintigsten penning; des sullen de Huisluiden ten platten Lande daar geen
Moolens in haar Jurisdictie maalen, haarluider Koorn te maalen moogen brengen in
de naaste Plaatse binnen den voorschreeven Lande daar Koornmoolens zyn, binnen
den ring van de verpagtinge, of in een van de naast beslooten Steeden in den
selve Lande, mits betaalende alleenlijk eens den voorschreeven vollen Impost ter
plaatse daar het Koorn gemaalen sal worden, daar meede sy t'haarder woonsteeden
sullen moogen volstaan; En sal soo wel van het Koorn van de Dorpen of Plaatsen daar geen Moolens als daar
Moolens zyn, in gevalle het Koorn binnen de Steeden werde gemaalen, van den
Pagter van de Steeden genoomen werden een Billiet by hem geteekent, daar inne
verklaard staat de qualiteit van de Graanen die aldaar zyn gemaalen, en voorts
dat den Impost van het Gemaal daar af ten vollen en opregtelijk sal zyn betaald,
welk Billiet by den Moolenaar ten halve sal werden doorscheurt, en den Pagter
van den voorschreeve Dorpe daar het Meel gebakken of geconsumeert sal werden,
of zijne Gecommitteerden, vertoont en overgeleevert werden binnen vier en
twintig uuren na dat het selve Meel aldaar ingebragt sal weesen, op de verbeurte
van het Meel, en daarenboven van honderd ponden; maar soo verre uit den Dorpe
daar Koornmoolens zyn eenige Graanen in een ander Dorp gebragt, en aldaar
gemaalen werden, sal den vollen Impost daar van niet alleen betaalt werden ter
Plaatse daar het selve sal werden gemaalen, maar ook den selven Impost ter
Plaatse daar het Meel sal werden geconsumeert of verbakken, of van het Brood,
indien het Meel buiten deselve Plaatse verbakken en het Brood aldaar gebragt
werd: Ende en sal niemand eenig Koorn buiten de Provincie van Holland en
Westvriesland moogen doen maalen om aldaar gebrooken te werden, en alsoo
gebrooken of Brood en Bischuit daar van gebakken zynde, in de Provincie van
Holland en Westvriesland moogen inbrengen, op de boete van van drie honderd
ponden; dit alles onvermindert de geregtigheid van de Dwangmoolens, die men by
deesen niet en verstaat te præjudicieeren. En van het Brood, Bischuit en Meel
dat van de eene Plaats in de andere gevoert sal werden, om aldaar te werden
verkogt of geleevert aan de Scheepen ter Koopvaardye, Visscherye, Oorlog of
andere, sal ter plaatse daar het selve aan de Scheepen geleevert werd, nog
betaalt werden halven Impost boven den vollen Impost betaalt ter plaatse daar
het selve binnen den voorschreeven Lande sal zyn gemaalen of gebakken;
mitsgaders boven alle lasten die van te vooren ten behoeve van de Steeden of
Dorpen in het particulier daar op ghesteld moogen zyn, uitgesondert het geen
blyft binnen den ring van de Verpagtinge daar het selve is gebrooken, het welk
met een betaalinge van den vollen Impost sal moogen volstaan, en sullen de
Bakkers van Wormer en Jisp, en andere Bischuit inbrengende in andere Steeden en
Dorpen, soo wanneer de betaalinge van den Impost en de verhooginge in de Plaatse
daar het Koorn is gebrooken geweest by haar is gedaan, moogen volstaan,
betaalende in de voorschreeve Steeden en Dorpen den halven Impost als voor
deesen, sonder eenige verhooginge, en die van de platte Landen eenig Brood
buiten de Provincie van Holland en Westvriesland in andere Provincien sal
vervoeren, sal van den voorschreeven halven Impost vry zyn, mits dat hy het
selve als vooren aangeeve, en t'sijnder wederkomste met wettige Attestatie doet
blyken, dat het voorschreeve Brood in andere van de geunieerde Provincien is
gebragt en vertiert: Ende en sullen geen Ventjaagers eenig Meel, Brood of
Bischuit binnen de Steeden of ten platten Lande, of op eenige Rivieren, Wateren
of Vaarten moogen venten of verkoopen, op de verbeurte van haare Scheepen en het
Meel, Brood of Bischuit dat daar in gevonden sal werden, mitsgaders een boete
van drie honderd guldens; welverstaande, dat onder de Ventjaagers niet sullen zyn
begreepen die geene, die het Bischuit by haar selfs gebakken, en geen meerder
Waaren daar neevens in de Steeden of ten platten Lande willen gaan verkoopen,
behoudelijk dat sy met haar voorschreeve Bischuit in geen Steeden of Plaatsen
sullen moogen vernagten, ten zy syluiden het selve Bischuit den Pagter of
Collecteur sullen hebben aangegeeven, op de verbeurte van het voorschreeve
Bischuit, en daarenbooven een boete van honderd ponden, te appliceeren als in
het Placaat; en sal ook niemand, wie het zy, die eenig Meel of Brood van buiten
uit eenige van de Geunieerde Provincien of Ressort van de Generaliteit binnen
deese Provincie inbrengt, of van de eene Plaats na de andere vervoerd, met het
voorschreeve Meel of Brood nergens moogen vernagten, sonder het selve alvooren te
hebben aangegeeven aan den Pagter of Collecteur van de Plaatse daar het selve
vernagten sal, op de verbeurte van het voorschreeve Meel en Brood, en een boete
van ses honderd guldens daarenbooven, te appliceeren als in het Placaat: Sal
meede geen Koorn uit de beslootene Steeden gemaalem moogen werden op eenige
Moolens ten platten Lande; welverstaande dat daar onder niet en sullen werden
begreepen de Moolens die buiten de Steeden tot gerief van deselve Steeden zyn
gesteld: en sal van gelijken voor de Bakkers of Slyters, hoe die moogen werden
genaamd, geen Brood ten platten Lande gebakken, te koop gedragen, gebragt of
gevent, of ook by de Ingezeetenen gekogt en gehaald moogen werden uit het een
Ambagt daar beide Bakkers zyn in het ander, alles op de verbeurte van het
voorschreeve Brood, en verbod van Neeringe voor een jaar en ses weeken, en een
boete van twee honderd guldens by de Ingeseetenen te verbeuren, sonder dat
nogtans hier meede sal werden vermindert de vryheid, omme uit de beslooten
Steeden Brood ten platten Lande te moogen haalen, of te koop te brengen, gelijk
tot nog toe is geschied; blyvende niettemin de Placaaten tegens het Ventjaagen
geëmaneert in haar geheel; in dien verstande, dat de Ingeseetenen van de
Plaatsen of Gehugten daar geen Bakkers zyn, haar provisie van Brood sullen
moogen koopen en haalen, of doen koopen en haalen in een andere plaatse onder
den selven ring van de Verpagtinge, daar Bakkers zyn woonende: En sal het Brood
dat ten platten Lande werd gekogt, niet anders moogen werden verkogt als na de
settinge, die daar van by de respective Steeden successivelijk sullen werden
gedaan: Van gelijken werden de Bakkers in de Steeden die haar Brood onder de
setting verkoopen, gesubjecteert een boete van drie honderd guldens;
behoudelijk, dat het Brood aan de Godshuisen en Uitslyters van het Brood sal
moogen werden geleevert, op de prys by de Magistraaten daar op specialijk
gesteld, en dat die onder die speciale setting sullen koomen te leeveren, sullen
vervallen in deselve poene tegens het verkopen van het Brood onder de setting
gestatueert, op een boete van drie honderd guldens: En sullen de Bakkers of
Slyters, die deesen contrarie koomen te doen, daarenboven aangesien werden als
Fraudateurs; En alle de Bakkers buiten de Steeden woonagtig, alhoewel onder de
Jurisdictie van de Steeden, sullen voortaan geconsidereert en gehouden werden
als Bakkers haar ten platten Lande onthoudende: en werden de Hoofd- en
Overluiden van het Bakkers Gilde in de Steeden mits deesen meede geauthoriseert
om de bekeuringe van de voorschreeve verbeurte en boeten te doen.
V.
En op dat alle frauden omtrent de over Zee vaarende Scheepen te beeter moogen
werden verhoed, en sal geen Meel, Brood of Bischuit, aan eenige Scheepen, ter
Koopvaardye, Visscherye, Oorlog of anderen in Holland en Westvriesland toegerust,
koomende van buiten het District van de Verpagtinge daar de Scheepen zyn
leggende, moogen geleevert, of in deselve Scheepen ontfangen werden, dan by
kennisse van den Pagter of Collecteur in wiens District de Scheepen geleegen
zyn; en sal daar van deselve Pagters of Collecteurs vollen Impost betaalt, of by
Biljet beweesen moeten werden, dat in eenige Steeden van Holland en
Westvriesland den vollen Impost volgens den inhoude van het tweede Articul daar
van betaalt is, en de voorschreeve betaalingen of bewys gedaan weesende, sal aan
den voorschreeven Pagter of sijnen Collecteur nog eens halven Impost betaalt
werden; des sullen de Haaringscheepen van den voorschreeven halven Impost vry
zyn, en sullen de Reeders van deselve moogen volstaan, mits overbrengende bewys
van de volle betallinge van den Impost van den Pagter van de Plaatse daar het
Meel gemaalen, en Brood of Bischuit gebakken is, beneffens Certificatien van de
Magistraaten haarder residentie daar sy Reeders in sulke Haaringscheepen zyn, op
de boete soo iemand contrarie deesen Articule bevonden mogte werden eenig Meel,
Brood of Bischuit aan eenige der voorschreeve Scheepen geleevert te hebben, van
ses honderd ponden, boven de verbeurte van het Meel, Brood of Bischuit; des sal
van het Brood het welk aan de Scheepen gebragt of nagevoerd werd uit de Steeden
daar deselve Scheepen t'huishooren, of van waar deselve uitgevaaren zyn, na de
Reede of Plaatse alwaar deselve ten vollen tot de voornoemde reise werden
toegerust en gelaaden, schoon genoomen dat de Plaatse of Reede ressorteert onder
een ander District van Verpagtinge, als by exempel van Delft op Rotterdam, voor
den Briel of op Hellevoetsluis, en van Amsterdam in het Texel of daar omtrent,
geene andere aangeevinge of betaalingen moeten werden gedaan als in de
voorschreeve respective Steeden van waar de Scheepen afgevaaren of daar deselve
t'huis hoorende zyn als vooren, en dat sulks dit Articul alleen te verstaan is
van soodanigen Brood, het welk na de Scheepen in voegen voorschreeve gebragt
werd in andere Steeden of Plaatsen, daar de voorschreeve Scheepen t'huis hooren
of afvaaren.
VI.
Aangaande het Styffel, Brood of Meel, Koeken en diergelijke
Gebak, het welk uit de Provintie van Utregt in Holland sal werden gebragt (waar
heenen het van daar soude moogen gaan) het selve sal voortaan aangegeeven moeten
werden tot Weesp, aan den Pagter van Wormer of sijnen Collecteur, en aldaar
gehaald een Billiet, inhoudende de quantiteit van het voorschreeve Styffel,
Brood of Meel, Koeken en diergelijk Gebak, en sullen aldaar aan den
voorschreeven Pagter van Wormer of desselfs Collecteur moeten werden betaald de
respective Imposten, gelijk vooren is gemeld, te weeten van Styffel, Brood,
Bischuit, Meel (Boekwyte Meel daar onder begreepen) als meede van de Koeken en
diergelijk Gebak, van het hondert pond ses guldens; en dit mits dat van het
Goed, het welk voort in Holland hier en daar sal werden gebragt, restitutie van
den halven Impost sal werden gedaan aan den Pagter, die sal doen blyken, dat het
selve onder sijne Verpagtinge is geleevert, sonder dat het voorschreeve Styffel,
Brood, Meel en diergelijk Gebak door andere weegen of sluipgaaten, als alleen
over Weesp in Holland sal moogen werden gebragt, op een boete van twee duisend
ponden, boven de verbeurte van het Styffel, Brood, Meel of Koeken, en diergelijk
Gebak. En werd den Pagter van het voorschreeve Dorp, als meede van andere
Steeden en Plaatsen geauthoriseert, die geene, die eenig Styffel, Brood, Meel,
Koeken en diergelijk Gebak uit de Provincie van Utregt in Holland brengen,
sonder het selve alvoorens aangegeeven en daar van den Impost betaald te hebben,
aan te moogen haalen en tot adjudicatie van de voorschreeve boeten te
contendeeren, selfs buiten het Ressort van sijne Verpagtinge: Werdende alle en
een ieder van de Grutters en Koekebakkers binnen den Landen van Holland en
Westfriesland meede geauthoriseert, gelijk deselve geauthoriseert werden by
deesen, om over alle Contraventien neevens den Pagter bekeurige te moogen doen,
even als de Hoof- en Overluiden van het Bakkers Gilde, ten reguarde van den
innehoude van het vierde Articul deeser Ordonnantie, geauthoriseert zyn.
En ten einde alle frauden en contraventien, die tegens dit Articul souden moogen
worden ter handen genoomen, te prevenieeren, indien den Staat sulks noodig mogte
agten, een Uitlegger sal worden gelegt voor de Eems en op de Lek, ter Plaatse
daar de Provintie van Holland tegens de Provintie van Utregt naast eindigt; en
sal den Pagter van het Gemaal van Wormer daar op moogen hebben een Toesiender,
om te attrappeeren en aan de haalen het Styffel, Brood, Meel, Koek en diergelijk
Gebak, dat langs die passagie soude moogen worden ingebragt, en sullen die
geene, die bevonden souden moogen werden het voorschreeve Styffel, Brood, Meel,
Koek en diergelijk Gebak langs de voorschreeve passagie te vervoeren, meede
verbeuren het voorschreeve Styffel, Brood, Meel, Koek en diergelijk Gebak, en
daarenboven vervallen in een boete van drie honderd guldens.
Dat van gelijken, in gevallen als vooren, sal werden geleit een Uitlegger op de
Riviere boven en omtrent Gornichem daar de Provintie van Holland naast
confineert met de Provintie van Gelderland: En sullen alle die geene, die eenig
Styffel, Brood, Meel, Koek en diergelijk Gebak, langs de voorschreeve Riviere of
van die zyde in de gemelde Provintie van Holland willen inbrengen, gehouden zyn
het voorsz Styffel, Brood, Meel, Koek en diergelijk Gebak, aan te geeven aan den
Collecteur, die den Pagter van het Gemaal te Gornichem voornoemt op den
voorschreeve Uitlegger sal willen stellen, en van hem neemen een pertinent
Billiet, inhoudende de quantiteit van het voorsz Styffel, Brood, Meel, Koek en
diergelijk Gebak, en sal aldaar aan den voorschreeven Pagter van Gornichem of
sijnen Collecteur moeten werden betaald, te weeten, van het honderd pond Styffel
ses guldens, en van het honderd pond Brood, Bischuit, Meel, (Boekwyte daar onder
gereekent) als meede van de honderd pond Koek en diergelijk Gebak, meede ses
guldens, alles op de verbeurte van het voorschreeve Meel en een boete van drie
honderd guldens.
VII.
Ende sal niemand, het zy Moolenaar, Bakker of haar Knegten, en allen anderen,
wie het soude moogen zyn, eenige der voorschreeve Graanen, impost schuldig zynde
als booven, ter Moolen senden of brengen binnen of buiten de Steeden, waar het
ook soude moogen zyn, ten zy het selve eerst verimpost is, en daar van eerst te
hebben een Billiet van den Collecteur of Pagter daar toe geregtigt zynde,
verkreegen zy, inhoudende de quantiteit en qualiteit van den Koorne, en by wat
Moolenaar het selve sal werden gebrooken, welverstaande dat soo wel sal moeten
aangebragt werden de qualiteit en quantiteit van het Koorn dat gemaalen en niet
verbakken sal werden, als van het geene dat verbakken en impost schuldig weesen
sal, het welk den Pagter by sijn Billiet in het aangaan van sijn pagt sal
notificeeren, welk Koorn daar het Billiet van verkreegen is, t'effens met'er
daad sal moeten ter Moolen gedaan werde, sonder dat by, aan of omtrent de
Moolens by iemand meer Koorn sal moogen gebragt werden als verimpost en in het
Billiet verhaald is, op de verbeurte van het Koorn niet verimpost, en
daarenbooven een boete van drie honderd ponden op elke sak; welke Billietten men
gehouden sal weesen over te leeveren aan de Cherchers of Toesienders, tot dien
einde aan de Moolens gesteld, om de aanteekeninge daar van te doen, die deselve
ten halven sullen moeten scheuren, en dat voor en aleer het selve Koorn voorby
de Huiskens of Sitplaatsen van den voorschreeve Opsienders sal werden gebragt,
op poene ten reguarde van de Moolenaars en andere van gelijke drie honderd
guldens, en ten opsigte van de voornoemde Cherchers of Opsienders op gelijke
poene van drie honderd guldens, en privatie van haarluiders bedieninge; het welk
ook gehouden sullen weesen te doen de vrye Huisen, op de verbeurte van haare
vrydommen, sonder daar van nogtans iets te betaalen.
Sal ook niemand eenig Koorn ter Moolen moogen senden dan in sakken, elk met een
sienlijk Merk van verwe van buiten geteekent, op de verbeurte van ieder
ingemerkte Sak, mitsgaders het Koorn in deselve bevonden, en daarenbooven een
boete van honderd guldens; en werd verders alle Moolenaars expresselijk
geordonneert, het selve Koorn niet anders als in een als boven gemerkte Sak ter
Moolen te ontfangen, op de verbeurte van meede honderd guldens, gelijk meede in
gelijke boete sullen vervallen die geene welke eenig meerder Graan als de juste
maate binnen ieder Stad of Plaatse gebruikelijk in haar Sakken gedaan hebbende
ter Moolen sullen hebben gesonden. Sullen ook geen Gorters of Grutters eenige
Boekwyt of Grutten in haare Huisen, Grutteryen of Grutmoolens vermoogen op of in
te slaan, ten zy deselve daar van alvoorens hebben verkreegen behoorlijk Billiet
van den Pagter of Collecteur, inhoudende de qualiteit en quanteit van dien, en
dat den Impost daar van sal weesen betaalt, op een boete van drie honderd
guldens op ieder Sak die sy contrarie deeses sullen koomen in te slaan. En
sullen de Brouwers, Bakkers, Styffelmaakers en Brandewynbranders, gehouden zyn
aan den Pagter, des begeerende, ten ingang van de Pagt op te geeven de Merken
die sy voor de Sakken sullen gebruiken, sonder daar in eenige veranderinge te
maaken anders als met bewilliginge van den Pagter, op de boete van honderd
guldens.
En sullen de Moolenaars of hunne ge-eede knegts gehouden zyn het Koorn van
de Bakkers selfs t'huis te brengen, sonder dat de Bakkers, of iemand van
hunnentweegen het selve sullen moogen doen; en sullen de voorschreeve Moolenaars
of haare Knegts gehouden zyn het Koorn, mitsgaders het Meel dat sy op of van de
Moolen brengen, te laaden op Waagens met open Ladders, of platte open Schuiten,
daar men Schuiten gebruikt, alles op de boete van honderd guldens; en als eenig
Meel tot de Bakkers sullen t'huis brengen, het selve aan de Cherchers en
Opsienders aan te geeven, met de quantiteit en qualiteit van dien, en tot wat
Bakkers sy het selve sullen brengen, om by de voorschreeve Opsienders
afgeschreeven te werden, en dat aleer het voorschreeve Meel voorby de Huiskens
of sitplaatsen sal werden gebragt of gevoert, op gelijke boete. Sal niemand, het
zy Moolenaar, Bakker haar Knegts, Burgers, of iemand anders moogen draagen of
voeren langs de straaten eenig Meel of Koorn na den ondergang of voor den opgang
van der Sonne, dan met speciaal consent van den Pagter, de Brouwers alleenlijk
uitgesondert, dewyle het in huis reguard niet practicabel is, mitsgaders de
Burgers, voor soo veel sy eenig Meel in kleine quantiteit, tot behoef van haare
daagelijksche Huishoudinghe tot de Bakkers bengen om gebakken te werden, of van
deselve, of van de Kramers ten behoeve als vooren koomen te haalen, op poene van
de verbeurte van het Koorn, en daarenboven een boete van vyf en twintig ponden
van veertig grooten het pond, te appliceeren als in het Placaat is geroert;
sullen ook de Moolenaars ter plaatse daar Schepmoolens zyn, Koorn dat se des
daags voor haar Malderloon verdient of geschept sullen hebben, op de Moolen niet
moogen laaten vernagten, maar het selve des avonds met hen moeten t'huis neemen,
op poene en verbeurte van het selve Koorn, en daarenboven van vyftig ponden
t'elkens te verbeuren. En sullen geen Bakkers nog Meelverkoopers malkanderen
Meel moogen overdoen sonder consent van den Pagter, en daar van verkreegen te
behoorlijk Biljet, dog sonder Zeegel, op een boete van honderd ponden van
veertig grooten, en sullen ook geen Bakkers of Koornmoolenaars, of diegene die
volgens het XVI. Articul Quaarens of Moolens in haare Huisen moogen hebben, of
die haar geneeren om Gort, Boekwyt of Grutten te maaken, of Boekwyt of eenig
andere Graanen met Paardemoolens of andere te breeken, deesen Impost moogen
pagten, of Meedestanders van de Pagters weesen, of eenig part of deel daar aan
hebben, en die deesen Impost gepagt sal hebben, en sal geduurende sijne Pagt
geen Koorn moogen laaten breeken en nog verbakken, nog Brood koopen in het
District van sijn of andere Pagters, om te verkoopen of doen verkoopen voor hem
selven of iemand anders; ook en sullen de Koornmoolenaars, te weeten die Roggen
en Tarwe maalen, geen Grutten Meel, of andere Gorten van Meelen, hoedanig die
ook genaamt werden, moogen verkoopen, nog ook eenig Meel, als alleenlijk van
Roggen en Tarw vermoogen te maaken, alles op de verbeurte van ses honderd ponden
van veertig grooten het pond.
VIII.
Item, soo en sal niemand, wie hy ook soude moogen weesen, van nu voortaan eenig
Meel, Brood of Koeken en diergelijk Gebak van buiten binnen deese Provincie
moogen inbrengen, dat buiten de geunieerde Provincien, en buiten het ressort van
de Generaliteit is gemaalen of gebakken, op de verbeurte van het Meel, Brood,
Koek en diergelijk Gebak, dat bevonden sal werden ingebragt te zyn, en een boete
van twee duisend guldens, van een tot honderd ponden toe, en voorts van nog
gelijke twee duisend guldens t'elkens op ieder honderd ponden boven de
voornoemde eerste honderd ponden, en dat den Inbrenger van dien daarenboven in
cas van maliversatie nog arbitralijk en na exigentie van saaken selfs aan den
lyve sal werden gestraft.
Dat voorts niemand, wie hy ook zy, eenig Meel, Brood, Koek en diergelijk Gebak,
in eenige van de geunieerde Provincien, of binnen het ressort van de
Generaliteit gemaalen of gebakken, uit deselve geunieerde Provincien, of uit het
voornoemde ressort van de Generaliteit, binnen deese Provincie sal moogen
inbrengen anders dan door de Kille, langs de Waal, langs de Lek en de Vecht,
alsmeede over de zuider Zee; en dat die geene, die het Meel, Brood, Koek en
diergelijk Gebak, uit de hooggemelde Provincien, of het ressort van de
Generaliteit sullen willen vervoeren, gehouden sullen zyn op de eerste plaatse
haarder aankomste binnen de Provincie aan te geeven de quantiteit en qualiteit
van dien; Dat ook die geene, die eenig Meel of Brood, Koek en diergelijk
Gebak uit de hooggemelde Provincien of het ressort van de Generaliteit quaamen
in te brengen in deese Provincie door andere weegen dan die hier voor
gespecificeert zyn, en deselve weegen passeerden sonder het voornoemde Meel,
Brood, Koek en diergelijk Gebak, in voegen voorschreeve aangegeeven, den Impost
van dien betaalt, en daar van behoorlijk Billiet verkreegen te hebben, sullen
verbeuren een boete van twee duisend guldens als vooren van een tot honderd
ponden Meel of Brood toe, en voorts van nog gelijke twee duisend guldens t'elkens
op ieder honderd ponden boven de eerste honderd ponden, en daarenboven, in cas
van maliversatie, meede arbitralijk en na exigentie van saaken, selfs aan den
lyve gestraft werden: Dat ook laatstelijk niemand, wie hy ook zy, eenig Brood of
Meel van het platte Land sal moogen brengen binnen de beslooten Steeden, of de
Jurisdictie van dien, op gelijke boete van twee duisend guldens, en in cas van
maliversatie daarenboven arbitralijk als vooren gestraft te werden, te
appliceeren alle de voornoemde boetens volgens het generaal Placaat: Blijvende
den invoer van Koek, en diergelijk Gebak van het platte Land, en de besloote
Steeden gepermitteert onder de belasting daar op by het neegende Articul deeser
Ordonnantie nieuwelijks gelegt: Welverstaande, dat onder de voorenstaande
prohibitien niet begreepen sullen zyn de Schippers, die van eenige reisen buiten
Duins souden moogen t'huis koomen, en eenig Meel of Brood dat voor haar provisie
soude moogen hebben gedient, met haar brengen, behoudelijk, dat de voornoemde
Schippers binnen den tyd van vier en twintig uuren na haar arrivement, en
alvoorens te moogen vernagten, gehouden sullen zyn aan den Pagter of sijnen
Collecteur ter plaatse van haar arrivement aan te geeven de quantiteit en
qualiteit van het Meel of Brood, dat sy met haar soude moogen hebben gebragt, en
dat sy niets van het voorschreeve meedegebragt Meel of Brood sullen moogen
reppen, roeren of lossen, sonder het selve alvoorens aangegeeven, den impost
daar van betaalt, en een behoorlijk Billiet daarvan verkreegen te hebben, op een
boete van ses hondert guldens, te appliceeren als vooren: en daar onder het gunt
voorschreeve is, meede niet begreepen sullen zyn de Reisigers, die een eenig
Brood in haar Valisen of Reissak souden moogen hebben. En ten einde de
voorschreeve recherche met des te meerder exactitude soude moogen geschieden,
werden mits deesen boven allen anderen die de calange moogen doen ook
geauthoriseert de Hoofd- en Overluiden van de Bakkers en Koekebakkers Gilden in
de respective Steeden, om de bekeuringe over de voorschreeve verbeurten en
boeten te moogen doen.
IX.
Alle die geene, dewelke soete Koek of diergelijk Gebak, geprepareert of gebakken
van Meel, gekoomen van gebrooken Koorn, van wat Deeg of form deselve souden
moogen zyn, sullen brengen van het platte Land van deese Provincie in de
besloote Steeden aldaar (den Haag onder de besloote Steeden begreepen) sullen
gehouden zyn deselve Koek of diergelijk Gebak aan te geven aan den Pagter van
het Gemaal over de Stad, alwaar deselve Koek of diergelijk Gebak sal werden
ingebragt, en betaalen eene gulden seeven stuivers van de honderd ponden, en van
meerder en minder quantiteit na advenant, op de verbeurte van de niet
aangegeeven Koek en diergelijk Gebak, en een boete van drie honderd guldens op
ieder Sak, Vat, Kist, Koffer of waar in deselve soude moogen worden bevonden. En
sullen ook de Schippers en Voerluiden deselve Koek of diergelijk Gebak niet
moogen lossen of door andere laaten lossen uit haat Vaar- en Rytuigen, sonder
dat daar van alvoorens behoorlijke aangeeving is gedaan, op gelijke boete van
drie honderd guldens op ieder Sak, Vat, Kist of Koffer met Koek of diergelijk
Gebak, ter contrarie gelost; voorts sullen de Pagters in de Steeden op suspicie
van onbehoorlijke of quaade aangeeving, deselve Koek en diergelijk Gebak ten
haare kosten op de Waag in de Steeden moogen laaten weegen, mits dat de
aangeeving wel bevonden wordende, de Pagters gehouden sullen zyn te vergoeden de
schaade door het weegen aan de Koek en diergelijk Gebak toegebragt, des noods,
ter arbitragie van Scheepenen Commissarissen. Wyders sal het zyn en blyven
gepermitteert, Koek en diergelijk Gebak uit de eene Stad te versenden na een
andere Stad binnen deese Provincie (den Haag als vooren daar onder begreepen) en
ook uit de Steeden en het platte Land van deese Provincie, sonder aan de
betaaling van den voorschreeven Impost subject te zyn, behoudens nogtans dat tot
voorkooming van fraude ten opsigt van de Koek en diergelijk Gebak, wordende
versonden van de eene Stad na de andere, van den Pagter van de Stad der
versending sal moeten worden gehaald een Billiet, inhoudende de quantiteit en
qualiteit, de naam van wien, en aan wien, mitsgaders de Stad, waar na toe
deselve
Koek en diergelijk Gebak sal worden versonden, dat het selve Billiet ook
onderweeg sal moeten blyven by deselve Koek en diergelijk Gebak, die ook in de
gedestineerde Stad niet sal moogen worden gelost of opgeslaagen, als na dat het
voorschreeve Billiet sal zyn vertoont aan den Pagter van de gedestineerde Stad,
en daar op door of van weegens den selven Pagter sal zyn gesteld het woord vertoont,
alles op de verbeurte van deselve Koek en diergelijk Gebak, en boven dien op een
boete van drie honderd guldens, ten lasten van een iegelijk die aan het gunt
voorschreeve is sal contravenieeren. En om verder alle quaade practycquen voor
te koomen, sal de Koek, uit de Steeden onder de voorschreeve precautien eens
gekoomen zynde op het platte Land, van daar niet weeder in de Steeden moogen
werden gebragt, soo lang'er ten platten Lande Koekebakkers sullen werden
gevonden, als mits van deselve Koek en diergelijk Gebak ook betaald wordende den
voorschreeven Impost van eene gulden seeven stuivers van ieder honderd ponden
hier vooren op de Koek en diergelijk Gebak, van het platte Land koomende in de
Steeden, gesteld, op de poenaliteiten aldaar tegens de Contraventeurs
gestatueert.
En ten einde het waare oogmerk in deese niet worde geëludeert, sal alle het
voorgemelde ook plaats hebben ten tyde van de Kermissen en Jaarmarkten in de
Steeden, met dit onderscheid nogtans, dat op die tyden de voorschreeve Impost
van eene gulden seeven stuivers op de honderd ponden Koek en diergelijk Gebak,
van het platte Land in een besloote Stad van deese Provincie (den Haag als
vooren daar onder begreepen) wordende ingebragt en aangegeeven, maar alleenlijk
van de quantiteit geduurende deselve Kermissen en Jaarmarkten verkogt, ten
welken einde de Inbrengers en Verkoopers by haar aankomst aan den Pagter van de
Stad opregtelijk sullen moeten aangeeven de quantiteit van hun ingebragte Koek,
en daar van haalen behoorlijk Billiet, en voor hun vertrek aan den selven Pagter
opgeeven de quantiteit door hun verkogt, op poene van by weigering te sullen
moogen worden aangehouden, tot die tyd toe dat sy deselve opgaave en behoorlijke
betaalinge van den verschuldigden Impost sullen hebben gedaen, en voorts
behoudens aan den Pagter, in cas van suspicie van een quaade opgaave, de
faculteit om deselve Koek en diergelijk Gebak ten sijnen kosten op de Waag
wederom te doen weegen, op poene ten opsigte van den Pagter, soo de opgaave
behoorlijk soude moogen worden bevonden, van te sullen moeten vergoeden de
schaade daar door eenigsints toegebragt (des noods) ter arbitrage van Scheepenen
Commissarissen, en ten reguarde van de Inbrengers of Verkoopers, op een boete
van drie hondert guldens, indien ter contrarie de gedaane opgaave niet conform de
waarheid soude moogen werden bevonden.
En ten einde alle onbehoorlijke collusie tusschen de Pagters en Koekebakkers ten
platten Lande worde geweerd, sal een Pagter die op eenigerhande wyse met de
Koekebakkers ten platten Lande sal hebben gecolludeert, om haar Koek en
diergelijk Gebak te doen inkoomen in de besloote Steeden (den Haag als vooren
daar onder begreepen) sonder betaaling van den voorschreeven Impost, daar door
weesen vervallen in een boete van ses honderd guldens, en de Koekebakker, met
wien ten dien einde gecolludeert sal zyn, in een boete van vier honderd guldens,
wanneer direct of indirect eenig gebruik sal hebben gemaakt.
X.
En op dat alle frauden te beeter moogen werden geweerd, soo sullen alle Bakkers,
Grutters en Meelverkoopers in handen van den Officier en die van den Geregte eed
doen, dat het Middel van het Gemaal directelijk nog indirectelijk sullen
fraudeeren, nog door den haaren doen fraudeeren, ook die Ordonnantie van het
Gemaal in allen deelen punctuelijk onderhouden, op poene van des guldens te
verbeuren soo meenigen dag sy haare Neeringe blyven doen, en in gebreeke blyven,
daar toe vermaant zynde als vooren, het welke voortaan soo ten platten Lande als
in de Steeden strictelijken geobserveert sal werden; en sal omtrent het afneemen
van den voorschreeven eed ten reguarde van de voorschreeve Bakkers, Grutters en
Meelverkoopers een eenpaarige voet gehouden, en omtrent de eene niet anders als
de andere geprocedeert werden.
XI.
Item, sullen alle Moolenaars en haare Knegts eed doen in handen van de Officier
en die van den Geregten dan den selve Moolenaar, sijnen Knegt, nog niemand van
sijn Huisgezin, op haar Huisen en Schuuren, op haare Werven, in haare Schuiten,
op haare Wagenen en anders, in geender manieren, geen Koorn en sullen opdoen,
nog ontfangen, of inneemen, sonder Billiet van den Collecteur of Pagter van den
voorschreve Impost, inhoudende de quantiteit en qualiteit van het Koorn het welk
verimpost is, en syluiden na haare Moolens, Huisen, Schuuren, Werven, in en op haar Schuiten, Wagenen en andersints sullen brengen, of by iemand anders gebragt
sal werden: En in gevalle van weigeringe van den voorschreeven eed te doen, ten
versoeke van den Collecteur of Pagter,als voorschreeve is, sullen verbeuren alle
daag na de voorschreeve insinuatie, het zy ofsy maalen of niet, ses ponden munte
voorschreeve; gelijk syluiden ook verbeuren sullen een boete van drie honderd
ponden munte voorschreeve op ieder sak t'elken reise als syluiden contrarie het
gunt voorschreeve is bevonden sullen werden te hebben gedaan, alles zo
appliceeren als vooren, het welk voortaan soo ten platten Lande als in de
Steeden strictelijk geobserveert sal werden; en sullen geen Moolenaars meede
Bakkers nog Bakkers Moolenaars moogen weesen, op de verbeurte van elkmaal dan
den Moolenaar sal heben gebakken, of een Bakker selfs Koorn sal hebben
gebrooken, van twee honderd ponden.
En aangesien deesen Impost werd gefraudeert, doordien de Bakkers en
Brandewynmaakers haare Woonplaatsen ten platten Lande neemen by de Koornmoolens,
soo verbieden Wy dat voortaan geen Brandewynmaakers ten platten Lande sullen
moogen woonen, en geen Bakkers ten platten Lande binnen de Dorpen op vyftig, en
buiten de Dorpen op honderd roeden na by eenige Koornmoolen haar woonplaatse
sullen moogen neemen, op poene van honderd ponden van veertig grooten, en dat sy
egter moeten verhuisen, of haare Neeringe verlaaten.
XII.
De voorschreeve Billietten sal den Moolenaar of desselfs Knegts gehouden
weesen (indien by den Pagter geen Opsienders omtrent de Moolens gesteld zyn)
t'einde elke weeke wederom te brengen in handen van den Pagter, Collecteur of
sijnen Gecommitteerden, omme die by sijn Register of Boek geconsereeert te
worden, en alle frauden van contrefeyten of anders voor te koomen, of anders sal
den Pagter de voorsz. sijne Billietten soo dikmaals vermoogen te haalen als hem
het selve goeddunken sal, sonder dat daar onder begreepen worden de Billietten
gegeeven van het Koorn daar van het Meel in andere pagt gebragt werd, alsoo
deselve aan den Pagter aldaar, volgens het vierde Articul, gescheurt moeten
gerestitueert werden: En sullen de Moolenaars en haar Knegts t'allen tyden (des
by den Pagter of sijnen Gecommitteerden versogt zynde) moeten doen aanwysinge
van het Koorn of Meel dat sy op haare Moolens of in haare Huisinge zyn hebbende,
en wie het selve, het zy Brouwers, Bakkers of particuliere Ingezeetenen toekomt,
op de poene van drie honderd ponden, en sal den Pagter in de Steeden daar geen
Huiskens of Opsienders omtrent de Moolens zyn, en ten platten Lande in elke
Moolen vermoogen te hangen een Busse, daar in de Moolenaars en haare Knegts
gehouden sullen zyn datelijk te doen de Billietten van het Koorn dat sy ter
Moolen sullen hebben ontfangen, mits ten halven gescheurd zynde, op de boete van
twee honderd ponden t'elken te verbeuren.
XIII.
Item, soo sullen alle Brouwers en Brouwsters, mitsgaders Brandewynmaakers, en
alle andere, die haar selfs Koorn maalen met haar eigen Moolens, gehoude weesen
alle weeken den Collecteur of Pagter aan te geeven, en by eede te verklaaren,
hoe veel Tarwe of Rogge sy die weeke gemaalen sullen hebben, het zy gemengt of
ongemengt, gemout of ongemout, in wat Graanen of manieren het zy, daar van sy
voortaan betaalen sullen drie guldens, in plaats van ses guldens neegen stuivers
vier penningen, van Rogge eene gulden tien stuivers, in plaats van drie guldens
neegen stuivers vier penningen, Garst of Boekweyt een gulden, in plaats van twee
guldens twee stuivers, alles sonder de tiende verhooginge van dien, mits dat al
het selve promptelijk sal moeten werden betaald, op poene van daar over
paratelijk te sullen werden geëxecuteert; sulks sy ook met gelijken impost
sullen moogen volstaan van het Brouwkoorn op de Windmoolen gebrooken,
welverstaande, dat Mout en Garst gemaakt onder den Impost niet en werd nog is
begreepen, mits dat tot voorkoominge van fraudes eevenwel daar van aangeevinge
aan den Pagter of Collecteur sal moeten werden gedaan, eeven als ten reguarde
van andere Graanen, die gemaalen werden, gerequireert werd, sonder het regt van
het Zeegel subject te zyn, en dat de Pagters by de Brouwte sullen moogen
afneemen de Brouwers van het Koorn dat by henluiden werd verbrouwen eene gulden
neegen stuivers agt penningen op de Brouwte, sonder meer.
XIV.
Item, sal den Pagter of sijnen Gecommitteerde soo dik en meenigmaal als het hem
goed dunken sal, soo wel alleen als met Notaris en twee Getuigen, of twee
Deurwaarders, de Moolens, mitsgaders de Huisingen en Schuuren van de Moolenaars
moogen ondersoeken en visiteeren, sonder dat den Molenaar of andere den
Collecteur, Pagter of hunne Gecomitteerde sullen moogen doen eenig belet in het
ondersoeken van de fraude en faute die sal moogen gecommitteert werden in den
voorschreeven Impost, op de verbeurte van drie honderd guldens, boven arbitrale
correctie na geleegentheid van saaken, nog deselve eenigsints quaalijk
toespreeken op de verbeurte van twintig ponden, te appliceeren als vooren, des
dat den voorschreeve Pagter of sijnen Gecommitteerde het voorschreeve ondersoek
alleen doende, de fraude of contraventie, daar van by de Moolenaar of andere
soude willen beschuldigen, na regten sal moeten verifieeren Sullen ook de
Moolenaars van het Molsterkoorn den volen Impost moeten betaalen,
niettegenstaande te vooren daar van betaalt soude moogen weesen, gelijk meede
geen Moolenaars eenig Meel of Koorn haar eigen toebehoorende, in haare Huisen,
Schuuren, Keeten, Moolens, Waagens, Schuiten of anders, sullen moogen hebben,
sonder dat het selve sal zyn verimpost, en dat sulks door Billiet promptelijk
sal blyken, op de poene van drie honderd ponden op ieder Sak, boven de verbeurte
van het Koorn of Meel, en arbitrale correctie.
XV.
Ende en sal niemand, van wat conditie, qualiteit, professie of neeringe hy ook
soude moogen weesen, vermoogen eenige Quarens, Handmoolens of andere
Instrumenten, of eenige gedeelte van dien, die bequaam souden moogen zyn, of in
het kort bequaam gemaakt en geapproprieert souden konnen werden om eenig Koorn,
het zy hard of week, in sijne Huisen, Schuuren, Pakhuisen, of andere beslooten
Plaatsen te konnen verbreeken of maalen, in deselve sijne Huisen, Schuuren,
Pakhuisen, of beslooten plaatsen te hebben, te houden of te gebruiken, en in soo
verre eenige der voorschreeve Quarens, Handmoolens of Instrumenten in het geheel
of ten deele, ontsloopt of by een gesteld, in iemands Huis, Pakhuis, Schuur,
Kelder of eenige andere plaatsen waar het ook soude moogen zyn, bevonden mogten
werden, dat deselve boven de verbeurte van de voorschreeve Instrumenten en
Gereedschappen, sullen vervallen in een boete van twee duisend guldens, en
daarenboven ten eeuwigen dagen gebannen te werden uit den Lande van Holland en
Westvriesland; en by soo verre iemand soude willen allegeeren dat alsulke
Quarens, Handmoolens, of andere Instrumenten buiten sijn kennis en voorweeten in
de voorschreeve Huisen, Schuuren, Kelders, Pakhuisen, of andere plaatsen
verborgen, versteeken, of gebragt souden moogen zyn, dat ook alsulke allegatie
van geen de minste operatie sal weesen, ten waare hy klaarlijk, en den Regten
genoeg zynde, konde doen blyken, of by gebreeke van het gerequireerde bewys,
alle de Domesticquen, van competenten ouderdom weesende, te weeten, die sestien
jaaren sullen hebben bereikt en daar boven, hoofd voor hoofd, onder solemneele
eeden souden willen verklaaren, dat alsulke Quaarens, Handmoolens of andere
Instrumenten buiten haare kennisse en voorweeten in de voorschreeve haare
Huisen, Schuuren, Kelders, Pakhuisen of andere Plaatsen verborgen, versteeken of
gebragt souden moogen zyn, en dat sy daar van ten tyde van het agterhaalen van
de voorschreeve Quaarens, Handmoolens of andere Instrumenten geen kennisse,
immers geen drie daagen te vooren kennisse hadden gehad, en dat sy daar meede
geen Koorn (den Impost subject) hadden gebrooken of gemaalen, des dat die geene
van de voorschreeve Domesticquen, die den voorschreeven eed niet soude willen
presteeren, gehouden sullen werden aan de voorschreeve saaken schuldig te zyn,
en vervolgens tegens deselves sal werden geprocedeert als tegens die geene, die
het voorschreeve feit geperpetreert, ten minsten daar toe sijne hulpe, raad of
assistentie gegeeven sal hebben.
En nademaal den dienst van den Staat somwylen soude moogen koomen te
vereisschen, dat 'sLands Militie, te velde zynde, sig van eenige Quarens,
Handmoolens of andere Instrumenten souden moeten bedienen, soo sullen die van de
voorschreeve Militie in deese Provincie geen andere van de voorschreeve Quarens,
Handmoolens of andere Instrumenten moogen invoeren of inbrengen, dan die
gereekent of gemerkt sullen zyn met het Waapen van deese Provincie, van de
Heeren Staaten van de andere respective Provincien, of van de Generaliteit; en
sullen binnen den tyd van drie dagen na dat sy binnen deese Provincie ingekoomen
sullen zyn, de voorschreeve Quarens, Handmoolens of andere Instrumenten moeten
overleeveren aan de Heeren Burgemeesteren en Regeerders, of die van den Geregte
van de Plaatse daar sy ingekoomen sullen zyn, op de verbeurte en straffe als
booven. En sullen de Heeren Burgemeesteren en Regeerders, mitsgaders die van den
Geregte voornoemd, gehouden weesen aan die van de voorschreeve Militie voor de
voorschreeve Quarens, Handmoolens of andere Instrumenten te doen reedelijke
vergoedinge na de waardye van deselve, en die voorts overleeveren binnen den tyd
van agt dagen daar na in handen van de Heeren Onse Gecommitteerde Raaden in de
respective Quartieren, om by deselve in 'sLands Magazyn gebragt en bewaard te
werden: en alsoo daar aan ten hoogsten is geleegen dat die geene, die de
voorschreeve Quarens, Handmoolens of andere Instrumenten maaken, of onder haar
hebben, moogen werden ontdekt en te voorschyn gebragt, soo werd by deesen
beloofd een præmie van duisend caroli guldens voor alle die geene die sullen
koomen aan te wysen eenige Huisen, Pakhuisen, Schuuren of eenige andere plaatsen
daar in eenige der voorschreeve Quarens, Handmoolens of andere Instrumenten in
het geheel of ten deele souden moogen werden gevonden, of ook eenige Persoonen
die haar van deselve Quarens, Handmoolens of andere Instrumenten souden moogen
bedienen, sulks dat daar door de Schuldige uitgevonden en aan de Justitie bekend
gemaakt sullen werden, en dat daarenboven de naam van den Aanbrenger sal worden
gesecreteert met toesegginge van volkoomen impuniteit, indien den voorschreeven
Aanbrenger daar aan meede schuldig en sulks in de voorschreeve poene vervallen
soude moogen zyn; dat ook deselve præmien, onder de belofte van secretesse en
impuniteit,, plaats hebben en gepresteert sullen werden in reguarde van
Dienstbooden of andere Domesticquen, die sulks ten reguarde van haare Meesters,
Vrouwen en andere sullen koomen te openbaaren.
XVI.
Sullen niet te min de Grutters, die haare Neeringe doen, met Gort te maalen, en
Boekwyte Grutten te maalen, in haare Huisen moogen hebben Moolens of Quarens
(Handmoolens of Handquarens daar onder niet begreepen, en subject blyvende ten
reguarde van alle Persoonen, indistinctelijk de poene en straffen in het voorige
Articul begreepen) bequaam om het voorschreeve Gort te maalen, en de
voorschreeve Boekwyte Grutte te maalen, die het selve den Collecteur of Pagter
sullen moeten aangeeven, om by hem opgeteekent te werden, op de verbeurte van
drie honderd guldens: des sullen de voorschreeve Grutters niet moogen hebben
eenige andere of meer Steenen, dan die alleen bequaam zyn om den Boekwyt te
rullen, en de Boekwyte Grutten te maalen, op verbeurte van twee duisend guldens,
en eeuwig uit den Lande van Holland en Westvriesland gebannen te werden: Sullen
ook de voorschreeve Grutters niet moogen hebben eenig hard Koorn in haare
Huisen, Schuuren of Pakhuisen, staande in, aan, of omtrent de plaatsen daar sy
de voorschreeve Moolens of Quarens zyn hebbende, nog ook moogen verkoopen eenig
Tarwen Meel, Roggen Meel of Blom, op de verbeurte van ses honderd guldens; En
sullen de voorschreeve Grutters voor Sonnen opgang en na Sonnen ondergang in de
maanden van April en September, beide incluis, en van de maand van October tot
Maart, meede beide incluis, voor ten vyf uuren des morgens, en na neegen uuren
des avonds niet moogen maalen, of eenig Grutten maalen, op gelijke boete van ses
honderd guldens, en sal den Pagter of sijnen Gecommitteerde, soo dik en
meenigmaal het hem goed dunken sal, soo wel alleen, als met Notaris en twee
Getuigen, of met twee Deurwaarders, de Huisingen, Schuuren en de Pakhuisen van
de voorschreeve Grutters moogen ondersoeken en visiteeren, sonder dat den
Grutter of andere den Collecteur, Pagter of hunne Gecommitteerden sullen moogen
doen eenig belet in het ondersoeken van de frauden en faute die soude moogen
werden gecommitteert, op de verbeurte van drie honderd ponden, en daarenboven
arbitralijk gecorrigeert te werden, na geleegentheid van saaken; des dat den
voornoemden Pagter of sijnen Gecommitteerden, het voorschreve ondersoek alleen
diende, de fraude of contraventie, daar van hy den Grutter of andere soude
willen beschuldigen, na Regten sal moeten verifieeren.
XVII
Ende en sullen geen Slyters van Brood ten platten Lande werden geadmitteert tot
het slyten van het voorschreeve Brood anders dan met consent van den Pagter, op
de boete van honderd guldens.
XVIII.
Geen Moolenaars en sullen vermoogen te gelijk maalen Brouwgoed en Bakgoed; en
sullen derhalven de Moolenaars, die Bakgoed maalen, niet moogen maalen eenig
Mout, het zy voor de Brouwers of Brandwynbranders; en de Moolenaars die Mout,
het zy voor Brouwers of Brandewynbranders maalen, sullen niet vermoogen eenig
Boekwyt te maalen, op de verbeurte van het voorschreeve Mout en Boekwyt
respective, en een boete van twee honderd guldens te verbeuren, soo wel by den
Moolenaar, die het voorschreeve Bakgoed of Mout sal hebben gemaalen of ontfangen
om te maalen, als by den geenen die het ter Moolen gedaan souden moogen hebben;
en by aldien in eenige van de Steeden soo veel Brouwers en Brandewynbranders
niet souden moogen gevonden werden die een Moolenaar na behooren souden konnen
onderhouden met het maalen van Mout, dat in soodanigen gevalle, en anders niet
de Magistraaten van de Steeden een Moolen sullen assigneeren alwaar het
voorschreeve Moutgoed sal moeten werden gemaalen, laatende den Moolenaar van die
Moolen de vryheid om ook Bakgoed te moogen maalen, sonder dat de voorschreeve
Brouwers of Brandewynbranders haar Moutgoed elders dan op dien geassigneerde
Moolen sullen moogen doen maalen, of dat eenige andere Moolenaars eenig Moutgoed
sullen moogen maalen, op de verbeurte van een boete als vooren: Sullen ook, in cas
van nood, de voorschreeve Magistraaten van de Steeden eenige van de Moolenaars,
die anders Bakgoed maalen, soo lang die nood duurd, moogen authoriseeren tot het
maalen van Brouwgoed, mits den Pagter daar van waarschouwende, en dat de
voorschreeve authorisatie sal cesseeren soo haast de nood cesseert.
XIX.
Dat geen Moolenaars, soo wel binnen de Steeden als ten platten Lande, voor
Sonnen opgang of na Sonnen ondergang sullen moogen maalen, op een boete van drie
honderd guldens: En sullen die geene die deesen contrarie koomen te doen, nog
daarenboven aangesien en gecondemneert moeten werden als Fraudateurs: Dog indien
de nood soude moogen koomen te vereisschen, dat ook by nagt soude moeten werden
gemaalen, dat sulks dan egter niet sal moogen werden gedaan dan by schriftelijke
Acte van admissie van den Pagter of sijn Collecteur, of soo den Pagter of sijn
Collecteur sulks buiten reeden soude moogen weigeren, by schriftelijke Acte van
de Heeren Burgemeesteren van de respective Steeden, mitsgaders van de Schouten
en Geregten ten platten Lande, den Pagter of sijnen Collecteur daar op alvooren
gehoort zynde; En dat voorts ook aan den Moolenaar voor Stuifmeel niet meer sal
moogen werden gevalideert dan anderhalf pond op ieder Haagsche sak Meel; soo
nogtans, dat de Moolenaars niet sullen vermoogen, onder pretext van Stuifmeel,
iets voor haar uit de sakken te maalen niet verstooven sal zyn, op de boete van
honderd guldens soo meenigmaal bevonden soude moogen werden contrarie gedaan te
zyn.
XX.
Dat geen Bakkers, haare Knegts of iemand anders, wie het soude moogen weesen,
sullen haar vervorderen eenige Zeemelen of ongemaalen Roggen onder het Brood te
vermengen of doen vermengen, het selve alsoo gemengt zynde te bakken of doen
bakken: En dat deselve Bakkers gehouden sullen zyn de uitgebuilde Zeemelen
t'allen tyden als daar toe sullen werden aangemaant aan de Pagter van het Gemaal
te laaten volgen en overleeveren: En dat deselve Pagters neevens de leeverantien
aan de Bakkers sullen moeten betaalen soo veel als by Burgemeesteren en
Regeerders van de Steeden na verhoor van de Overluiden van het Bakkers Gilde en
den Pagter sal werden vastgesteld.
Dat wyders geen Moolenaars, haar Knegts of iemand anders, wie het soude moogen
weesen, sullen vermoogen eenige Zeemelen te brengen of doen brengen in eenige
Bakkers Huisen, en dat de Bakkers of haar Knegts ook niet sullen vermoogen de
voorschreeve Zeemelen in haar Huisen te ontfangen of laaten ontfangen, alles op
ieder point van het geene voorschreeven is, op den poene, ten reguarde van de
voorschreeve Bakkers, van vyf honderd guldens voor de eerste reise te verbeuren,
en die somme niet konnende werden betaalt, op poene van bannissement voor den
tyd van drie jaaren, en voor de tweede reise op een boete van duisend guldens,
en niet konnende betaalen, dat deselve den Lande ten eeuwigen daage sullen
werden verbannen. En ten reguarde van de voorschreeve Moolenaars, haare Knegts,
mitsgaders de Knegts van de Bakkers en andere, op de verbeurte van twee honderd
guldens, en niet konnende betaalen, op poene van arbitrale correctie. Dat meede
de Koekebakkers, haare Knegts of anderen niet en sullen vermoogen de Zeemelen te
brengen of doen brengen ten Huise van de Bakkers, nog de Bakkers of haare Knegts
deselve van de Koekebakkers, haare Knegts of andere te ontfangen, op gelijke
poene als een reguarde van de Moolenaars en haare Knegts, mitsgaders de Bakkers
en haare Knegts is gestatueert.
En ten einde het voorschreeve quaad te beeter geprevenieert en voorgekoomen
werden, sullen de Pagters van het Gemaal, soo die nu zyn als namaals weesen
sullen, werden geauthoriseert, soo als deselve geauthoriseert werden mits
deesen, om tot allen tyden, wanneer deselve sulks noodig sullen oordeelen,
voornamentlijk wanneer sy sullen vermeinen, dat de Bakkers met het vermengen van
haare Zeemelen of Roggen sullen beesig weesen, na voorgaande consent van
Burgemeesteren en Regeerders van de Steeden, mitsgaders van den Officier ten
platten Lande, in de Huisen van de Bakkers te moogen visiteeren en ondersoek
doen, of jegens het geene voorschreeven is niet sal weesen of worden gepecceert,
en dat of door haar selven of door Toensienders by haar daar toe aan te stellen,
en by Burgemeesteren en Regenten van de Steeden te beëdigen.
XXI.
Dat wyders de Pagters van het Gemaal sullen werden geauthoriseert, soo als
deselve geauthoriseert werden by deesen, om in haar District, daar sy sulks
noodig sullen oordeelen, Opsienders te stellen, en te visiteeren alle Scheepen,
Schuiten en Wagens, mitsgaders in presentie van twee geloofwaardige
Getuigen de Pakken, Vaaten, Tonnen, Kisten en Koffers te openen soo dikmaal als
sy eenige merkelijke suspicie van frauden in het voorschreeve Middel van het
Gemaal sullen hebben, mits dat de voorschreeve Scheepen, Schuiten en Waagens
niet sullen moogen werden opgehouden, of in alle gevalle niet langer als de
noodsaakelijkheid sulks sal vereisschen: En dat, soo wanneer bevonden soude
moogen werden geen fraude in de pakkinge gepleegt te zyn, de voorschreeve
Pagters gehouden sullen weeesen te vergoeden de schaade en interesse, die door
de voorschreeve openinge soude werden geleeden, soo wanneer, en sulks als het
selve by den Regter Partyen gehoort, en geleegentheid van saaken sal werden
verstaan.
Dat de Pagters van het Gemaal gequalificeert sullen werden, gelijk deselve
gequalificeert werden mits deesen, om op alle Moolens ten platten Lande binnen
Holland en Westvriesland, alwaar sy souden moogen vermeinen benadeeld te werden,
behoorlijk ondersoek en visitatie te doen, of ook eenig Graan of Meel op de
voornoemde Moolens mogte worden bevonden dat hen aangaat, en onder haare
verpagtinge t'huis behoord; blyvende mitsdien alle Moolenaars gehouden, aan de
voornoemde Pagters, des begeerende, pertinente aanwysinge te doen, aan wie en
waar het Graan of Meel, op haare Moolens gevonden werdende, t'huis behoord; en
in gevalle eenig Moolenaar hier in niet regt en soude moogen handelen, of
verkeerde aanwysinge of benaaminge doen of geeven, sal den selven verbeuren een
boete van drie honderd guldens op ieder Sak, waar in of waar omtrent hy bedrog
soude moogen hebben gepleegt, gelijk ook een boete van drie honderd guldens sal
werden verbeurd by die geene, die de voorschreeve visitatie sullen koomen te
weigeren of beletten, booven arbitrale correctie.
XXII.
En sullen die geen, die by defraudatie (dat is willens en weetens, met opset, om
den Impost te profiteeren en die aan het Land te onttrekken) of ongeoorloofde en
by de Ordonnantie niet gepermitteerde compositie, het regt van het voorschreeve
Middel in het geheel niet en hebben betaald, boven de poenen en boeten in deese
particuliere Ordonnantie uitgedrukt, meede vervallen in de poenen en boeten
begreepen in het generaal Placaat, op den opheeve van des gemeene Lands
Middelen geëmaneert, welk Placaat ten voorschreeven einde alhier werd gehouden
voor geinsereert: Dog sullen die geene, die de voorschreeve Ordonnantie alleen
contravenieeren sonder defraudatie, vervallen in de voorschreeve boeten en
poenen in deese Ordonnantie begreepen, en de voorschreeve boeten en poenen van
het voorschreeven generaal Placaat niet onderworpen zyn.
XXIII.
Soo wie de Pagter blyft van deesen Impost sal gehouden zyn aan handen van de
Commissarissen den behoorlijken eed te doen, dat hy met niemand en sal
composeeren of conniveeren in eeniger manieren, contrarie de Ordonnantie, maar
dat hy het voorschreeve regt ten vollen sal ontfangen; ende en sal ook den
voorschreeven Impost in het geheel nog ten deele, directelijk nog indirectelijk,
moogen overdoen de Moolenaars, nog deselve part of deel daar in laaten hebben;
dewelke ook geen Collecteurs van de Pagters sullen moogen zyn, en geen collecten
aangaande deesen Impost in haare Huisen sullen moogen laaten doen, op poene van
agt honderd geldens by de Moolenaars t'elken te verbeuren. En sullen de Pagters
niet vermoogen den Impost aan anderen over te doen, af te setten, of eenigsints
smaldeelen, op de poene by het generaal Placaat daar teegen gestatueert,
mitsgaders op de poene van twaalf honderd guldens, soo wel by den Pagter als ook
by de geenen die met hem eenige compositie of handelinge, als in deesen,
aangaat,te berbeuren: alle welke voorschreeve boeten en poenen gaan sullen als in
den Placaate is geroerd: En sal den aankoomenden Pagter den afgaanden Pagter, en
den geenen daar meede hy sal hebben gecomposeert, daar over calangeeren, en de
boeten van henluiden vorderen en ontfangen moogen, volgens den Placaate met de
generaale en particuliere Ordonnantie; en sal hy sijne actie diesaangaande ter
eerster instantie moogen institueeren voor de Gecommitteerde Raaden soo veel den
platten Lande aangaat.
XXIV.
Van deesen Impost sal niemand vry nog exempt zyn dan die in de generaale
Ordonnantie zyn begreepen.
XXV.
Soo wie Pagter blyft van deesen voorschreeve Impost, sal gehouden weesen ten
einde van alle agt daagen te betaalen ten Comptoire van den Ontfanger [..blanco
gedeelte om een naam in te vullen..] een geregt agt en veertigste deel van
sijnen beloofden Pagt, of by gebreeke van dien, sal den Ontfanger het selve
moogen doen executeeren en innen aan den Pagter of sijnen Borgen, na vermelden
en inhoud van de generaale Ordonnantie.
XXVI.
Item, soo sal den Pagter ten ingang van sijn Pagt, den afgaanden Pagter daar
over wettig geroepen hebbende en behoordlijk zynde geassisteert, gaan peilen soo
op alle Koornmoolens, tot de Meelverkoopen, Bakkers en andere, den peil subject
zynde, opschryven of doende opschryven op de voornoemde Moolens het ongemaalen
en gemaalen Graan en Meel, tot de gemelde Meelverkoopers en Bakkers het gemaalen
Meel, en tot de Grutters de Boekwyt, Grutten en Meel, om vervolgens van alles
het geene meer dan een sak t'elke plaatse bevonden word den Impost van den
afgaanen Pagter te vorderen.
Sullen voorts de Pagters meede t'allen tyden en soo dikwijls als het hun goed en
noodig dunken sal, behoorlijk met een Geregtsboode zynde geassisteert, moogen
gaan peilen en ondersoek doen soo op de voornoemde Moolens en Huise van de
Meelverkoopers, Bakkers en Grutters. En sullen alle Moolenaars gehouden werden
behoorlijke aanwysinge te doen van ieder sak of partye Graan, het zy Tarwe,
Rogge of Meel, en aan wie het selve en ieder van dien in het particulier is
toekoomende en behoorende: Gelijk ook de Bakkers pertinente aanwysinge sullen
moeten doen soo van het Meel dat sy by hun zyn hebbende, als van het Brood by
haar alreede gebakken en nog onder handen zynde, met verklaaringe, of het
voornoemde Meel haar of iemand anders en aan wie het selve is toebehoorende: En
sal in de voornoemde peilinge werden gereekent, ten aansien van het albereids
gebakken Brood, een Haagsche sak teegens agt en twintig in het last, Tarw uit de
krop van de sak ongebuild zynde na advenant, de Rogge de sak op honderd twee en
neegentig ponden Brood, alle andere sakken en maaten na proportie van de
voornoemde Haagsche maat gereduceert. En wanneer iemand der gemelde
neeringdoende Luiden booven peil bevonden werd, sal den soodanigen, booven de
poenen in den Placaaten begreepen, vervallen en verbeurte van het geene booven
peil bevonden is; en die geene, die de voornoemde peilinge of ondersoek koomen
te weigeren of resisteeren, sullen vervallen in een boete van ses honderd
guldens.
XXVII.
En sullen de Bakkers gehouden weesen tot allen tyden het Brood dat sy voor haar
selfs om uit te slyten als voor andere koomen te bakken met een bysonder merk te
teikenen, op poene van gestraft te worden als Fraudateurs; Is verder
goedgevonden, dat de Pagters by iemand eenige quantiteit Meels vindende, sullen
vermoogen aan den selve af te vorderen verklaaringe waar het selve Meel is
gemaalen, endat die geene, die weigerig sullen bevonden worden deselve
verklaaringe te doen, geagt en gehouden sullen werden als of syluiden van
frauden in het selve Middel waaren geconvinceert.
XXVIII.
Die van de Westindische Compagnie is geconsenteert vrydom van deesen Impost van
het Meel dat sy buiten den Lande binnen de Limiten van haar Octroi senden. En
omme te voorkoomen alle frauden, werd verstaan, dat alle het Koorn, dat by de
voorschreeve Westindische Compagnie ter Moolen werd gedaan, sal moeten betaalen
den vollen Impost van het Gemaal, en daar van werden gehaald behoorlijk Billiet
aleer het selve ter Moolen gedaan sal moogen werden; edog dat alle het Meel, dat
by de respective Kaameren ter requisitie van de Bewindhebbers by schriftelijk
Billiet aan den Pagter, ten minsten by twee van deselve geteekent, sal werden
gescheept, om buiten 'sLands binnen de Limiten van haar Octroi gevoerd te
werden, gedaan sal werden in dubbelde smaltonnen en met des Pagters Teiken
gebrand, en dat van alle het selve den betaalden Impost by den Pagter
gerestitueert sal werden; het Meel te reekenen vyf en veertig honderd ponden
voor het last.
XXIX.
En sal de Pagt van deesen Impost ingaande op den [..blanco gedeelte om een datum
in te vullen..] eerstkoomende met der Zonnen opgang, en wederom eindigen den
[..blanco gedeelte om een datum in te vullen..] daar aan volgende met der Zonnen
opgang.
XXX.
Op de Conditien en Voorwaarden, soo in de generale als in deese particuliere
Ordonnantie begreepen, is Pagter gebleeven van deesen Impost [..blanco gedeelte
om een naam in te vullen..] voor den tyd van een geheel jaar, omme de somme van
[..blanco gedeelte om een bedrag in te vullen..]
Des t'oirkonde is deese geteekent by de Gecommitterden van de Heeren Staaten op den [..blanco gedeelte om een datum in te vullen..]
Eed te doen by de Pagters.
Wy belooven en zweeren, dat wy, of de onse, of iemand van onsentweegen, met niemanden sullen composeeren, het zy by quytscheldinge, toegifte van Vaaten, Maaten of Gewigte, directelijk of indirectelijk, maar belooven te ontfangen het volle regt, sulks dat by de Ordonnantie is gestatueert, mitsgaders de Ordonnantie scherpelijken te agtervolgen sonder conniventie of dissimulatie.
Soo waarlijk moet ons God almagtig helpen.
© 2001 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net