Keur
hoe te gedragen bij dijkdoorbraak 1734 |
|
Genealogisch domein |
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Het origineel bevindt zich in het
waterschapsarchief De Schermeer, inv.nr. 849,
aanwezig in het Regionaal Archief Alkmaar.
KEURE
Houdende
Hoe alle de bedienden
en verdere ingesetene
van de Schermeer
zig sullen gedragen
ingevalle van onverhoopte
inbreuk van de
Westvriesen Zeedijk
De Heeren Dijkgraaf en Heemraden van de Schermeer rapport bekoomen hebbende van de seer slegte toestand van den Westvrieschen Zeedijk zo door het verlies van paalwerken, krebbingen, Hoofden, ende verkoelingen, waar door ten hoogsten te dugten staat, indien den almagtigen op geen singuliere wijse het land voor dwaare stormen gendadelijk gelieve te bewaaren dat door de hooge vloeden, en aandrang van 't water een doorbraak beswaarlijk door menschelijke hulpmiddelen sal kunnen werden geeviteerd, en voorgskoomen hebben om soo veel moogelijk de Polder van de Schermeer tegene de ruinense gevolgen van soo een Zeebreuk te dekken, en de goede ingesetene en eijgenaars der landen voor alle onheijl te bewaaren noodig en dienstig geoordeelt om ingevalle van eenige inundatie door de westfriesen Zeedijk 't welk God genadelijk verhoede te keuren en ordonneeren gelijk so keuren en ordonneren bij deesen.
Eerstlijk dat de molenaars van de bovenmolens eerstens begeeven bij het Jaaguijs aan het eijnde van de Alkmaarder vaart bij de Lange Meer.
Gelijk sig ook in alles sullen moeten gedragende de bruijkers van de landen in de polders K en L en sig begeven op den dijk bij de Saagmolen van Signeur Claas Grafdijk.
Van gelijken ook sullen sig in alles moeten gedragen de bruijkers van de landen in de polders M en N en sig begeven op de Dijk bij Nibels Hoek tussen het laast gedijkte werk en de plaats van Seign: Arij Sluijm.
Gelijk laastelijjk alle de bruijkers van de landen in de polder O sig in alles sullen moeten gedragen als boven en sig begeven op de dijk tussen het laast gedijkte werk agter de plaats van de Heer Dijkgraaf, en de plaats gebruikt werdende bij Gerrit de Groot.
Alle het welke punctuelijk bij de bruijkers van de landen hier vooren uijtgedrukt zal moeten werden nagekomen en agter volgt op een boete van vijf en twintig guldens telken te verbeuren bij diegeene die mogte manqueren op de manier en vermaan als boven op haat respective Hoefslag te verschijnen
Ten zesde werden de basen [basen, d.i. timmerbazen], Pieter Ouwe Jansz: en de boode van de Schermeer gelast ijder in sijn wijk bereijts aangeweesen of nog nader aan te wijsen te gaan aan de woninge van alle de respective bruijkers, en op te schrijvende selven namen, en sekerlijk van zoodanige dewelke in staat sijn de articulen in desen vervat te kunnen agtervolgen en executeren en daar van formeeren een behoorlijke lijste, omme daar door de nalatige te kunnen ontdekken en verder behoorlijk gebruijk daar van te maken soo als Dijkgraaf en Heemraden natijds gelegentheijt sullen meenen te behooren.
Ten sevenden sullen de basen sorge dragen dat als de plaatsen daar bij de furij werken eenige aarde aan den dijk soude moeten werden gebragt be...lijk na het getal van de persoonen met mantjes bereijts aan de werven gebragt ofte nog te brengen werden voorsien.
Ten agsten sullen de Timmerbasen en Pieter Ouwe Jansz: sig stiptelijk gedragen na de nadere instructiehaar lieden bereijts gegeven ofte nog te geven op poen van arbitrale correctie
Generaal Articul concernerende alle de bruijkers van de Landen
Alsoo de Heeren Dijkgraaf en Heemraden bij de laatste inundatie van den
sint aagtendijk is gebleken dat het dustijds niet en manqueerde aan quad
geintentioneerde menschen dewelke de goede ingesetene en bruijkers van de landen
wisten te intimideren en diets te maken [diets maken = wijs maken] als of
de polder van de Schermeer tegens de inundatie niet en was te dekken of te
bewaren, en selve soodanige indruk op sommige quame te geeven dat deselve
actuelijk met haar vee en goederen begosten te retireren soo hebben we gemeene
alle de bruijkers van de landen te moeten dis abuseeren, en recommanderen om sig
aan diengelijke quaat aardige discoursen niet te stooren ende te overweegen dat
ingevalle de inundatie van soo een gevolg quame te werden, dat de Schermeer daar
door geraakte in sulken bedroefden circumstantie en gevaar van te sullen
overstroomen 't welk God almagtig geneadelijk verhoede dat er als dan weijnige
plaatsen soude overblijven daar men soo een groot aantal van runtvee soude
kunnen bergen, alwaaromme in dirgelijke ongelukkige omstandigheden alleenig maar
overig blijft dat men gesamentlijk de handen aan 't werk slaat omme alsoo met
hulp van de goedertierne [goedertieren = barmhartig] God alle onheijl en
ruine voor te komen.
Gelijk wij dan wilexpresselijk gelasten aan alle onse bedienden en minder
officieren in dientijdt en gevalle alle runtvee van den dijk te weeren omme daar
door alle confusien in haren arbeijd en defensie tegens de inundatie voor te
komen
Aldus gekeurt bij de Heren Dijkgraaf en Heemraden van
Schermeer den 25 November 1734.
© 2000 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net