Kerkenordening
1643 (Batavia) |
|
Genealogisch domein |
|
|
Overzicht van historische bronnen |
|
Bron: François Valentyn, Oud en Nieuw
Oost-Indiën, 2003, deel 4b, pag. 22-34,
isbn 90 5194 231 1, facsimile van het originele boek uit 1726
Generale Kerken-ordening, en Reglement voor de Predikanten, Krankbezoekers, Schoolmeesters, &c. Item middelen tot bekeering der Heydenen. 1643. 7 December.
Anthonio van Diemen, Gouverneur Generaal, ende de Raaden van India, over den Staat der Vereenigde Nederlanden, in Orienten, allen den geenen, die dezen zullen zien, of hooren lezen, saluyt, doen te weten, alzoo die van den Eeerwaarden Kerkenraad dezer stede eenige tyd voorleden ons te kennen gegeven, en vertoond hadden, hoe dat de ordre met autoriteit van den Gouverneur Generaal, Pieter de Carpentier, in den jare 1624. op het stuk van den Kerkendienst, en 't geene daar van dependeerd, beraamd, met verloop van jaaren, ende veragtering van zaken in veel poincten ongebruykelyk geworden, ende alteratie, verbetering, ofte ampliatie was komen van nooden te hebben, zoo hadden wy, estimerende geen ding zoo zeer tot onzen pligt te pertineren, als zorge te dragen, dat de Kerken, ende den Godsdienst by goeden regel gehouden werde, goedgevonden haar Eerw. te authorizeeren, de voorschreven Ordre te resumeeren, en na gelegenheid van zaaken daar in zoodanige correctie, ofte verbetering te doen, ende haar Eerw. als nu ons 't gebesoigneerde geexhibeerd hebbende, is dit luydende van woord tot woord als volgd:
Kerken-Ordening, gesteld voor de
Gemeynte van Batavia.
1.
Om goede ordre in de Gemeynte Christi te onderhouden, zoo zyn daar in noodig de
Diensten, t'samenkomsten, opzigt der Leere, Sacramenten, en Ceremonien, als de
Christelyke straffe, waar van hier na ordentelyk zal gehandeld werden.
Van de Diensten.
2.
De Diensten zyn vierderley, de Dienaaren des Woords, de Doctoren,
Ouderlingen en Diaconen, tot welke geen andere, als bequame en Godzalige
perzoonen, zullen gevorderd werden.
3.
Het en zal niemand, hoewel hy een Doctor, Ouderling, of Diaken zy, geoorloft zyn
tot den dienst des woords, ende de Sacramenten te treden, zonder wettelyk daar
toe beroepen te zyn, en wanneer iemand daar tegens doet, ende meermalen vermaand
zynde, niet af en staat, zo zal de Kerkelyke Vergadering, daar toe hier na
genomineerd, oordeelen, of men hem voor een scheurmaker verklaaren, ofte op
eenige andere wyze straffen zal.
4.
Dewyl de perzoonen, die tot den dienst des woords beroepen werden, verscheyden
zyn, ofte zoodanige, de welke nooit te voren in dienst geweest zyn, ofte die
nooit te voren eenige Gemeynte bediend hebben, zo zal ook in de beroeping zelven
verscheydelyk gehandeld werden.
5.
De wettelyle beroeping der gener, die nooit te voren in den dienst geweest zyn,
bestaat inzonderheid in deze vier navolgende stukken: vooreerst, in de
verkiezing, dewelke na voorgaande vasten en bidden geschieden zal door den
Kerkenraad, ten overstaan ende met approbatie van de Christelyke Overheid dezer
stede.
Ten anderen, uyt de examinatie, ofte onderzoeking, beyde der leere en des
levens, de welke staan zal by de Predikanten, en den Kerkenraad.
Ten derden, in de toestemming van de Ledematen der Gemeynte, wanneer de naam des
Dienaars den tyd van Veertien dagen publykelyk in de Kerk afgekondigd zynde,
geen hindernis daar tegen komt.
Ten vierden, ende ten laatsten, in de opentlyke bevestiging voor de Gemeynte in
de Kerk, dewelke met behoorlyke stipulatie, ende afvraging, vermaning, gebed,
ende oplegging der handen van den Dienaar, die de bevestiging doet, ofte een
ander (indien'er meer tegenwoordig zyn) toegaan zal, volgens het Formulier daar
van zynde.
6.
In de wettelyke beroeping der gene, dewelke te voren nog eenige andere Gemeynte
bediend hebben (het welk blyken zal by hare brieven van demissie) zal merendeels
na de voorgaande manier geprocedeerd werden, alleen, dat men deze verandering
daar in waarneme; vooreerst, dat, behalven de ordinaire onderzoeking na haar
leven en leere, ook neerstig zal onderzocht werden, hoedanig dat zy haar
Gemeynte gecomporteerd ende gequeten hebben.
Ten anderen, vermits zy voor haar eerste confirmatie in den dienst eenmaal haar
behoorlyke examen hebben uytgestaan, zullen niet genoodzaakt wezen haar zelven
van nieuws zoodanige examen te onderwerpen, maar daar van exempt en vry zyn.
Ten derden, zullen ook in hare publyke bevestiging voor de Gemeynte niet de
handen opgelegt, maar alleen, tot een teeken der gemeynschap, haar de rechterhand
gegeven werden.
7.
Zullen ook geen Predikanten, die eerst nieuwelyk uit het Vaderland tot ons
overkomen, tot den publyken dienst des Woords of der Sacramenten geadmitteerd
werden, voor en aleer dat zy hare brieven van commissie des Classis, van welke
zy gezonden werden, aan den Kerkenraad zullen hebben vertoond.
8.
Men zal geen Schoolmeesters, Krankbezoekers, handwerkslieden, of eenige anderen,
die niet gestudeerd hebben, tot het Predik-Ampt toelaten, ten zy dat men
verzekerd is van hare singuliere gaven, als godzaligheyd, ootmoedigheid, goed
verstand, discretie, mitsgaders gaven van welsprekentheid, zoo wanneer dan
zoodaanige perzoonen zig tot den dienst presenteeren, zal de Kerkenraad, met
advys van de Hooge Overigheid, de zelve eerst examineeren, en na dat zy dezelve
in 't examineeren bevind, haar een tyd lang in het prive (ten minsten een half
jaar) laten proponeeren, ende dan voords met haar handelen, als oordeelen
stigtelyk te wezen.
9.
Dewyl een Dienaar des woords, eens wettelyk (als boven gezegt is) beroepen
zynde, zyn leven lang aan de Kerkendienst verbonden is, zoo en zal hem niet
geoorloft zyn syn dienst te verlaten, en zich tot een andere staat des levens te
begeven, ten zy om groote en gewigtige oorzaaken, daar van de Kerkenraad, met
goedvinden van de Hooge Overigheid oordeelen zal.
10.
Een iegelyk Predikant zal gehouden zyn een jaar, voor dat de tyd zyner
verbintenis geexpireerd is, aan de Hooge Overigheid, ende den Kerkenraad te
kennen te geven, of hy van voornemen zy te vertrekken, ofte niet, op dat by zyn
vertrek zyne plaats met een bequaam perzoon mag verzien werde, dog by aldien de
Gemeynte als dan niet bequamlyk kan verzorgd werden, zal de zelve Predikant
gehouden wezen nog een jaar over zyn verbonden tyd te verblyven; maar indien hem
na dat jaar nog geen successeur gezonden werd, als dan zal hy ordentelyk mogen
vertrekken.
11.
Zoo het geschied, dat eenige Dienaars door ouderdom, ziekte ofte anderzins
onbequaam werden tot oeffening van haar dienst, zoo zullen zy nogtans niet te
min de eere, ende de naam eenes Dienaars behouden, ende van de Bewindhebberen,
die haar aangenomen hebben, na hare discretie eerlyk ende na hare nooddruft,
gelyk mede de weduwen en weezen der Dienaaren in 't gemeyn, verzorgd werden.
12.
De Dienaaren ampt is mede, geboden ende de bedieningen des Woords aan te houden,
de Sacramenten uyt te reyken, op hare Medebroeders, Ouderlingen en Diakenen, de
Kerkelyke discipline, mitsgaders de gansche Gemeynte, goede agt te nemen, ende
ten laatsten met de Ouderlingen en Diakenen de Kerkelyke tugt te oeffenen, ende
te bezorgen, dat alles eerlijk, en met ordre geschiede.
13.
Onder de Dienaaren des woords zal gelykheid gehouden werden aangaande de lasten
hares dienstes, mitsgaders ook in andere dingen, het welke ook ontrent de
Ouderlingen en Diakenen te onderhouden is.
Van de Ouderlingen en Diakenen.
14.
Nevens de Dienaaren des woords zal mede de opzigt en de regeering der Gemeynte
de Ouderlingen ende de Diaconen bevolen zyn, de welke jaarlyks in de maand
Januari, met voorgaande advys ende approbatie van de Hooge Overigheid, van de
Predikanten ende de Gemeynte verkoren, ende na gewoone publicatie in 't
afkondigen van hare naamen voor twee jaaren aangenomen, ende volgens de
Formulieren daar van zynde, in haren dienst openbaarlyk in de Kerk zullen
bevestigd werden, ende zoo misschien, het zy door afsterven, vertrekken, of
anderzins, eenige verandering van Ouderlingen ende Diaconen zal moeten gedaan
werden, zoo zal zulks in maniere als voren ook buyten den ordinairen tyd mogen
geschieden.
15.
Dog op dat de Kerkenraad misschien niet t'eeniger tyd, door 't excessive getal
van Ouderlingen en Diaconen, mogt beswaard, ofte geincommodeerd werden, zoo
zullen ordinair niet meer dan vier Ouderlingen ende vyf Diaconen tot den
Kerkenraad geadmitteerd werden, waar van de eene helft, indien het mogelyk is,
om alle occasie van discontentement en jalousie weg te nemen, uyt de borgeren
van de Gemeynte, ende de andere helft uyt dienaars van de Ed. Compagnie, zal
genomen werden.
16.
Der Ouderlingen ampt is (behalven 't gene boven gezegt is met de Dienaaren des
woords gemeen te zyn) opzigt te hebben, dat de Dienaaren des woords, mitsgaders
haar andere Medehelpers, ende de Diaconen, haar ampt getrouwelyk bedienen, ende
de bezoekingen te doen, na de gelegenheid des tyds, ende der plaats, tot
stigting der Gemeynte, zoo voor als na 't Avondmaal, kan lyden, om byzonder de
Lidmaten der Gemeynte te vertroosten ende te onderwyzen, ende ook andere tot de
Christelyke plicht te vermaanen.
17.
Zullen mede uyt de Predikanten ende Ouderlingen by den Kerkenraad jaarlyks met
den aanvang van de maand October twee leden gecommitteerd werden, dewelke onder
de Gemeynte de bezoekingen zullen doen, om te zien, of hare broeders de
Predikanten in het bezoeken van de Gemeynte zich wel quyten, waar van zy aan den
Kerkenraad zullen rapport doen.
18.
Der Diaconen ampt is de aalmoessen, ende andere inkomsten der Kerken, ende
armen-goederen, neerstelyk in te zamelen, ende de zelve getrouwelyk ende vlytig,
na den eysch der behoeftigen, beyde der ingezetenen, ende der vreemden, met
gemeen Advys des Kerkenraads uyt te deelen, de benaeuwde te bezoeken, ende te
vertroosten, ende wel toe te zien, dat de aalmoesen niet misbruykt en werden,
waar van zy rekening voor den Kerkenraad zullen doen, en ook (zoo iemand daar by
zyn wilde) voor de Gemeynte, in welke hare diensten zy hen verders hebben te
quyten in maniere als volgd.
19.
Aangaande het inzamelen van de inkomsten der Kerken, zullen de Diaconen precis
alle maanden de zelve neerstelyk invorderen, ende by aldien iemand weygerde
satisfactie te doen, zullen de zelve, met voorgaande advys van den Kerkenraad
door publyke autoriteit daar toe vermogen te constringeeren;
20.
De ingesamelde penningen zullen gedaan werden onder de hand van den Boekhouder
of Cassier van de groote casse, ende zoo eenige by den Cassier van de kleene
casse verblyven, zoo zal hy daar van, als van den ontfang, aan den Boekhouder
reekening doen.
21.
Zoo wanneer een merkelyke zomma contant by den cassier van de groote casse
vergadert is, zoo zal hy de zelve niet vermogen lang by zig te behouden, dan
alleen zoo veel ordinair tot de maandelykse uitgift van nooden is, maar het
overige, met advys zyne medehelpers, in de geldkist brengen, waar van hy,
benevens twee van de oudste Diaconen ider een verzegelde sleutel hebben zal.
22.
De Diaconen zullen niet vermogen eenige penningen van de Diacony, het zy op
interest, a deposito, of andersins, uit te geven, dan alleen met voorgaande
advys van den Kerkenraad, uitgenomen alleen tot aelmoessen van den armen, of
andersins, in welken gevalle zy, mitsgaders de Predicanten ende Ouderlingen na
hare discretie, ende na dat den nood der armen zal vereisschen, een quart, en
een halve reaal, een reael, of ten uitersten twee reaalen op eenmaal aen een
perzoon, ofte huisgezin zullen vermogen uit te deelen, tot welken einde ook ider
Diaken alle maanden van den Cassier een penning zal mogen opnemen, om na
voorvallende gelegenheit aan den armen een aalmoes uit de deelen, waar van hy
maandelyks aan den Cassier voor den Kerkenraad rekening doen zal. Indien imand,
by manquement van gereed geld, en nogtans de nood der armen zulx notoirlyk
vereischte, een ordonnantie noodig had, om terstond by den Cassier van de kleene
cassen een aalmoesse te trekken, zoo zal het zelve in de naaste vergadering te
kennen gegeven werden, ende zal de Kerkenraad (die alle maandelykze subsidien
ordonneeren zal) beraadslagen, of men de aelmoessen maandelyks continueren zal,
ofte niet.
23.
De Diaconen zullen ook bezorgen, dat de gene dewelke maandelyks uit de middelen
van de kerk gesalariseert, ofte onderhouden werden, niet lang uitgesteld, maar
alle maanden precis en prompt betaalt werden, en dewyl ook de Diaconen niet
altoos, vermits haar eigen occupatien, tot den dienst der Kerken vaceren konnen,
op dat ook de zelve niet te ongelegener tyd dagelyks geimportuneert werden, zoo
zal men een zekeren dag stellen, op welke een ider zyn geld zal mogen ophalen,
het welke wezen zal elke erste dag van de maand, op dat een igelyk wete, waar
naa zig zal hebben te reguleeren.
24.
Indien imand eenige penningen van de Diakenen zal op interest verzoeken, die zal
een of twee sufficiente borgen stellen, ofte eenig vast ofte onbelast pand tot
assurantie der zelve aan de Kerk hypothekeeren.
25.
In het bezoeken der armen zal een ider van de Diaconen haar byzondere wyk
hebben, in 't welke hy ten minste alle veertien dagen eens de bezoeking doen
zal, ende inzonderheit agt nemen op de gene, die maandelyks van de Kerk
onderhouden werden, ende wel toesien, dat de aalmoessen niet verquist, of
misbruikt en werden.
26.
Alzoo de lasten van de Diaconen meer zyn, dan een ider de zelve al te zamen
behoorlyk zoude waarnemen, zoo zullen de zelve onder haar verdeelt werden, alzoo
dat de eene opzigt hebbe over de inkomsten, een ander voor de reparatie van de
huizen, &c. een ander over het weeshuis, waar van zy een contra-boek zullen
houden, waar in het getal der armen ende weeskinderen, gelyk mede der genen, die
in de Latijnsche schoolen woonen, hare namen, ende ouderdom, mitsgaders den tyd
dat zy daar in komen, ende uytgaan, zullen aantekenen, ende vernemen wie dat
onder de zelve gedoopt, ofte ongedoopt zyn, ende zal een ider alle maanden van
zyne opzigt aan den Kerkeraad verklaring doen.
27.
Eindelyk zullen de Diakenen ordinaris alle maanden voor de gedeputeerden des
Kerkenraads particulier, en alle jaaren in de maand Januari voor den ganschen
Kerkenraad, ter presentie van de gecommitteerden van de Hooge overigheit,
aangaande de administratie van de Kerkelyke middelen generale rekening doen.
Van de zamenkomsten.
28.
Dewyl in alle welgestelde gemeinten een Kerkenraad vereischt werd, bestaande uit
Predikanten, Ouderlingen, en Diakenen, welkers ampt (als boven gemeld is)
vereischt tot den welstand en stigting der gemeinte te vigileeren, ende door
hare te zamenkomsten, en communicatie van advys en goedvinden de zelve te
regeeren, zoo zal den Kerkenraad alhier ordinaris alle weeken eens te zamen
komen, 't welk geschieden zal des maandags na de middag, beginnende precis na 't
uitwezen van het uurglas van twee uuren, ende zal elke vergadering niet langer
als twee uuren gecontinueert werden, ten zy de noodzakelykheit anders zal
vereisschen.
29.
In den Kerkenraad zullen geen andre, als Kerkelyke zaaken, en op de Kerkelyke
wyze, verhandelt werden, ende zoo misschien eenige zaaken zwaarder zullen wezen,
dan dat de zelve by den Kerkenraad afgehandelt mogten werden, zoo zullen de
zelve, met kennis van de Hooge overheid, aan de Kerken in Nederland daar kameren
van de Oostindische Compagnie zyn, overgezonden werden, om dezelve met hare
Synoden te communiceren, ende de kerke alhier met haar advys en resolutie te
dienen.
30.
In alle zoodanige vergaderingen, ofte zamenkomsten, zal een van de Predikanten
preses, ende benevens hem een ander Predikant scriba zyn, en zullen dezelve
ampten van de Predikanten met beurten, ider een geheel maand, bedient werden.
31.
Het ampt van den preses is, de vergadering zamen te roepen, de actie met het
gebed, volgens de Formulieren daar van zynde, te beginnen, en te besluiten, voor
te stellen, ende te verklaaren, het gene te verhandelen is, en in de handeling
wel toe te zien, dat een ider zyn beurt houde in 't spreken, den knibbelagtigen,
die te haastig zyn in 't spreken, te beveelen te zwygen, ende over de zelve,
geen gehoor gevende, de behoorlyke censure te laten gaan, ende eindelyk de
advyzen gecolligeert hebbende, na pluraliteit der stemmen, (waar in hem, zoo
wanneer door zyn enkele stem advyzen steeken zouden, 'er twee competeren)
uitspraak over de zaak te doen, 't welk gedaan zynde, zal daar na onder anderen
een ider van de Kerkelyke vergadering, ende eerst den politycquen Commissaris,
af vragen, of hy iets tot bevordering van den gemeinen welstand van de Kerke,
ofte andersins, heeft voor te stellen, waar in hy den Raad, advys, of hulpe des
Kerkenraads, van nooden heeft.
32.
Zal wyders de preses, indien in de vergadering eenige zaaken voorgevallen zyn,
waar in den Kerkenraad het advys, ofte de hulpe van de Hooge Overigheit, van
nooden heeft, vergezelschapt met een Ouderling, welkers maandelykze beurt het
weezen zal, of na vereisch van zaaken met nog een ander Predikant, ende (des
noods zynde) met een Diaken, in zaaken, haren dienst betreffende, terstond na de
vergadering, of, by manquement van goede gelegenheit des anderen daags met den
Edelen Heer Gouverneur Generaal communiceeren, ende expeditie bekomen hebbende,
met de eerste gelegenheit aan den Kerkenraad daar van rapport doen.
33.
Zal mede de preses de Kerkelyke brieven, die van andre gemeinten herwaards aan
de Kerken gezonden werden, zoo haast als hy daar van kennis hebben zal,
neerstelyk invorden, ende zoo misschien dezelve imand anders van den Kerkenraad,
als den preses, ter hand komen, zoo zullen die terstond aan hem overgelevert, en
met de eerste gelegentheit in den Kerkenraad gepresenteert werden, dewelke
gelezen zynde, zal den preses ordre stellen, dat de zelve in het brieven-boek
gecopieert, ende voorts in de Secretarye bewaard werden, omme de zelve te zyner
tyd (des noods zynde) te beantwoorden.
34.
Den preses zal mede by tyds den scriba, tot het beantwoorden ende schryven van
de Kerkelyke brieven, commissien, attestatien, &c. volgens resolutie des
Kerkenraads vermaanen, ende de zelve in de vergadering voorgelezen ende
geapprobeert zynde, met den scriba ende den Ouderling (welkers maandelykse beurt
het wezen zal) onderteekenen, ende met de Kerkelyke signature zegelen, ende
sluiten, en wyders zorge dragen, dat de zelve behoorlyk besteld werden.
35.
Eindelyk zal ook den President met den Ouderling, welkers maandelykse beurt het
wezen zal, ten minsten eens 's maands in de Wees-schoole de visite doen.
36.
Het ampt van den Scriba is vooreerst, al het gene in den Kerkenraad verhandelt
werd, neerstelyk op te schryven, daar na het gene hy opgeschreven heeft, voor
het scheiden van de vergadering uit de kladde voor te leezen, ende ten derden,
na approbatie des Kerkenraats, 't zelve in het resolutieboek in te schryven,
ende aldus geschreven zynde, wederom met de naaste vergadering in den Kerkenraad
voor te lezen, eindelyk alle ordonnantien, commissien, ende attestatien, te
schryven, ende de zelve, na voorgaande approbatie des Kerkenraats, t'zamen met
den preses ende Ouderling, welkers maandelykse beurt het wezen zal, te
onderteekenen, ende aan den preses, om van hem gezegelt, ende besteld te werden,
over te leveren.
37.
Zal mede den Scriba de naamen van alle de Predikanten ende Krankbezoekers, de
welke of uit het Vaderland, ofte van eenige andere plaatzen, tot ons overkomen,
ofte ook elders van vertrekken, met aanwyzing van tyd en plaats, in een boek
registreren, ende zoo imand der zelve komen te overlyden, zoo haast als hy daar
van kennis bekomen zal, 't zelve mede aanteekenen, overzulks en zal niemand in
't particulier voor eenige Krankbezoekers, om hen of op een ander schip te
transporteren, ofte elders eenige togt te doen, vermogen ordonnantien te
verzoeken, dan alleen met gemeen advys van den Kerkenraat.
38.
Dewyl de Kerkelyke boeken veel zyn, als namentlyk het Register van de Ledematen
van de Gemeente, het Doopboek, het Trouw-boek, en Register van de Predikanten,
ende Krankbezoekers, het Graf-boek, de Brief-boeken, ende het ordinaris
resolutie-boek, ende dat overzulks in een maand meer kan te doen vallen, als van
imand alleen behoorlyk zou konnen waargenomen werden, zoo zullen niet alleen de
voornoemde boeken en lasten onder de Predikanten verdeeld, maar zal ook,
benevens den ordinairen maandelykse scriba, een ander uit de Predikanten tot
extraordinair scriba gestelt werden, de welke alleen de Kerkelyke brieven, het zy
herwaards komende, of van hier gaande, schryven, beantwoorden, ende in 't
copye-boek (hem alleen toebetrouwd) zal copieren, de welke ook met den ordinairen
maandelyksen scriba alle maanden zal verantwoord werden, maar voor altoos, ofte
zoo lang als den Kerkenraat zal goedvinden, continueeren.
39.
Eindelyk, alzoo niemand vermag de secreten des Kerkenraats te divulgeeren, zoo
en al niemand (om alle abuizen voor te komen) nog den ordinairen, nog den
extraordinairen scriba het resolutie-boek, brief-boek, ofte eenige andere
brieven ende schriften tot de Secretarye van de Kerk behoorende, dan alleen het
Trouw-boek ofte Doop-boek, buiten de Consistorie, wie hy zy, na haar eigen
huizen of elders met haar vermogen met haar te nemen, maar zullen alle brieven,
resolutien, acten, &c, geschreven ende bewaart werden, in de Consistorie.
Van de Leere der Sacramenten, ende andere Ceremonien.
40.
De Dienaars des Woords, Krankbezoekers, ende Schoolmeesters, zullen de
beleydenis des geloofs der Nederlandse Gereformeerde Kerke, ende de Christelyke
Catechismus van Heydelberg, mitsgaders ook van de Canones van het Synodes
Nationaal van Dordrecht des jaar 1619, als zy tot haren dienst beroepen werden,
onderteekenen, en zullen de gene, die zulks weigeren te doen, de facto by den
Kerkenraat, met kennis ende believen van de Hooge Overigheit, van haren dienst,
ter tyd toe dat zy haar daar in geheelyk zullen verklaart hebben, opgeschort, en
indien zy obstinatelyk in weigering blyven, van haren dienst geheel afgezet
werden.
41.
Aangaande de publyke gebeden, de welke zoo voor, als na de Predikatie, in de
Gemeinte gedaan werden, zullen de Dienaaren des Woords, tot bevordering van de
meeste aandagt, en stigting des toehoorders, voor de Predicatie de ordinaire
Formulieren van de Liturgie der Nederlandsche Kerke distinct, en met goede
aandagt de Gemei[n]ten, voorbidden, ende na de Predicatie hare gebeden
conformeeren na de gelegenheit van de
materie, in de Predikatie verhandelt.
42.
Aangaande den publyken dienst des woords zullen alle de Predikanten gehouden
wezen des Zondags na de middag de summa der Christelyke Leere in den Catechismo
(die tegenwoordig in de Nederlandsche Kerken aangenomen is) vervat, grondelyk
uit te leggen, alzoo dat de zelve jaarlyks mag bedient werden volgens de
afdeeling des Catechismus zelfs daar over gemaakt, ende zullen wyders, gelyk
mede in haar text-predikatie voor de middag agt nemen, dat zy zoodanige
leeringen de Gemeente voordragen, ende inscherpen, die van de zelve best
verstaan werden, ende tot de meeste stigting zullen mogen dienen, ende haar
wagten van alle zoodanige disputatien, ende vragen, dewelke onnodig, ofte zonder
eenige leering ende stigting zyn, ende byzonderlyk in de materie van de
predestinatie ende haar hooge mysterien, alzoo hare woorden matigen, dat teedere
gemoederen geen occasie van aanstoot, ofte van absurde consequentien gegeven
werden.
43.
Zullen ook de Predikanten een gezette ordre en beurt houden, om, of des Zondags,
ofte des Donderdags, in het Fort, de Kerk, ofte het Ziekenhuis, voor of na de
middag haren dienst waar te nemen, welke ordre niet en zal geturbeerd, nog
verandert werden, dan in gevalle van verandering van 't getal der Predikanten,
of dat imand door ziekte, of eenige andre gewigtige oorzaken, verhindert werd
zyn beurt waar te nemen, of dat eenige andre gelegenheit zulks noodzakelyk
vereisschen zal, in welken gevalle de verandering van imand in't particulier,
met communicatie van den prees, Ouderlingen, en bewilliging der Predikanten, of
ook met gemeen advys des Kerkenraats, geschieden zal.
44.
Eindelyk zal een ider der Predikanten in 't bezoeken van de Ledematen der
Gemeinte zyn byzondere vaste wyk hebben, om in de zelve, behalven de ordinaire
visiten voor het Avondmaal, dagelyks familiaar te verkeeren, ende ten minsten
alle veerthien dagen eenige van de Ledematen, ofte andre in de zelve woonagtig,
te bezoeken.
45.
Het verbond Gods zal aan de kinderen der Christenen met den Doop, zoo haast als
men de bediening des zelven hebben kan, verzegeld werden, ende dat niet anders
als in de openbare verzamelingen, wanneer Gods woord gepredikt werd, het zy des
Zondags voor de middag, ofte Donderdags voor de middag, dog om de zwakken daar
in geen occasie van aanstoot te geven, ende niet misschien den Doop elders te
gaan zoeken, zoo zal men ook ter hooger nood (dog immers zoo weinig, als 't
mogelyk is) den Doop extraordinair bedienen mogen, nogtans alzoo dat het zelve
niet zonder Predikatie, of een korte vermaning uit Gods woord geschiede, ende
dat men de gene, die haar buitens tyds in het prediken verzoeken gedoopt te
mogen werden, vermaane haar zelven te wagten van superstitie ende bygeloove,
ende haar breeder aangaande de leere ende de Sacramenten onderwyze, ende en zal
ook den Doop van niemand anders, het zy Proponenten, ofte Krankbezoekers, als
alleen van de Predikanten bedient werden.
46.
De Dienaaren zullen haar best doen, ende daar toe arbeiden, dat de vader zyn
kind ten Doop presenteere, ende dewyl men alhier benevens de vader ook getuigen
by den Doop neemt (welk gebruik in hem zelven vry zynde, licht te veranderen is)
zoo zal niemand anders daar toe geadmitteerd werden, dan die de zuivere Leere
der Gereformeerde Kerke toegedaan, ende vroom van wandel is.
47.
De jonge kinderen der Heidenen, dewelke of vermits hare jonkheit, ofte
onervarenheit in de taal, van de Christen-familien ingelyfd werden, voor en al
eer zy tot zoodanigen ouderdom gekomen zyn, dat zy na haar begrip in de
fundamenten van de Christelyke Religie gekomen zyn, ende metter daad daar in
bewezen werden, ende dat ook de getuigen, die over haar ten Doop staan, beloven
daar toe haar devoir te zullen doen, dat de zelve verder in de Christelyke
Religie onderwezen, ende zoo veel als in haar is, niet en zullen toelaten, dat
de zelve wederom van hare familien, of van de gemeenschap der Christenen,
vervreemd werden.
48.
Eer dat de bejaarden tot den Doop geadmitteert zullen werden, zal men haar eerst
in 't privé afvragen, uit wat consideratien ende insigten zy haar zelven tot
den Doop presenteeren, ende verklaart hebbende, de zelve geen andre als heilig,
en geestelyk, te wezen, zullen wyders in de fundamenten van de Christelyke
Religie onderzogt werden, ende eindelyk, na gedane beloften van volstandig by de
Christelyke Gereformeerde Religie, mitsgaders in een vroom Christelyk leven te
continueeren, op attestatie van den Predikant, die haar geexamineert heeft, met
voorgaande advys van den Kerkenraat, gedoopt werden.
49.
De Dienaaren zullen in het Doopen, zoo van jonge kinderen, als van bejaarde
persoonen, zoo Nederlandse, als Onduitsche Natien, de Formulieren van de
instelling ende 't gebruik des Doops verscheidentlyk, na gelegenheit, gelyk als
de zelve tot dien einde onderscheidentlyk in de verscheide taalen beschreven
zyn, na iders begrip, ende verstand, gebruiken.
50.
De bejaarden werden door den Doop de Christelyke Gemeinte ingelyft, ende voor
Ledematen der Gemeinte aangenomen, ende zyn daarom de bejaarde uit de
Christenen, als zy gedoopt werden, schuldig het Avondmaal des Heeren ook te
gebruiken, 't welk by haren Doop zullen beloven met de eerste gelegenheit te
doen, dog wat aangaat de bejaarde uit de Heidenen, die gedoopt zyn, en zullen de
zelve tot Avondmaal niet toegelaten werden, dan op haar verzoek ende begeerte,
ende na examinatie haren geloofs, ende benevens de naamen der gene die gedoopt
werden, mitsgaders de ouderen ende getuigen, als mede den tyd des Doops, zullen
in een boek geschreven werden.
51.
Men zal niemand ten Avondmaal des Heeren toelaten, dan die, na de gewoonte der
Kerke alhier, voor een Predikant, ende Ouderling, belydenis heeft gedaan van de
Christelyke Gereformeerde Religie, ende het getuignis heeft eenes vromen
wandels, ende zullen de gene, die van een andre Gemeinte tot ons overkomen, in
plaats van hare belydenis behoorlyke attestatie daar van aan den Kerkenraat
vertoonen, ende daarenboven zeker Formulier, in zich vervattende de voornaamste
poincten van de Christelyke Religie (tot dien einde gesteld, ende gereformeert)
onderteekenen, mits haar zelven onderwerpende de Christelyke discipline.
52.
In 't houden van het H. Avondmaal zal men zoodanige maniere volgen, als men
oordeelen zal tot de meeste stigting der Gemeinte te mogen dienen, wel
verstaande, dat nogtans de uitwendige ceremonien niet verandert, ende alle
superstitie vermydet werde, ende dat, na voleindinge der Predikatie ende der
gemeene gebeden op den Predikstoel, het Formulier des H. Avondmaals, mitsgaders
het gebed daar toe dienende, voor de tafel gelezen, ende, de actie geeindigt
zynde met het gebed ende dankzegging besloten werde.
53.
Om het H. Avondmaal met te meer stigting, ende eerbiedigheit te celebreeren, zoo
zal het zelve veerthien dagen te voren publyk in de Gemeinte van den
Predikstoel afgekondigt werden, op dat haar de Ledemaaten daar toe behoorlyk
mogen bereiden, ende zal mede tot dien einde in de week na de eerste afkondiging
de bezoeking der Ledemaaten van de Predikanten ende Ouderlingen gedaan werden,
op dat met de eerste gelegenheit daar van rapport aan den Kerkenraat geschiede,
om, zoo misschien eenige zwarigheden voorvielen, in de zelve by tydt te
voorzien, ende zal eindelyk op Vrydag voor het houden van 't H. Avondmaal de
voorbereiding, of proef-predikatie, gedaan werden.
54.
De administratie van het H. Avondmaal zal onder de Predikanten met beurten geschieden, ende zullen de gene, wel[-]kers beurt het wezen zal Zondags 't
Avondmaal uit te deelen, ook de Vrydags te voren de Voorbereiding, ofte de
proef-predikatie, doen.
55.
Aangaande den tyd van het houden van de H. Avondmaal, en zal haar de Kerke aan
de gezette Hoogtyden, als Paaschen, Pinxteren, ende de Kersdag, niet verbinden,
maar zal het zelve gehouden wezen precis alle drie maanden, ende dat op den
eersten Zondag van elke derde maand, te weten, Januari, April, Julius, en
October, te bedienen.
56.
In tyden van oorlog, pestilentie, dieren tyd, zware vervolging der Kerke, en
andre gemeene zwarigheden, zullen van de Dienaaren, met autoriteit ende bevel
der Hooge Overigheit, openbare vast-ende bede-dagen ingestelt, ende geheiligt
werden.
57.
De Gemeinte zal mede, behalven den ordinairen Sabbath, onderhouden den Kers-dag,
Paaschen, ende Pinxteren, ende zal mede op Nieuwejaarsdag, op Donderdag voor
Paaschen en Pinxteren, ter gedagtenis van de Passie onzes Zaligmakers Jezu
Christi, ende op Hemelvaartsdag, eenmaal voor de middag, als eindelyk zal mede
op den 30. May ter gedagtenis van de verovering van Batavia, gepredikt werden.
58.
Aangaande de Huwelykze zaaken, zal neerstelyk gelet werden, dat geen huwelyken
gecontraheerd werden, die in Gods woord verboden zyn, latende de vordere
ordonnantie op het stuk van 't Huwelyk by de dispositie der Overheden.
Van de Censure, ende de Kerkelyke Vermaning.
59.
"Gelykerwys de Christelyke straffe gestelt is, ende niemant van de
borgerlyke geregten ende straffen der overheiyt bevryd is, alzoo werden ook
benevens de borgerlyke straffen de Kerkelyke censuren noodzakelyk vereischt, om
den zondaar met de Kerkelyken, ende zynen naasten te verzoenen, ende de
ergernisse uit de gemeinte Christi weg te nemen.
60.
Wanneer imand tegen de zuiverheit der Leere, de vroomheit des wandels, ofte de
Kerkelyke liefde, zondigt, zoo verre als het heimelyk is, ende hy geen openbare
ergernis gegeven heeft, zoo zal den regel onderhouden werden, welke Christus
duidelyk voorschryft Mattheus 18. 61. De heimelyke zonden, waar van den zondaar,
by een, ende in 't byzonder, ofte voor twee ofte drie getuigen, vermaant zynde,
berouw heeft, zullen voor den Kerkenraat niet gebragt werden.
61.
Zoo imant van een heimelyke zonde van twee of drie persoonen in der liefde
vermaant zynde, geen gehoor geeft, ofte andersins een openbare zonde bedreven
heeft, zulks zal den Kerkenraat aangegeven werden.
62.
Van al zulke zonden, die van haar nature wegen openbaar, of door veragting van
des Kerkenraats vermaaning in 't openbaar, gekomen zyn, zal de verzoening,
wanneer men zekere teekenen van boetveerdigheit ziet, openbaarlyk geschieden
door 't oordeel des Kerkenraats, het zy voor den Kerkenraat, ofte voor de geheele
gemeinte, na dat tot de meeste stigting zal verstaan werden te behooren.
63.
Zoo wie hardnekkiglyk de vermaaning des Kerkenraats verwerpt, item die een
openbare ofte andersins een groote zonde begaan heeft, zal van het Avondmaal des
Heeren afgehouden werden, en indien hy, afgehouden zynde, na verscheide
vermaningen geen teekenen van boetveerdigheit bewyst, zoo zal men ten laatsten
tot de uiterste remedie, namentlyk de afsnyding, komen, volgens de Forme na den
woorde Gods daar toe gestelt.
64.
Eer men tot de afsnyding komt, zal men de hardnekkigheit des zondaars de
gemeinte opentlyk te kennen geven, de zonden verklaarende, mitsgaders de
neerstigheit, aan hem bewezen in 't bestraffen, afhouden van het Avondmaal, ende
na menigvuldige vermaningen, zullen 'er drie zaaken geschieden; in den eersten
zal den zondaar niet genaamt werden, op dat hy enigsints verschoont werde. Ten
tweeden zal zyn naam uitgedrukt werden, en ten derden zal men de gemeente te
kennen geven, dat men hem, ten zy dat hy hem bekeere, van de gemeinschap der
Kerke uit sluiten zal, op dat zyne afsnyding, zoo hy hardnekkig blyft, met
stilzwygende bewilliging der gemeinte geschiede. Den tyd tusschen de vermaning
zal in het oordeel des Kerkenraats staan.
65.
Dog vermits het einde van de Excommunicatien niet en is het verderf, maar het
behoud van den zondaar, zoo en zal men hem egter niet t'eenemaal verlaten, ende
alle civile morale plichten weigeren, maar alleen zich onthouden van zoodanige
familiare conversatie, waar door men aan zyn zonde participeert, ofte de zelve
schynt te approbeeren, ofte andersints de gemeinte eenige ergernis zoude mogen
gegeven werden, maar men zal ook nog (gelyk als te voren) met den gebede by God
voor hem intercedeeren, ende niet na laten hem continuelyk te vermaanen, of hem
God nog misschien bekeering gave ter zaligheit.
66.
Wanneer imand, die geexcommuniceert is, hem wederom met de gemeinte zal
verzoenen door boetveerdigheit, zoo zal 't zelve voor de handeling van 't
Avondmaal, ofte andersins na gelegenheit, te voren de gemeinte van den
Predikstoel aangezegt werden, ten einde hy het naast-komende Avondmaal (zoo
verre imant niets weet voort te brengen ter contrarie) openbaarlyk met professie
zyner bekeering weder opgenomen werde volgens 't Formulier, daar van zynde.
67.
Wanneer de Dienaaren des woords, Ouderlingen of Diakenen, een groote zonde
bedryven, die de Kerke schadelyk, of ook by de Overigheit strafweerdig is,
zullen zoo wel de Ouderlingen, als Diakenen, terstont door voorgaande oordeel
des Kerkenraats, met toestemming van de Hooge Overigheit, van haren dienst
afgezet, en door de dienaars opgeschort werden, maar of hy geheel van den dienst
afgezet zal werden, dat zal in 't oordeel van den Kerkenraat, ende van de Hooge
Overigheit staan.
68.
Voorts de grove zonden, die weerdig zyn met opschorting, of afzetting van den
dienst gestraft te werden, zyn deze de voornaamste: Valsche leere, ofte kettery,
openbare scheurmaking, opentlyke blasphemis, simonie, trouwlooze verlating zynes
diensten, of indringing in eenen anderens dienst, meineedigheit, egtbreuk,
vegtery, vuil gewin, kortelyk alle de zonden ende grove feiten, die den Autheur
voor de wereld eerloos maken, ende om welke een ander gemeen Lidmaat der
gemeinte de afsnyding weerdig zoude gerekent werden.
69.
De Dienaaren des Woords, Ouderlingen en Diaconen, zullen onder hen de Kerkelyke
censuren oeffenen, ende malkanderen van de bedieningen hares ampts vriendelyk
vermaanen, zonder malkanderen fouten, tegens de ordre Art. 59. voorschreven, of
van den Predikstoel, of anders, te divulgeeren.
70.
De gene, die uit de gemeinte vertrekken, zal een attestatie ofte getuigenis
hares wandels, by advys des Kerkenraats, weder gegeven werden onder 't zegel der
Kerke."
Appendix, ofte byvoegsel tot de voorgaande Kerken-ordre.
71.
"Hoewel onzen Zaligmaker Jezus Christus door de voorverhaalde Sacramenten,
ende Kerkelyke discipline, zyne gemeinte genoegzaam ter Zaligheit heeft
geprovideert ende voorzien, dewyl nogtans de moejelyke onvolkomenheit van dit
tegenwoordig leven niet toe en laat, dat of de Doctooren, ofte de Dienaaren des
Woords, Ouderlingen en Diaconen, t'allen tyden, plaats, ende gelegenheden aen
igelyk in alle de deelen hares dienstes zouden dienen, of dit aen ider Lidmaat
der gemeinte, zoo veel als 't mogelyk is, door eenige vrome en godzalige publyke
persoonen, inzonderheit Krankbezoekers, ende Schoolmeesters, gewoon is te
compenseeren, zoo zal den Kerkenraat, met believen van de Overigheit, zorge
dragen, dat de gemeinte daar van t'allen tyden genoegzaam voorzien werde."
Van de Krankbezoekers.
72.
"Het ampt der Krankbezoekers is vooreerst, de zieken en de kranken uit Gods
H. woord te onderwyzen, te vertroosten, ende te versterken, ider na vereisch van
deszelfs gelegenheit.
Ten anderen, ter gezetten tyd ende bequaamheit, benevens het zingen uit Gods H.
Woord eenige Kapittelen, ofte ook eenig goed Sermoen uit de Decades Bullingeri,
uit de Catechismo, ofte eenig ander boek, van eenig Leeraar der ware Christelyke
Gereformeerde Religie ingestelt, stigtelyk den volke voor te lezen, ende het
zelve werk met het gebed te beginnen, ende te eindigen.
Ten derden, alle morgen ende avond, het volk na ordre vergadert zynde, ook voor
en na den eeten, met gebeden te bedienen.
Als mede ten vierden, met en uit het woord Gods in 't byzonder, en by alle goede
gelgenheit de onwetende in de Leere ende het geloove neerstelyk te onderwyzen,
de zondaaren de boetveerdigheit, ende afstand van zonden te vermaanen, met het
voorhouden van de schrikkelyke oordeelen Gods, van haar verderf trouwelyk te
waarschouwen, specialyk het vloeken, zweeren, misbruik van de naam Gods, met alle
ontugtige woorden ende werken door alle mogelyke ende behoorlyke middelen tegen
te staan, ook de kleingelovigen, ende mismoedigen na vereisch van zaaken te
troosten, ende te versterken, ende zullen dit alles met alle neerstigheit, en na
behooren betragten, zonder dat hy iets presumeren ofte zig zal onderwinden te
doen, onder wat pretext het zoude mogen wezen, het gene eigentlyk behoort tot
het ambt van de Predikanten.
73.
Dog op dat de Krankbezoekers alle deze pligten na behooren zouden mogen nakomen,
ende haar ampt zulks mede brengt, dat zy voor de eere Gods, ende den welstand
van de Christelyke Religie vigileeren, zoo zullen de zelve, zoo wanneer zy zien
zullen, dat hare persoonen gedisrespecteert, haren dienst veracht, ofte by de
zelve niet gemainteert worden, zulks aan den Kerkenraat te kennen geven, op dat
door des zelfs aangehouden by de Hooge Overigheit alle abuisen geweerd, ende de
Religie hare eere gerestitueert werde.
74.
Zullen ook de Krankbezoekers de patienten, die door sententien van de Overigheit
ter dood gecondemneert zyn, by beurten byblyven, om de zelve uit Gods woord na
gelegenheit te onderwyzen.
75.
Geen Krankbezoeker zal vermogen imand in zyn plaats te substitueren, om eenig
deel zynes dienstes voor hem waar te nemen, dan met permissie en consent van den
Preses."
Van de Krankbezoeker in 't huis van den generalen ontfang.
76.
"Het ampt van de Krankbezoeker in 't huis van de generale ontfang is
vooreerst, des avonds ten bestemden tyd en plaats het gebed te doen, en een vers
uit de Psalmen Davids voor te zingen.
Ten anderen, buiten in de Kerk, wanneer aldaar gepredikt zal werden, voor te
lezen, en te zingen.
Ten derden, op de punten van de West-zyde ende de Timmerwerf (ten minsten eens
in de week) de bezoekinge te doen, om de kranken uit den woorde Gods na
gelegenheit te dienen."
Van de Krankbezoeker in 't ziekenhuis.
77.
"Het Ampt van den Krankbezoeker in 't ziekenhuis is, 's morgens ende des
avonds een Kapittel uit Gods woord te lezen, ende een vers te zingen, eindelyk
de zieken ordinair tweemaal daags te bezoeken."
Van de Schoolmeesters.
78.
"Het Ampt van de Schoolmeesters is vooreerst, de jonge jeugd de vreeze des
Heeren in te scherpen, haar te onderwyzen in de fundamenten van de Christelyke
Religie, haar te leeren bidden, zingen, met haar te Kerk te gaan, ende te
Catechizeeren.
Ten anderen, haar te leeren hare Ouders, Overheden, ende Meesters te
gehoorzaamen.
Ten derden, haar te leeren lezen, schryven, ende cyfferen.
Ten vierden, haar te leeren allerlei goede zeden en manieren, ende eindelyk
betragten, dat in de schoolen geen andere, als de Nederlandsche taal, gebruikt
werde.
79.
De kinderen zullen des weeks twee halve dagen speeldagen hebben, te weten, woensdag en zaterdag, op de welke zy voor de middag hare gebeden ende
hoofdstukken van de Christelyke Religie zullen opzeggen, ende zal den
Schoolmeester hem ter behoorlyker tyd op de school begeven, ende de kinderen
geen andre speeldagen mogen geven, ten zy met consent van den Preses.
80.
Zullen eindelyk alle half jaaren de kinderen van alle de schoolen in de Kerk te
zamen komen, ende ter presentie van alle de gedeputeerden der Hoge Overigheit
ende Kerkenraat geexamineert werden, ende zullen die gene, die schryven konnen,
haar schrifte toonen."
Van den Schoolmeester in het Weeshuis.
81.
"Het Ampt van den Schoolmeester in 't Weeshuis is, des morgens, ende des
avonds voor den eeten het gebed te doen, ende voor het uitgaan van de school
door een van de kinderen het gebed te laten doen, mitsgaders een Psalm te
zingen, ende tot een teeken voor de kinderen, dat het tyd is t'school te komen,
zal hy de klok laten trekken, ende die te laat komen, na gelegenheit
corrigeeren.
82.
Eindelyk zal den Schoolmeester van het Weeshuis de Weeskinderen alle week de
vragen van de Catechismus doen van buiten leeren, die de aanstaanden zondag na
middags predikatie zullen verklaaren, op dat zy de zelve als dan voor de
Gemeente van buiten mogen opzeggen."
Van de Inlandse Schoolmeesters.
83.
"De Schoolmeesters van de Westzyde zal de Inlandse kinderen onderwyzen in
de fundamenten van de Christelyke Religie, haar leeren lezen en schryven, des
avonds voor de Inlandse Christenen een Kapittel uit het Portugees Testament
voorlezen, ende eindelyk met de uitspraak van een zegen demitteeren."
In 't Bandanees Quartier.
84.
"In 't Bandanees Quartier, zal des morgens, ende des avonds, de
Bandaneesen, ende andre Christenen, aldaar woonagtig, een Kapittel uit Gods
woord in het Maleyts voorgelezen, ende in de zelve taal des morgens ende des
avonds het gebed gedaan, ende eindelyk de actie t'eenemaal met het zingen van
een a twee verzen uit de Psalmen Davids besloten werden.
85.
Des donderdags zullen, zoo de vrouwen als de mans, gecatechiseerd, ende in de
fundamenten van de Christelyke Religie onderwezen werden."
In 't Malabaars Quartier.
86.
"Eer de lyf-eigenen van de E. Compagnie na het werk gaan, zullen de zelve
ider na zyn begrip, het zy Portugees, Bengaals, of Malabaars, van den meester in
de hoofdstukken van de Christelyke Religie onderwezen werden, ende zal het Vader
ons, het Geloove, ende de thien geboden, benevens eenige vraag-stukken, voor
dezen daar toe geformeerd, voorgezet werden, 't welk gedaan zynde, zal de klok
getrokken werden, op dat de vrouwen ende kinderen,die in het Quartier blyven, in
de ordonaire vergaderplaats te zamen komen, ende zal als dan een Kapittel in 't
Portugees voorgelezen, het gebed gedaan, ende een a twee verzen uit de Psalmen
Davids gezongen, de actie met den zegen besloten, ende zullen daar na de
kinderen nog wyders van den Meester, die 't gebed gedaan heeft, in de gebeden
onderwezen werden.
87.
Daar na zullen de Meesters de zieke slaven bezoeken, ende een igelyk na vereisch
van zaaken, ende na zyne capaciteit onderwyzen, 't welk gedaan zynde, zal zig
een ider van de Meesters van 't Quartier, of Wyk, alwaar hy bescheiden is, gelyk
als mede in 't Fort, de Stad, ende de West-zyde, beide de kinderen, ende
lyfeigenen der inwoonderen vlytig, ende neerstig onderwyzen, en zal eindelyk
wederom des avonds in de ordinaire vergader-plaats voor de manspersoonen een
Kapittel lezen, het gebed doen, ende vorder de actie als voren geeindigt werden.
88.
De Schoolmeester, in de Voorstad woonagtig, zal des avonds voor de Inlandse
Christenen, die de wagt hebben, in de corps du guarde het gebed doen, zal mede
voor Sons ondergang de jonge kinderen te zamen roepen, ende de zelve in de
gebeden en vraagstukken, aangaande de fundamenten van de Christelyke Religie
onderwyzen. Insgelyks zal hy mede dagelyks doen aan de lyfeigenen, die over de
Rivier woonen."
Middelen, om de bekeering der Heidenen te vorderen.
"1. Dewyl na de leere des Apostels Pauli Rom. 10. Het gehoor van Gods woord het begin ende fundament van 't geloof is, ende het fundament van zoodanigen gehoor, 't welk met eenige vreugde vermengt wezen kan, de kennisse van de taal, in welke het woord gepredikt wert, I. Cor. 14. zoo zullen de Predikanten, ende de Krankbesoekers haar beneerstigen, dat zy in de taal, welke de Heidenen, waar mede onze meeste conversatie is verstaan, inzonderheit in 't Portugees, Maleyts en Chinees, gestileert werden, om een igelyke Natie, na haar begrip ende verstant in de fundamenten van de Christelyke Religie te onderwyzen, ende het woord Gods toe te deelen.
2. Dewyl ook geene vreemde taal zonder behulp van institutie kan geleert en aangenomen werden, zoo zal, om tot het voorzeide einde te geraken, noodig wezen, dat door alle mogelyke middelen eenige bequame boeken, inzonderheit Dictionaria van zoodanige taalen opgedaan, ofte geformeert en opgestelt werden, om de zelve te zyner tyd door den druk gemeen te maken.
3. Het zal mede noodig weezen, dat de predikatien, die alreede in eenige taal gesteld zyn, gecopieert, ende het getal der zelve gelyk mede de stukken van de H. Schrifture, mitsgaders de Psalmen, nu reeds in de taal overgezet, met een goed oordeel, na vereisch van den staat der Gemeinte, vermeerdert, ende onder het volk, om de zelve te lezen ende te zingen, uitgedeelt werden.
4. In het zingen der Psalmen in de Kerk zal dienstig wezen de Engelse maniere na te volgen, by de welke den Voorlezer eerst een regel leest, ende daar na met het volk zingt, dog werd dit de gemeente vry gelaten om te doen of te laten.
5. Het zoude mede zeer dienstig wezen, dat een refutatie van de Mahometaansche Religie, ende des Moorsdom ingestelt, ende de waarheit van de Christelyke Religie tegens allerlei Afgodischen Godsdienst, uit de natuurlyke reden by forme van een Catechismus, zoo in de Nederlandsche, als Inlandsche taal geadstrueert, ende bevestigt werde.
6. Het is ook inzonderheit noodig, om de Heidenen tot de Christelyke Religie te brengen, ende die nu daar by gebragt zynde, by de zelve te houden, dat continueelyk niet alleen door de Schoolmeesters, maar inzonderheit ook, dat door de Predikant, die de Onduitsche Natie byzonderlyk bevolen is, de visitatie onder de zelve gedaan werde.
7. Men moet by de politycque Overigheit aanhouden, dat zy den Sabbath uiterlyk by allerlei Natien, onder haar gebied woonagtig, doen vieren, ende hare winkels gesloten houden, ende ook de slaven op den zelven laten rusten, eindelyk, dat ook die gene, die onder de Predikatie in herbergen zitten, als mede die als dan tappen, ofte sterken drank verkoopen, op geld-straffe gesteld werden.
8. Staat mede by de Hooge Overigheit te verzorgen, dat de Moorsche besnydenis ende schoolen geweerd, ende de Chineesen, ende andre Heidenen de openbare oeffening van hare Heidensche superstitien ende Duivel-dienst, die zy byzonderlyk in haren Tempel als mede 's nagts op de straaten plegen, mitsgaders haar Duivelskonst van waarzeggen, verboden werde: want in geen Christelyke Gemeinte zulken verkorting van de eere Gods, om geenerlei insigten behoort gedoogt te werden, waar door veel Onduitse geergert werden, ende vermaak in de zelve krygen.
9. Het zal mede noodig wezen, dat de Inlandse Christenen ingeschreven werde, en haar zelven ook wettelyk in hare habyten conformeeren na de manieren van de Nederlanders.
10. Eindelyk op dat in het toekomende
alle disordre, ende misbruik uit de Gemeinte geweerd, ende de zelve voorgestelde
Kerken-ordening met des te meerder zorge ende neerstigheit aangenomen,
ende agtervolgt werde, zoo zal uit naam des E. Kerkenraats de autorisatie ende
't arrest des zelfs by den Ed. Heer Gouverneur Generaal, ende de Heeren Raaden
van India verzogt werden, het welke geobtineerd ende verkregen zynde, zal de
zelve, omme voortaan een igelyk, die daar aan gelegen wezen zal te dienen, een
secreten vasten regel, waar na hy hem zal hebben te reguleeren, in een byzonder
boek opgeschreven, ende om de zelve altyd in verscher memorie te houden, alle
drie maanden, voor het houden van het H. Avondmaal, ten dage der oeffening van
Censura Morum, in den Kerkenraat voorgelezen werden, ende zoo wat resolutie tot
discretie van de Kerke of Kerkelyke persoonen, zoo hier, ende nog wyders zoude
mogen werden genomen, zullen de zelve in het voorsz. boek agter de
Kerkenordening aangetekent, en geregistreert werden.
Welke ordre die van den voorschreven Kerkenraat verzogten, dat zoodanig
geapprobeert, ende met onze autoriteit bevestigt mogt werden, gelyk wy de zelve
dan approbeeren, ende bevestigen mits dezen, eenelyk van onzent wegen daar by
voegende, aangezien de Kerkelyke Regeering in veelen ook de politie rakende zy,
dat die van den voorsz. Kerkenraat niet en zullen vermogen eenige zaken van
gewigt te besluiten, dan met communicatie ende advoy van de Politycque
Overigheit, welk poinct op dat te beter nagekomen, ende altyd goede
correspondentie ende eenigheit tusschen beiden gehouden mag werden, ook
goedgevonden hebben, dat in gemelde Collegie altyd, conform de goede usantie,
eeniger plaatsen onzes Vaderlands, onzent wegen een politike Commissaris
(professie doende van de ware Gereformeerde Christelyke Religie) sessie hebben,
ende present wezen zal, ende zal den Predikant, die 't zyn beurt zal wezen te
presideeren, t'elkens als de vergadering beroepen wil, 't zy ordinaris ofte
extraordinaris, den zelven mede doen citeeren, gelyk ook die van den Kerkenraat
den zelven gehouden zullen wezen altyd behoorlyke eere ende respect te bewyzen,
als reprezenterende de Hooge Overigheit dezer Landen."
In 't Kasteel Batavia dezen 7 December A. 1643, ende was onderteekent, Antonio van Diemen, Cornelis van der Lyn, Joan Maatsuyker en Justus Schouten, Salomon Sweers, ende Pieter Mesdag, Secretaris.
© 2004 Herman de Wit, Maarssen
Deze pagina is een onderdeel van de-wit.net